direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Het Ambacht, 1e wijziging (2012)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0293.BPWambacht2012001-VA01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven;
  • b. een verkooppunt van motorbrandstoffen;
  • c. kantoren;
  • d. detailhandel;
  • e. bedrijfswoningen, alsmede aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat de oppervlakte voor vrije beroepen beperkt is tot een maximum van 60 m2 en niet vrije beroepen tot een maximum van 25 m2 van het hoofdgebouw en/of het aangebouwde bijgebouw;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. paden en toegangswegen ten behoeve van het ontsluiten van bedrijven vanaf de in de bestemming Verkeer begrepen wegen;

met hierbij inbegrepen de bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen zoals tuinen, erven, verhardingen en conform de bepalingen in de nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

4.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
  • a. Toegestane bedrijven
    • 1. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 2" zijn uitsluitend bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de als bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf tot en met categorie 3.1" zijn uitsluitend bedrijven in de categorieën 1, 2 en 3.1 van de als bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - medische doeleinden", is een bedrijf ten behoeve van medische doeleinden toegestaan;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - recreatie-inrichting", is een recreatie-inrichting toegestaan;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - detailhandelsbedrijf in zonwering", is een bedrijf ten behoeve van de verkoop van zonweringen toegestaan;
    • 6. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - detailhandelsbedrijf in woningdecoratie", is een bedrijf voor de verkoop van artikelen in het kader van woondecoratie toegestaan;
    • 7. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - kringloopcentrum", is een kringloopcentrum is toegestaan;
    • 8. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - schoonheidssalon" is een schoonheidssalon toegestaan.
  • b. Verkooppunt motorbrandstoffen met LPG
    Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" is een tankstation met verkoop van lpg toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "vulpunt lpg" is een vulpunt ten behoeve van de aflevering van lpg toegestaan;
    • 2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - lpg afleverzuil" is een afleverzuil ten behoeve van lpg toegestaan;
    • 3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - lpg reservoir" is een reservoir ten behoeve van de opslag van lpg toegestaan;
    • 4. de doorzet aan lpg mag niet meer bedragen dan 1000 m3.
  • c. Verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
    Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg" is een tankstation zonder de verkoop van lpg toegestaan.
  • d. Risicovolle inrichting
    Risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van de inrichting genoemd in artikel 4.1.2 onder b.
  • e. Vuurwerkopslag
    Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - vuurwerkopslag" is de opslag van vuurwerk toegestaan. De totale opslag van vuurwerk mag niet meer bedragen dan 10.000 kg.
  • f. Geluidzoneringsplichtige inrichtingen
    Geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan.
  • g. Bedrijfswoning
    Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" is één bedrijfswoning toegestaan met een inhoud die niet meer mag bedragen dan 600 m3.
  • h. Kantoren
    Binnen deze bestemming zijn uitsluitend onzelfstandige kantoren toegestaan, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "kantoor", een kantoor is toegestaan.
  • i. Siertuin
    Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "tuin", is een siertuin toegestaan met een oppervlakte die niet meer mag bedragen dan 2500 m2.
  • j. Kaveloppervlakte
    De kavel grootte van bedrijven bedraagt minimaal 1000 m2 en maximaal 5000 m2, met uitzondering van het bedrijf ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijventerrein” waar de kavel grootte niet meer dan 8000 m2 bedraagt.
  • k. Parkeren
    Op eigen terrein dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid.
  • l. Detailhandel
    Detailhandel is binnen deze bestemming uitsluitend toegestaan:
    • 1. in de vorm van ondergeschikte detailhandel in ter plaatse vervaardigde of bewerkte producten;
    • 2. ter plaatse van de aanduidingen "verkooppunt motorbrandstoffen met LPG" en "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg", met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandelsactiviteiten niet meer mag bedragen dan 100 m2;
    • 3. ter plaatse van de aanduidingen "specifieke vorm van bedrijf - medische doeleinden", "specifieke vorm van bedrijf - detailhandelsbedrijf in zonwering", "specifieke vorm van bedrijf - detailhandelsbedrijf in woningdecoratie" en "specifieke vorm van bedrijf - kringloopcentrum" en "specifieke vorm van bedrijf-schoonheidssalon";
    • 4. detailhandel in volumineuze goederen is uitsluitend na verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.5.3 toegestaan.
  • m. Buitenopslag
    Voor buitenopslag geldt het volgende:
    • 1. buitenopslag is uitsluitend toegestaan achter de voorgevelrooilijn van het bedrijfsgebouw, mits de stapelhoogte niet meer bedraagt dan 5 m;
    • 2. buitenopslag is niet toegestaan op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "opslag", opslag tot in de zijdelingse perceelsgrens is toegestaan;
    • 3. in aanvulling op het bepaalde onder a. is ter plaatse van de aanduiding "opslag" de buitenopslag van materialen, voorwerpen en stoffen ten behoeve van de verkoop aan derden toegestaan, mits:
      a. de stapelhoogte niet meer bedraagt dan 6 m;
      b. de oppervlakte van de buitenopslag niet meer bedraagt dan 6.500 m2.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

4.2.2 Gebouwen

Voor (bedrijfs)gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte van bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte;
  • d. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte en het bebouwingspercentage mogen per bouwperceel niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)" is aangegeven;
  • f. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m;
  • g. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 3 m;
  • h. indien bedrijfsgebouwen niet aaneen worden gebouwd mag de onderlinge afstand niet minder dan 4 m bedragen.
4.2.3 Nutsgebouwen

Voor nutsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • b. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m2.
4.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Bij een bedrijfswoning mogen bijgebouwen worden gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd en uitsluitend achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning;
  • b. bijgebouwen zijn niet toegestaan binnen een afstand van 5 meter tot de zijdelingse perceelsgrens;
  • c. de maximale gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 60 m2;
  • d. de goothoogte van bijgebouwen mag maximaal 3 m bedragen.
4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevellijn van de bedrijfswoning niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - luifel" mag de bouwhoogte van een luifel niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. ter plaatse van de aanduidingen "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" en "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg" mag de bouwhoogte van een luifel niet meer bedragen dan 5,50 m;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "zend-/ontvangstinstallatie" is een mast toegestaan met een hoogte die niet meer mag bedragen dan 40 m;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde in de vorm van masten, reclame zuilen, etc. mag niet hoger zijn dan 8 m;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Omgevingsvergunning ingangspartijen en erkers

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder a, teneinde de bouw van ingangspartijen en erkers buiten het bouwvlak mogelijk te maken, mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. de breedte van de ingangspartijen en erkers bedraagt niet meer dan 30% van de breedte van de voorgevel van het gebouw;
  • b. de diepte van de ingangspartijen en erkers bedraagt niet meer dan 1,5 m.
4.3.2 Omgevingsvergunning antennemasten

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.1 sub b teneinde een antennemast met een bouwhoogte van maximaal 37,5 m toe te staan, mits de antennemast stedenbouwkundig inpasbaar is, er geen sprake is van negatieve landschappelijke effecten en in de directe omgeving geen mogelijkheden bestaan voor mastsharing.

4.3.3 Omgevingsvergunning mast op gebouw

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder b teneinde de oprichting van een mast op een gebouw toe te staan met een hoogte van niet meer dan 5 m.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming:

  • a. voor permanente of tijdelijke bewoning, indien het om vrijstaande bijgebouwen en / of bedrijfsgebouwen gaat;
  • b. voor de uitoefening van een seksinrichting;
  • c. voor het storten van puin of afvalstoffen;
  • d. als opslag- of bergplaats van stoffen en/of materialen en gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen;
  • e. als opslag van onklare dan wel aan hun normale bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan.
4.4.2

Het bepaalde in artikel 4.4.1 c t/m e is niet van toepassing op:

  • a. het storten van puin ter realisering van de in het plan aangewezen bestemmingen;
  • b. het normale onderhoud en gebruik van open terreinen;
  • c. de tijdelijke opslag van materialen en werktuigen, welke nodig is voor de realisering en/of handhaving van de in het plan aangegeven bestemmingen;
  • d. de opslag ten behoeve van in het plan toegelaten bedrijfsvoering.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Omgevingsvergunning Staat van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1.2 onder a, voor het toestaan van bedrijven die niet zijn opgenomen in de als bijlage toegevoegde Staat van bedrijfsactiviteiten en bedrijven die zijn opgenomen in een categorie hoger dan de ingevolge 4.1.2 onder a toegelaten categorieën, mits deze bedrijven naar aard, milieubelasting en ruimtelijke impact vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. een onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat is niet toegestaan;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats;
  • c. risicovolle inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • e. het bevoegd gezag wint, met betrekking tot de vraag of de bedrijven naar aard, milieubelasting en ruimtelijke impact vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven, advies in van een onafhankelijk deskundige.
4.5.2 Omgevingsvergunning kavelgrootte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.2. sub j, teneinde bedrijven toe te staan met een kavel grootte van maximaal 10.000 m2, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden plaats en de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
  • b. er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de in de omgeving aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden;
  • d. de verkeersveiligheid komt niet in het gedrang;
  • e. er moet worden aangetoond dat uitbreiding noodzakelijk is gelet op de bedrijfsvoering en dat uitbreiding op de huidige locatie niet mogelijk of gewenst is;
  • f. het door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de kavelgrootte is niet mogelijk voor detailhandel in volumineuze en brandgevaarlijke goederen.
4.5.3 Omgevingsvergunning volumineuze detailhandel

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.2 onder l teneinde detailhandel in volumineuze goederen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. volumineuze detailhandel is uitsluitend toegestaan indien de parkeerbehoefte op eigen perceel kan worden opgevangen. Voor het parkeren ten behoeve van volumineuze detailhandel gelden de volgende normen:
    Type bedrijf   Min  
    Showroom   1,6 per 100 m2 bvo  
    Grootschalige detailhandel   6,5 per 100 m2 bvo  
  • b. het gebruik mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en de parkeersituatie ter plaatse;
  • c. alle aanwezige parkeerplaatsen op het bedrijfsperceel dienen bereikbaar te zijn via maximaal 2 in- en uitritten;
  • d. parkeerplaatsen moeten gecombineerd worden met groenvoorzieningen. Bij dwarsparkeren op regelmatige afstand tussen de vakken, als strook achter de vakken of aan de straatzijde (bij een parallelweg op eigen terrein). Bij parkeren naast de bebouwing door een groenvoorziening tussen het parkeerterrein en het openbaar gebied;
  • e. buiten uitstalling grenzend aan het openbaar gebied mag maximaal 20% van de oppervlakte van de voorruimte (ruimte tussen bebouwing en openbaar gebied) beslaan en moet zorgvuldig worden vormgegeven. Uitzondering hierop vormen de kavels aan de Rivierweg en de Hamerseweg. Daar is uitstalling grenzend aan het openbaar gebied toegestaan tot maximaal 70% van de oppervlakte van de voorruimte;
  • f. de afstand tussen de uitstalling en het openbaar gebied moet maximaal 3 meter bedragen;
  • g. het plaatsen van uitstalling op parkeerplaatsen is verboden;
  • h. de ruimtelijke uitstraling is passend binnen de omgeving;
  • i. de detailhandel levert geen onevenredige belemmeringen op voor de bedrijfsuitoefening van bedrijven in de omgeving.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Wijziging bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening de in het plan opgenomen aanduiding "bedrijfswoning" te verwijderen indien het gebruik als bedrijfswoning is beëindigd.

4.6.2 Wijziging bedrijven

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening de in het plan opgenomen aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - medische doeleinden", "specifieke vorm van bedrijf - recreatie-inrichting", "specifieke vorm van bedrijf - detailhandelsbedrijf in zonwering", "specifieke vorm van bedrijf - detailhandelsbedrijf in woningdecoratie", "specifieke vorm van bedrijf - kringloopcentrum" en "kantoor" te verwijderen indien het daadwerkelijke gebruik ten behoeve van de betreffende aanduiding is beëindigd.

4.6.3 Wijziging vulpunt, reservoir, afleverzuil

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening de in het plan opgenomen aanduidingen "vulpunt lpg", "specifieke vorm van bedrijf - lpg afleverzuil" en "specifieke vorm van bedrijf - lpg reservoir" en "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" te verwijderen indien het daadwerkelijke gebruik ten behoeve van de aanduidingen is beëindigd.