Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Afvalstoffenverwerkingsbedrijf Putman
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.0293.BPPutman2010001-0004

Artikel 6 Groen - Beplantingsstrook

 
 
6.1
Bestemmingsomschrijving
 
 
 
De voor "Groen - Beplantingsstrook" aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen en landschappelijke beplanting ter inpassing en ter afscherming van terreinen, materieel, opslag en bebouwing, die naar de aard van hun bestemming en gebruik nadrukkelijk inpassing behoeven door middel van opgaand groen.
 
 
6.2
Bouwregels
 
 
6.2.1
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen ge­bouwen zijnde, zoals terreinafscheidingen, worden gebouwd.
 
 
6.2.2
Van de in lid 6.2. genoemde bouwwerken mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2 m.

 
6.3
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
 
 
6.3.1
Het is verboden binnen de bestemming "Groen - Beplantingsstrook" de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning zijnde een Omgevingsvergunning:
 
 
a.
het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
 
 
b.
het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
 
 
c.
het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
 
 
d.
het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
 
 
e.
het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
 
 
f.
andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
 
 
6.3.2
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
 
 
6.3.3
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 wordt niet verleend dan nadat burgemeester en wethouders daarover een advies hebben ingewonnen van een onafhankelijk landschapsdeskundige.
 
 
6.3.4
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
 
 
a.
andere werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
 
 
b.
andere werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.