Plan: | Parapluplan archeologie en afwijkingsregels Westervoort |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0293.BPAFWIJKINGARCH001-VS01 |
het bestemmingsplan Parapluplan archeologie en afwijkingsregels Westervoort Westervoort met identificatienummer NL.IMRO.0293.BPAFWIJKINGARCH001-VS01 van de gemeente Westervoort;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie met code NL.IMRO.0293.BPAFWIJKINGARCH001-VS01;
een bedrijf dat in of bij een (gedeelte van een) woning wordt gedreven en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, zoals bedoeld in Bijlage 1 van dit plan;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, maatschappelijk, juridisch ,medisch, therapeutisch, kunstzinnig of een daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbijbehorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend, zoals bedoeld in bijlage 1 van dit plan;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
een gecertificeerde archeologische dienst, bedrijf of instelling, erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de specificaties van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
achtererfgebied en ook de grond onder het hoofdgebouw, met uitzondering van de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw;
het verstrekken van logies met ontbijt. Onder een Bed en Breakfast-voorziening wordt niet verstaan: het geven van gelegenheid voor overnachtingen, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijk of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd bouwwerk met een dak;
Een bijbehorend bouwwerk, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd) gebouw en dat qua afmetingen onderschikt is aan en niet rechtstreeks toegankelijk is vanuit dat (hoofd) gebouw;
een bijbehorend bouwwerk dat, voorzien van een dak en ten hoogste twee al dan niet tot de constructie behorende wanden, door zijn plaatsing, indeling en inrichting uitsluitend bestemd is voor het stallen van motorvoertuigen;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een uitbouw binnen het dakvlak van een gebouw met kapconstructie, welke uitbouw doorgaans geen wijziging van de vorm en het profiel van het dak veroorzaakt;
hoogste punt van een schuin dak;
het door een gevel of nokverhoging vergroten van de bestaande ruimte welke leidt tot een wijziging van de vorm en het profiel van het dak;
laagste punt van een schuin dak;
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder eventueel de uitstalling ten behoeve van die verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming, het belangrijkst is;
een stuk grond dat eenzelfde gebruik heeft en is omgeven dor een duidelijk herkenbare grens in de vorm van heggen, afrasteringen of sloten;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,3 meter boven peil, volledig gelegen onder een gebouw;
de gemiddelde hoogte van het terrein ten tijde van het rechtskracht verkrijgen van het bestemmingsplan;
het hoofdgebouw zoals dat ten tijde van de afronding van de bouwwerkzaamheden, overeenkomstig de voor het hoofdgebouw verleende vergunning is opgeleverd (het hoofdgebouw zoals dat in eerste instantie is gebouwd). Van het hoofdgebouw te onderscheiden aan- en uitbouwen (bijvoorbeeld een keuken, bijkeuken of serre), die onderdeel uitmaken van de vergunning (niet vergunningvrij gerealiseerd), die als functioneel onderdeel van het hoofdgebouw op basis van de vergunning tegelijkertijd met het hoofdgebouw zijn meegebouwd, worden geacht deel uit te maken van het oorspronkelijk hoofdgebouw. In bouwkundige zin van het hoofdgebouw te onderscheiden aangebouwde bouwwerken waarin slechts ondergeschikte functies plaatsvinden, zoals een aangebouwde garage/berging, maken geen deel uit van de oorspronkelijke woning;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
weg als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Wegenverkeerswet 1994;
een bijbehorend bouwwerk op het erf van een gebouw, dat functioneel verbonden is met het hoofdgebouw en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
een gebouw bedoeld voor tijdelijk recreatief gebruik in de vorm van recreatief nachtverblijf voor recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben gedurende een gedeelte van het jaar;
het gezamenlijk gebruik van een (telefonie)netwerk;
een overdekte ruimte, aan maximaal drie zijden omsloten door wanden, waarvan het/de betreffende hobbydier(en) gebruik moet(en) kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter uit het oogpunt van dierwelzijn en waarbij uitsluitend binnenopslag in de vorm van voer en stro is toegestaan;
een (antenne-)installatie die door meerdere providers kan worden gebruikt;
het erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de meest gezichtsbepalende gevel, die als zodanig dient te worden aangemerkt;
voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan, de beheersverordening dan wel de gemeentelijke bouwverordening;
een website waarop artikelen te koop worden aangeboden, ook wel: verkoop van goederen waarvan de handel uitsluitend via een elektronische of schriftelijke opdracht plaatsvindt (geen fysieke bezoekmogelijkheid) en waarbij de toelevering, opslag en uitlevering van goederen vanuit een daartoe correct bestemde locatie plaats vinden (geen breng- retourneer- en afhaalpunt);
een zelfstandige woonruimte, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
gedeelte van een erf dat aan de zijkant van het hoofdgebouw is gelegen op minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn:
constructie in of op de grond speciaal bedoeld voor het plaatsen van zonnepanelen;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf de buitenwerkse gevelvlakken dan wel, indien sprake is van overstekende daken met een overstekend gedeelte van meer dan 1 meter, respectievelijk overstekken van meer dan 1 meter, vanaf de buitenrand van het overstekende dak/de overstek, neerwaarts geprojecteerd, tot de kadastrale zijgrens van het perceel.
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf de aan de straat gelegen bouwgrens tot aan de achtergevel van het hoofdgebouw of vanaf de bestaande voorgevel tot aan de achtergevel van het hoofdgebouw;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen, met uitzondering van een eventueel aanwezige kelder;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte buitenterrein ter plaatse van de overkapping;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;
Dit bestemmingsplan vult de binnenplanse afwijkingsregels met bijbehorende begrippen van alle vigerende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkplannen, dan wel hiermee gelijk te stellen plannen en besluiten, van de gemeente Westervoort, binnen het plangebied, aan in die zin dat:
a. De regels uit dit plan enkel een aanvulling vormen op de vigerende plannen en besluiten en de daarin al dan niet opgenomen afwijkingsregels;
b. De regels van de vigerende plannen en besluiten ongewijzigd blijven en onverminderd van kracht blijven bij de toepassing daarvan;
c. De begrippen van dit plan zijn van toepassing van dit plan.
Dit bestemmingsplan vult de regels met betrekking tot archeologie met bijbehorende begrippen van de vigerende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkplannen, dan wel hiermee gelijk te stellen plannen en besluiten, van de gemeente Westervoort, binnen het plangebied, aan in die zin dat:
a. De regel, gelegen in artikel 5.1 en het begrip 'erkende archeologische partij' uit dit plan een aanvulling vormt op de geldende regels voor zover deze betrekking hebben op archeologie, waarde-archeologie en archeologische dubbelbestemmingen en de daarbij opgenomen regels ten aanzien van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, en/of werkzaamheden;
b. De regels en begrippen met betrekking tot archeologie van de vigerende plannen en besluiten, ongewijzigd blijven en onverminderd van kracht blijven bij de toepassing daarvan.
Indien de regels van een bestemmingsplan een bouwwerk of gebruik niet toestaan, dan kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de desbetreffende regels van dat bestemmingsplan in de hierna genoemde gevallen in artikel 4.2 tot en met artikel 4.10, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ten behoeve van een bijbehorend bouwwerk bij een woning, binnen de bebouwde kom, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- 60 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 250 m²;
- 75 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte van 250 tot en met
500 m²
- 135 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m²
Indien geen bouwvlak is aangegeven op de verbeelding, wordt met een bouwvlak gelijkgesteld de oorspronkelijke woning;
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ten behoeve van een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan buiten de bebouwde kom, indien deze betrekking hebben op:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ten behoeve van gebouwen ten behoeve van een nutsvoorziening, de waterhuishouding, het meten van de luchtkwaliteit, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het weg- spoorweg, water-, of luchtverkeer, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ten behoeve van een zonnepaneleninstallatie buiten de bebouwde kom, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ten behoeve van een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding, mits deze voldoen aan de redelijke eisen van welstand naar het oordeel van de welstandcommissie. Hierbij rekening houdend met eerdere precedenten op naburige gebouwen.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken voor een antenne-installatie ten behoeve van telecombedrijven, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ten behoeve van een bedrijf aan huis, zoals bedoeld in Bijlage 1 van dit plan, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ten behoeve van een webwinkel, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken ten behoeve van een tijdelijke woonvoorziening voor ten hoogste twee jaar, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
i. niet hoger dan 3,5 meter;
ii. niet meer dan 100 m²;
iii. deze niet is gelegen voor de voorgevel van de te (ver)bouwen woning, tenzij het perceel is gelegen buiten de bebouwde kom en het niet mogelijk is om de unit elders op het perceel te plaatsen;
iv. zes weken nadat sub e van dit artikel van toepassing is dient de stacaravan of woonunit(s) verwijderd te zijn;
v. het gebouw dient te voldoen aan de gebruiksfunctie 'woonfunctie-woonwagen' zoals genoemd in het Bouwbesluit;
vi. na het plaatsen van de unit, moet er op het perceel nog voldoende ruimte zijn voor het opslaan van bouwmaterialen op eigen terrein. We geven geen toestemming om daarvoor de openbare weg te gebruiken.
i. zes weken nadat sub e van toepassing is, mag de inrichting van het bestaand gebouw niet meer als een zelfstandige wooneenheid functioneren;
ii. sub f is niet van toepassing bij het gebruik van bestaande bijgebouwen;
iii. het gebouw dient te voldoen aan de gebruiksfunctie 'wonen' zoals benoemd in het Bouwbesluit.
Het verbod om zonder de benodigde omgevingsvergunning een werk, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke worden uitgevoerd in het kader van archeologisch (voor)onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een erkende archeologische partij.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Lid 7.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 7.3, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 7.3, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 7.3 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Parapluplan archeologie en afwijkingsregels Westervoort Westervoort.