direct naar inhoud van Ruimtelijke Onderbouwing
Plan: Sunflower
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.FoodinnovBronlnd-PJB2

Ruimtelijke Onderbouwing

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Initiatiefnemer heeft het voornemen om haar R&D-werkzaamheden onder te brengen in een nieuw, duurzaam Innovation Center in de directe omgeving van andere R&D-bedrijven op het terrein van de Wageningen Universiteit (WUR). Het gebouw omvat naast de entree, kantoren, laboratoria, keukens, een 'testfabriek', opslagruimten en een Experience center.Op eigen terrein worden daarnaast 77 parkeerplaatsen gerealiseerd en worden 50 parkeerplaatsen langdurig gehuurd in de parkeergarage van Unilever (Bronland 14). De nieuwbouw biedt plaats aan circa 160 medewerkers.

Deze voorgenomen ontwikkeling is strijdig met het vigerend bestemmingsplan. De gemeente Wageningen kan op basis van artikel 2.10 lid 1 onder c en lid 2.12 lid 1 onder a, sub 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikel 4 lid 9 van bijlage 2 bij het Besluit omgevingsrecht (Bor) de aangevraagde omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het vigerende bestemmingsplan.

Het voorliggende document vormt daarvoor de benodigde ruimtelijke onderbouwing.

1.2 Ligging projectgebied

Het projectgebied bevindt zich aan de zuidrand van de campus, op een bedrijvenstrook met een gemengde bestemming, de zogenaamde Business Strip Wageningen Campus. Op de Business Strip is zowel wetenschappelijk onderwijs en onderzoek mogelijk als ook de uitoefening van kennisintensieve (high tech) bedrijvigheid. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door het Bronland. De oostzijde van het plangebied wordt begrensd door het bestaande gebouw van FrieslandCampina, en aan de zuidzijde bevindt zich het parkeerterrein behorende bij het gebouw van FrieslandCampina.

De westzijde van het plangebied wordt begrensd door de ontsluitingsweg de Plantage.

afbeelding "i_NL.IMRO.0289.FoodinnovBronlnd-PJB2_0001.png"

Ligging projectgebied (roze stippellijn)

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Voor het projectgebied vigeert een drietal bestemmingsplannen:

  • Bestemmingsplan "De Goor, eerste fase", vastgesteld door de gemeenteraad op 27 juni 2011.
  • Bestemmingsplan "Geluidruimteverdeling Wageningen Campus e.o.", vastgesteld door de gemeenteraad op 27 oktober 2014.
  • Bestemmingsplan Kamergewijze verhuur, update, vastgesteld door de gemeenteraad op 15 juli 2015).

afbeelding "i_NL.IMRO.0289.FoodinnovBronlnd-PJB2_0002.png"

Uitsnede vigerend bestemmingsplan De Goor, eerste fase

Bestemmingsplan "De Goor, eerste fase"

In het bestemmingsplan "De Goor, eerste fase" is het betreffende grondgebied bestemd als 'Gemengd'. Deze gronden zijn bestemd voor:

  • kennisintensieve bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten;
  • onderwijs en onderzoek;
  • nutsvoorzieningen;
  • gebouwde parkeervoorzieningen.

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:

  • gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • het bruto vloeroppervlak bedraagt maximaal 23.000 m2;
  • het bebouwingspercentage bedraagt per bouwvlak maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage (in dit geval 80%);
  • ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' bedraagt de bouwhoogte maximaal de aangegeven bouwhoogte (in dit geval 22 meter);
  • de voorgevel dient in de rooilijn te worden gebouwd.

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 onder a (kennisintensieve bedrijven) en kan de vestiging van kennisintensieve bedrijven worden toegestaan, die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met kennisintensieve bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten.

In de algemene afwijkingsregels is nog opgenomen dat met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • de in de bestemmingsregels genoemde maten, afmetingen en percentages tot maximaal 10% van die maten, afmetingen en percentages.
  • de bestemmingsregels ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en worden toestaan, dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen wordt vergroot mits:
    • 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
    • 2. de bouwhoogte wordt verhoogd met maximaal 25% van de maximaal voorgeschreven bouwhoogte.

Bestemmingsplan "Geluidruimteverdeling Wageningen Campus e.o."

In het bestemmingsplan "Geluidruimteverdeling Wageningen Campus e.o." heeft het betreffende grondgebied de gebiedsaanduiding 'milieuzone'.

Op de met 'milieuzone - geluidsruimteverdeling Wageningen Campus e.o.' aangeduide gronden geldt dat voor die gronden, naast de andere aangewezen bestemming(en) - de regeling ter verdeling en bescherming van de geluidsruimte geldt, zoals is aangegeven op de bij deze regels behorende Geluidverkavelingskaart.

Specifieke Gebruiksregels:

  • het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geluidsruimteverdeling Wageningen Campus eo' mag niet in die zin worden gewijzigd, dat de geluidsruimte wordt vergroot.
  • onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan, het gebruik van de gronden dat een grotere geluidsruimte tot gevolg heeft dan overeenkomend met de geluidsruimte zoals aangegeven op de Geluidruimteverkaveling.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de geluidruimteverdeling te wijzigen, indien de bedrijfseconomische noodzaak een efficiëntere geluidruimteverdeling noodzakelijk maakt dan wel daartoe als gevolg van wijzigingen in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.

Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de bevoegdheid indien uit akoestisch onderzoek is gebleken dat:

  • toepassing is gegeven aan de mogelijkheden om de te gebruiken geluidsruimte zo klein mogelijk te houden, waarbij in ieder geval voldaan is aan de mogelijkheden op grond van toepassing van de beste beschikbare technieken;
  • door het toestaan van een grotere geluidsruimte de maximaal toegestane geluidsbelasting op de te beschermen omgeving en op objecten in het plangebied niet wordt overschreden;
  • door het toestaan van een grotere geluidsruimte de maximaal toegestane geluidsbelasting op de te beoordelen gevels van woningen van 55 dB(A) of voor zover anders bepaald in Bijlage 1 Geluidruimteverkaveling, niet wordt overschreden;
  • voor de bestrijding van geluidshinder de voorkeursvolgorde uit de Wet geluidshinder zijnde bron-overdracht-ontvanger is toegepast;
  • voldaan wordt aan het gemeentelijk beleid met betrekking tot geluid.

De voorgenomen ontwikkeling past niet binnen de regels van voornoemde bestemmingen en is daardoor strijdig met het bestemmingsplan. Voor de afwijkingen wordt verwezen naar paragraaf 4.1.

Hoofdstuk 2 Projectbeschrijving

2.1 Huidige situatie

Momenteel is het terrein in gebruik als semi-verhard parkeerterrein voor medewerkers van WUR. Binnen afzienbare tijd wordt de parkeergarage onder het gebouw van Unilever (Bronland 14) ook beschikbaar gesteld voor WUR medewerkers. Dan komt de huidige parkeerfunctie te vervallen en zal het terrein gebruikt worden als tijdelijke bouwplaats voor diverse bouwactiviteiten op Wageningen Campus.

Het terrein blijft in tijdelijk gebruik van het WUR tot de overdracht aan de initiatiefnemer.

2.2 Planbeschrijving

Bouwplan

Het nieuwe Innovation Center biedt plaats aan circa 160 werknemers en omvat naast de entree, kantoren, laboratoria, keukens, een 'testfabriek', opslagruimten en een Experience center.

Het gebouw is onder te verdelen in blok A en blok B met daaronder een halfverdiepte parkeerlaag. Blok A is gesitueerd aan de noordgrens van het plangebied en wordt gescheiden van de Bronland door een parkeerplaats. Het bouwdeel benut de complete breedte van het plangebied. Blok A bestaat uit 5 verdiepingen en heeft een bouwhoogte van 22 meter. Op het dak van blok A komt een technische ruimte van maximaal 4,5 meter voor de plaatsing van onder meer luchtbehandelingskasten. De totale hoogte van blok A komt daarmee op 26,5 meter. Blok B, bedoeld voor een 'testfabriek', is gelegen aan de achterzijde van blok A, en neemt het complete projectgebied aan de zuidzijde van blok A in beslag. Blok B heeft een hoogte van 10 meter. Blok B bestaat uit 1 verdieping van 8 meter hoog.

afbeelding "i_NL.IMRO.0289.FoodinnovBronlnd-PJB2_0003.png"

Impressie bouwplan

Het totaal bruto bedrijfsvloeroppervlak van de blokken A en B komt op 7.783 m2, bestaande uit: 701 m2 voor entree en experience center, 773 m2 voor keukenruimten, 1.214 m2 voor de testfabriek, 731 m2 voor laboratoria, 1.918 m2 voor kantoorruimten, 1.032 m2 voor opslag en logistiek, 660 m2 voor voorzieningen en 654 m2 als groeiruimte. Dit is exclusief de parkeerlaag, de installatieruimte op blok B, de technische ruimte op blok A en het beloopbare plafond in de testfabriek (blok B).

De totale bouwoppervlakte van het Innovation Center bedraagt 2.405 m2.

De totale oppervlakte van het bouwvlak conform bestemmingsplan "De Goor" bedraagt 19.625 m2. Hiervan is reeds 7.410 m2 bebouwd door FrieslandCampina (Bronland 20). Wanneer het oppervlak van het Innovation Center hierbij wordt opgeteld, komt dit op een totaal bebouwd oppervlak van 9.815 m2. Dit komt neer op een bebouwingspercentage van 50%.

Parkeren

Op het eigen terrein worden 86 parkeerplaatsen gerealiseerd. Hiervoor wordt onder de gebouwdelen A en B een halfverdiepte parkeergarage gebouwd met capaciteit voor 66 motorvoertuigen. Daarnaast worden aan de voorzijde van het gebouw, direct aan het Bronland, nog 11 parkeerplaatsen

gerealiseerd en worden er 50 parkeerplaatsen langdurig gehuurd bij Unilever.

afbeelding "i_NL.IMRO.0289.FoodinnovBronlnd-PJB2_0004.png"

Impressie parkeren

2.3 Beeldkwaliteitsplan

De gemeenteraad van Wageningen heeft op 27 oktober 2014 het beeldkwaliteitsplan Business Strip Wageningen Campus vastgesteld. Dit beeldkwaliteitsplan bevat de architectonische en stedenbouwkundige kaders voor de realisatie van bebouwing op de Business Strip op het terrein Wageningen Campus. Dit beeldkwaliteitsplan is als onderdeel van de Welstandsnota het toetsingskader voor de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit voor toetsing van bouwplannen ten aanzien van welstandsaspecten. Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt de commissie meestal om advies gevraagd en toetst de commissie de aanvragen aan de Welstandsnota.

De Business Strip ligt aan de zuidelijke rand van de Campus, tussen het Bronland, de Bornsesteeg, de Mansholtlaan en sportcentrum 'de Bongerd'. De Business Strip is onderverdeeld in vier zogenaamde kwadranten. Aan de oostzijde, kwadrant 4, zijn studentenwoningen gerealiseerd. Deze studentenwoningen dragen bij aan de levendigheid van de Campus. In kwadrant 3 zijn een incubator, technologische hal en een bedrijfsverzamelgebouw gerealiseerd. Er is hier plek voor spin offs van de universiteit en kleinere bedrijven. Kwadrant 2 en een deel van kwadrant 1 zijn bestemd voor kennisintensieve bedrijven. In kwadrant 2 heeft Unilever een vestiging opgericht en in kwadrant 1 is FrieslandCampina gevestigd. Voorgenomen ontwikkeling van het Innovation Center maakt eveneens deel uit van kwadrant 1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0289.FoodinnovBronlnd-PJB2_0005.png"

Ligging Business Strip met kwadranten op het terrein Wageningen Campus

Ieder kwadrant krijgt een eigen herkenbaar karakter. Deze wordt gevormd, door zowel de bebouwing als de terreininrichting. De buitenranden van Wageningen Campus worden gekenmerkt door compacte gebouwen van maximaal 22 m hoog. Het is wenselijk dat de hogere gebouwen zo veel mogelijk aan de buitenranden staan in een rooilijn. Het Innovation Center in kwadrant 1 heeft een toegestane maximale hoogte van 22 meter.

afbeelding "i_NL.IMRO.0289.FoodinnovBronlnd-PJB2_0006.png"

Maximale hoogte per kwadrant

Er is een gemiddelde rooilijn benoemd, een rooilijn 5 m naar het noorden (maximale rooilijn) en een rooilijn 5m naar het zuiden (minimale rooilijn). Van belang is dat indien de maximale rooilijn wordt toegepast, er geen parkeren en wegen meer worden gesitueerd in de tuin ten noorden van de bebouwing. De commissie beoordeeld de rooilijnen per kwadrant.

Het Innovation Center hanteert de gemiddelde rooilijn, tevens bouwvlak van vigerend bestemmingsplan, en wordt daarmee in lijn met Unilever en FrieslandCampina gebouwd. Door de gemiddelde rooilijn te hanteren, is het mogelijk om een deel van het bezoekersparkeren te laten plaatsvinden aan het Bronland. Daarnaast is er een halfverdiepte parkeerlaag voorzien onder het gebouw (ca. 1,20 meter onder maaiveld).

afbeelding "i_NL.IMRO.0289.FoodinnovBronlnd-PJB2_0007.png"

Overzichtskaart met functieaanduiding per kwadrant, bebouwingspercentage en de gemiddelde rooilijn (rood)

Voor kwadrant 1 is vervolgens opgenomen dat minimaal 70% van het gebouw in de rooilijn dient te staan en het uit maximaal 2 bouwvolumes mag bestaan.

Het Innovation Center bestaat uit één bouwvolume en benut de volledige voorgevelrooilijn. Hiermee voldoet het gebouw aan de randvoorwaarden zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan.

Ieder cluster heeft zijn eigen identiteit, per cluster kunnen meerdere gebouwen worden gerealiseerd, maar binnen een familie van materiaal en met vergelijkbare uitstraling. Het Innovation Center volgt vanuit deze benadering de familie van materiaal en uitstraling van het gebouw van FrieslandCampina.

Het beeldkwaliteitsplan geeft aan dat Installaties onderdeel zijn van het bouwvolume, tenzij niet mogelijk wegens wettelijke eisen. Installaties op het dak zijn ofwel niet zichtbaar door de situering op het dak buiten de zichtlijnen ofwel door het doortrekken van de gevel. Losse service-gebouwtjes krijgen een ombouw van strekmetaal in een neutrale kleur passend bij het geheel. De gebouwen zijn zo compact mogelijk en met een minimale footprint.

Op het Innovation Center wordt een technische ruimte geplaatst van maximaal 4,5 meter hoog, waarin de installaties, zoals luchtbehandelingskasten, worden geplaatst.

Door de toevoeging van de technische ruimte voldoet het Innovation Center niet aan de bouwhoogte zoals gesteld in de stedenbouwkundige regels zoals opgenomen in het beeldkwaliteitsplan Business Strip Wageningen Campus. De totale bouwhoogte wordt maximaal 26,5 meter.

Het bouwplan voor het Innovation Center voldoet, op de bouwhoogte na, aan de gestelde regels in het beeldkwaliteitsplan Business Strip Wageningen Campus.

Hoofdstuk 3 Milieu- en omgevingseffecten

3.1 Natuur

Ten behoeve van de onderhavige ontwikkeling is een Quickscan natuurwetgeving uitgevoerd. Zie bijlage Bijlage 1 bij deze ruimtelijke onderbouwing. Daarin zijn de volgende conclusies getrokken.

Gebiedsbescherming

Het projectgebied maakt geen deel uit van het Gelders Natuur Netwerk (GNN) of groene ontwikkelingszone GNN, effecten hierop zijn dan ook uitgesloten. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is de Veluwe, deze bevindt zich op ongeveer twee kilometer van het projectgebied. Omdat het projectgebied niet binnen een Natura 2000-gebied ligt, zijn direct negatieve effecten, bijvoorbeeld door ruimtebeslag, op voorhand uitgesloten. Gezien de afstand tot de Natura 2000-gebieden, zijn effecten als gevolg van verstoring door bijvoorbeeld geluid, eveneens op voorhand uitgesloten. Wel is mogelijk sprake van externe effecten als gevolg van stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden van habitatsoorten door de aanlegwerkzaamheden, maar ook het in gebruik nemen van het te realiseren Innovation center.

Soortbescherming

Door de voorgenomen werkzaamheden vinden mogelijk negatieve effecten plaats op beschermde soorten en worden verbodsbepalingen van de Wnb overtreden. Dit gaat om vogels met en zonder jaarrond beschermd nest, grondgebonden zoogdieren en amfibieën. Door het nemen van mitigerende maatregelen kunnen de overtreden verbodsbepalingen voorkomen worden. Deze worden hieronder kort samengevat.

Ten tijde van het veldbezoek zijn geen natuurlijke nesten aangetroffen van beschermde vogelsoorten of de eekhoorn. De te nemen maatregelen zijn als volgt:

  • Kap of maak de aanwezige bomen zo snel mogelijk ongeschikt door bijvoorbeeld de zijtakken te snoeien of de kruin weg te namen (buiten het broedseizoen).
  • Snoeien/maai de aanwezige vegetatie kort en hou deze kort totdat de werkzaamheden plaats gaan vinden.
  • Controleer de nestkasten op aanwezigheid van broedvogels, doe dit buiten het broedseizoen om verstoring te voorkomen. Bij afwezigheid verwijder de kasten. Bij aanwezigheid van broedvogels schakel een ecoloog in voor de te nemen vervolgstappen.
  • Werk buiten de overwinteringsperiode van de poelkikker.


Voor de voorgenomen ingreep is geen ontheffing noodzakelijk mits rekening wordt gehouden met voornoemde mitigerende maatregelen.

Conclusie

Het aspect natuur verzet zich niet tegen de voorgenomen ontwikkeling.

3.2 Water

Om het Innovation Center te realiseren, dient de watertoets doorlopen te worden. In de waterparagraaf wordt ingegaan op de waterhuishoudkundige aspecten van het betreffende projectgebied. Voor de ontwikkeling van de Wageningen Campus op de Born in Wageningen is in 2013 een waterparagraaf opgesteld. Omdat een gedeelte uit dit stuk nog actueel is en van toepassing, wordt voor de algemene gebiedsbeschrijvingen of reeds uitgevoerde onderdelen van het plan verwezen naar de Watertoets 2013. Voor de realisatie van het Innovation Center is een oplegnotitie bij de Watertoets 2013 gemaakt. Deze oplegnotitie geldt voor één kavel en is opgenomen in Bijlage 2. Hierin is ook de belangrijkste wijziging ten opzichte van 2013 opgenomen: het beleid van het waterschap ten aanzien afvoer en berging is gewijzigd.

Bergingsopgave

Een belangrijk onderdeel van het watersysteem is de bergingsopgave die op basis van de bergingseis in de Keur van waterschap Vallei en Veluwe is vastgelegd. Voor het totale campusgebied is de bergingsopgave in 2013 doorgerekend en vertaald naar een peilstijging in het oppervlaktewater. De in 2013 gehanteerde norm is dat de peilstijging bij een T=100 maximaal 1 meter mag stijgen. Het watersysteem voldoet ruimschoots aan deze eis .

Door de herziening van het bestemmingsplan geldt voor de realisatie van het Innovation Center de nieuwe keur met strengere eisen. Voor een T100+10% geldt:

  • Eis 2013: 93 mm in 48 uur;
  • Eis 2020: 87 mm in 24 uur.

Om het verschil te bepalen tussen de opgave uit 2013 en de actuele opgave is voor het plangebied met een oppervlak van 3.540 m² de toename berekend, waarbij is uitgegaan van 90% verharding.

Op basis van de nieuwe eisen is de bergingopgave met 62 m³ toegenomen. Als dit vertaald wordt naar waterdiepte betekend dit een stijging van 0,01 meter bij de toetsnorm (T=100+10% lang). In het watersysteem is ruim voldoende waking (0,49 m) aanwezig om deze peilstijging op te vangen, zonder daarbij de norm van maximaal 1 meter peilstijging te overschrijden.

Afvoer hemelwater

In de Watertoets 2013 is beschreven dat het water van de ontwikkeling aan de zuidzijde in de sloot langs de Plantage wordt vastgehouden en vertraagd afgevoerd. Dit watersysteem is aangelegd en water wordt vastgehouden. Het water van de ontwikkeling kan direct worden afgevoerd op deze watergang.

Vuilwater

In de vuilwaterafvoerleiding vanuit keuken en laboratoria wordt een meetput geplaatst om de het afvoerwater te bemonsteren. Hiermee wordt de kwaliteit van het water gecontroleerd en bewaakt en kan de kwaliteit worden aangetoond aan het waterschap.

Conclusie en aanbevelingen

Door de aangescherpte bergingseisen van het waterschap is een aanvullende bergingsopgave van toepassing ten opzichte van de in 2013 opgestelde waterparagraaf. Het watersysteem heeft ruim voldoende overcapaciteit om deze toename op te vangen.

Het water van de ontwikkeling kan daarmee direct op de sloot aan de zuidzijde van het terrein worden geloosd zoals beschreven in de watertoets uit 2013.

3.3 Verkeer

Het ontwikkelen van een bestaande of nieuwe locatie vraagt naast een goede ruimtelijke afweging over functie, vormgeving en inpassing, ook om het in beeld brengen van de verkeerseffecten. Bij een nieuw bestemmingsplan, een bestemmingsplanwijziging of een omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, wordt gesteld dat de effecten van de ontwikkeling voor verkeer goed moeten worden onderbouwd. De onderbouwing van de verkeersaspecten speelt mee bij de beoordeling van het plan. Hierbinnen ligt nadruk op de effecten van de ontwikkeling op de verkeersafwikkeling en parkeren (bereikbaarheid), de verkeersveiligheid en de verkeershinder (leefbaarheid).

In de verkeerstoets, zie Bijlage 3, worden de effecten onderzocht van de realisatie van het Innovation Center in de directe omgeving van R&D-bedrijven op de campus van Wageningen University & Research (WUR).

Verkeersstructuur

Het projectgebied ligt op de campus van de WUR. De campus ligt binnen de bebouwde kom van Wageningen en er geldt een maximumsnelheid van 30 km/u (zone). Over de campus loopt van oost naar west een busbaan, de HOV-as. Hier geldt een maximumsnelheid van 50 km/u.

Voor gemotoriseerd verkeer zijn er twee toegangswegen tot de campus: via de Mansholtlaan (N781) en via de Bornsesteeg. Voor het Innovation Center ligt de route via de Mansholtlaan het meest voor de hand. De route over de campus naar het Innovation Center loopt via de Droevendaalsesteeg en de Hoge Steeg. De Droevendaalsesteeg is voorzien van klinkerverharding. De weg vormt de centrale toegangsweg tot de campus en is om die reden voorzien van vrijliggende fiets- en voetpaden. De Hoge Steeg geeft toegang tot het zuidelijke deel van de campus. De weg kruist op 3 plekken routes voor fietsverkeer; het fietsverkeer heeft op deze plekken voorrang op het autoverkeer. De Hoge Steeg kruist vervolgens de busbaan, waarbij verkeer op de Hoge Steeg voorrang moet verlenen aan verkeer op de busbaan.

Verkeersgeneratie en verkeersintensiteiten

Het Innovation Center genereert bijna 500 mvt/etmaal.

In verband met de ontwikkelingen op het campusterrein, wordt op verzoek van de gemeente, een groeipercentage van 2% per jaar gehanteerd om de verkeersintensiteiten te bepalen. Hiermee worden de verkeersintensiteiten van het toekomstjaar 2032 - 10 jaar na de ingebruikname van het gebouw - berekend.

Uit het verkeersonderzoek komt naar voren dat er in de huidige situatie bijna 5.000 motorvoertuigen (mvt) per etmaal rijden op de Droevendaalsesteeg tussen de rotonde Mansholtlaan en de Hoge Steeg. De verdeling tussen ingaand en uitgaand verkeer is ongeveer gelijk (circa 2.400 mvt per richting). Deze intensiteit kan op een erftoegangsweg goed worden afgewikkeld. Opvallend is dat de ochtendspits behoorlijk druk is; de middagspits is meer gespreid.

De intensiteiten laten zien dat de capaciteit van de enkelstrookrotonde Mansholtlaan/ Droevendaalsesteeg in de huidige situatie tijdens de spitsuren al bereikt wordt. In de autonome situatie nemen de intensiteiten met een groei van 2% per jaar toe. Dit betekent voor de rotonde een toename van 32%, waarmee de rotonde in 2032 onvoldoende capaciteit heeft om het verkeer af te wikkelen. Het Innovation Center voegt een groei van ongeveer 1% toe aan de totale hoeveelheid verkeer op de rotonde.

Onderzoek naar het bereikbaarheidsprobleem zal resulteren in maatregelen om de doorstroming op korte en lange termijn te verbeteren. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om de bereikbaarheid van de campus en de nieuwe ontwikkeling van het Innovation Center te waarborgen. Provincie Gelderland is in samenwerking met gemeente Wageningen bezig met het ontwikkelen van een oplossing: een nieuwe route om de campus heen, of het opwaarderen van de bestaande route. In afwachting van de besluitvorming en uitvoering van het project Beter Bereikbaar Wageningen, wordt in februari 2020 een besluit genomen over een aantal korte termijn maatregelen die de verkeersdruk moeten verlichten.

Parkeren

Voor het bepalen van de parkeereis van het Innovation Center is uitgegaan van de Nota Parkeernormen Wageningen 2015. Op basis van de verschillende functies in het Innovation Center is berekend dat er voor het Innovation Center 153 parkeerplaatsen benodigd zijn om aan de parkeereis van Gemeente Wageningen te voldoen.

Conform deze Nota Parkeernormen mag echter op de campus van de WUR een reductiefactor van 15% worden toegepast voor alle parkeermotieven. Dit betekent dat het totaal aantal benodigde parkeerplaatsen op 130 uitkomt.

Op eigen terrein worden 77 parkeerplaatsen gerealiseerd. Hiervan komen 66 parkeerplaatsen in een halfverdiepte parkeerlaag onder het gebouw en 11 parkeerplaatsen op maaiveld bij de entree van het gebouw.

Dit betekent dat er een tekort is van 53 parkeerplaatsen. Hiervoor worden in overleg met het WUR 50 parkeerplaatsen langdurig gehuurd in de parkeergarage van het naastgelegen Unilever (Bronland 14).

Daarnaast komen er 32 fietsparkeerplaatsen in de parkeerlaag onder het Inovation Center.

Langzaam verkee r

Vanuit Wageningen kunnen fietsers vanaf de Nijenoord Allee via de Bornsesteeg of via sporthal De Bongerd de campus oprijden. Vanuit het noorden lopen er vrijliggende fietspaden langs de Mansholtlaan en de Bornsesteeg naar de campus. De Droevendaalsesteeg heeft een vrijliggend fietspad, maar op de Bronland en de Hoge Steeg is het gemotoriseerd verkeer en het fietsverkeer gemengd. Op deze wegen is aandacht nodig voor de kruisende fietsroutes: deze vallen nu niet voldoende op en dienen attentieverhogend ingericht te worden. De WUR heeft hier al plannen voor.

Hulpdiensten

De campus is voor hulpdiensten bereikbaar via de Bornsesteeg aan de noordzijde, de Droevendaalsesteeg aan de oostzijde en via de busbaan aan de west- en oostzijde van de campus. De gehele campus is daarmee goed bereikbaar voor hulpdiensten.

Overig

Op de campus van de WUR vinden de komende jaren veel ontwikkelingen plaats, zoals de bouw van het 3e Onderwijsgebouw aan de westzijde van de campus, vernieuwing van het kassencomplex aan de noordzijde van de campus en dichterbij de bouw van Plus Ultra II aan Bronland. Een direct raakvlak met de bouw van het Innovation Center is de bouw van het Dialogue Center aan de Hoge Steeg tegenover FrieslandCampina op de hoek van de busbaan met de Mansholtlaan.

Om gedurende de looptijd van deze en andere bouwprojecten de verkeersveiligheid van zowel het gemotoriseerd verkeer als het vele langzaam verkeer te waarborgen, is het noodzakelijk om de bouwwerkzaamheden van het Innovation Center goed af te stemmen met de bereikbaarheidscoördinator van de WUR.

Conclusie

Het Innovation Center genereert circa 460 ritten per etmaal. De wegen op de campus kunnen dit verkeer goed verwerken. De rotonde Mansholtlaan/Droevendaalsesteeg zit echter in de huidige situatie al aan zijn capaciteit. In de komende jaren zal de verkeersdruk op de rotonde en de wegen naar de campus van de WUR groeien. Provincie Gelderland is in samenwerking met gemeente Wageningen bezig met het ontwikkelen van een oplossing: een nieuwe route om de campus heen, of het opwaarderen van de bestaande route. In afwachting van de besluitvorming en uitvoering van het project Beter Bereikbaar Wageningen, wordt in februari 2020 een besluit genomen over een aantal korte termijn maatregelen die de verkeersdruk moeten verlichten.

Er zijn 130 parkeerplaatsen benodigd bij het Innovation Center om aan de parkeereis van Gemeente Wageningen te voldoen. Er is momenteel een tekort van 53 parkeerplaatsen op eigen terrein. Hiervoor worden in overleg met het WUR 50 parkeerplaatsen langdurig gehuurd in de parkeergarage van het naastgelegen Unilever (Bronland 14).

3.4 Bodem

Uit de resultaten van het vooronderzoek (historisch bodemonderzoek) blijkt dat ter plaatse van de onderzoekslocatie geen informatie bekend is met betrekking tot bodembedreigende activiteiten ter plaatse van de onderzoekslocatie, maar dat in de directe omgeving wel sprake is van opslag van bestrijdingsmiddelen en een laboratorium. Daarnaast heeft ter plaatse van een (klein) gedeelte van de onderzoekslocatie een kas gestaan, wat kan duiden op gebruik van bestrijdingsmiddelen.

Uit de uitgevoerde onderzoeken blijkt dat er in het verleden ter plaatse en rondom de onderzoekslocatie bijmengingen met puin en baksteen met name in de bovengrond voorkomen. Er zijn destijds geen tot slechts licht verhoogde gehalten aangetoond. Bijmengingen met puin maken de grond verdacht op verhoogde gehalten aan zware metalen, PAK en/of asbest.

Op basis van de bevindingen is de onderzoekslocatie verdacht op het voorkomen van verhoogde gehalten aan zware metalen, PAK, bestrijdingsmiddelen (OCB's) en mogelijk ook met asbest.

Naar aanleiding van het vooronderzoek is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. De veldwerkzamheden zijn reeds uitgevoerd. De rapportage is opgenomen als Bijlage 4 bij deze ruimtelijke onderbouwing.

3.5 Geluid

Voor het project is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de te verwachten geluidemissie van de inrichting naar haar directe omgeving, dat is opgenomen als Bijlage 5 bij deze ruimtelijke onderbouwing.

De berekeningen zijn uitgevoerd conform de rekenvoorschriften uit de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai, versie 1999 (HMRI99".

De omgevingsvergunning van onderhavig plan loopt vooruit op het nog vast te stellen geluidplan van de gemeente. Voor het plan heeft derhalve een afzonderlijke toets van de geluidbelasting ter plaatse van nabij gelegen geluidgevoelige bestemmingen plaatsgevonden. Hierbij is aansluiting gezocht met de "Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, versie 1998".

Bij het akoestisch onderzoek is rekening gehouden met navolgende uitgangspunten ten aanzien van de bronvermogens van de geluidbronnen van de nieuwe inrichting:

  • Het bronvermogen van de nieuwe gevelroosters, horende bij de inpandig opgestelde luchtbehandelingskasten, mag niet meer bedragen dan LW <= 70 dB(A) per stuk; in totaal 5 stuks.
  • Het bronvermogen van de luchtafblaas-units, horende bij de inpandig opgestelde luchtbehandelingskasten, mag niet meer bedragen dan LW <= 72 dB(A) per stuk; in totaal 5 stuks.
  • Het bronvermogen van de nieuwe koelmachine voor de koeling van lucht in de luchtbehandelingskasten mag niet meer bedragen dan LW <= 78 dB(A).
  • De bronvermogens van de nieuwe koelmachines van de votator en ijswaterinstallaties mogen niet meer bedragen dan op de huidige locatie; dat wil zeggen een bronvermogen van de koelmachines van de votator LW <= 72 dB(A) en van de koelmachine van de ijswaterinstallatie LW <= 79 dB(A).
  • Geluidniveau in de pilothal en de technische ruimten niet meer dan 75 dB(A) en een geïsoleerde dak- en gevelconstructie als beschreven.

Conclusie

Uit de rekenresultaten blijkt dat het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) ter plaatste van de dichtst bijgelegen geluidgevoelige bestemming (Orion gebouw) ten hoogste 33 dB(A), 30 dB(A) en 30 dB(A) gedurende respectievelijk de dag- avond- en nachtperiode bedraagt. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de gehanteerde norm.

Geconcludeerd kan worden dat het aspect geluid geen belemmering vormt voor de verdere planontwikkeling.

Hoofdstuk 4 Ruimtelijke aanvaardbaarheid

4.1 Afwijkingen project

Bestemmingsplan De Goor, eerste fase.

Het voornemen is op de volgende punten in strijd met het vigerend bestemmingsplan "De Goor, eerste fase".

Bouwmogelijkheden

Voor het projectgebied geldt op basis van het vigerend bestemmingsplan een maximale bouwhoogte van 22 meter. Het onderhavige bouwplan voorziet in twee bouwblokken. Blok A heeft een hoogte van 22 meter, blok B heeft een hoogte van 10 meter. Op blok A komt ook een technische ruimte met een hoogte van maximaal van 4,50 meter. De totale hoogte van blok A komt daarmee op 26,5 meter.

Daarnaast geldt een maximaal bruto vloeroppervlak van 23.000 m2. FrieslandCampina heeft volgens de gebruiksmelding 19.850m2 in gebruik. Dit betekent dat er voor het Innovation Center nog 3.150 m2 bvo beschikbaar zou zijn. Het Innovation Center krijgt een bruto vloeroppervlak van 7.783 m2, waardoor het maximaal bruto vloeroppervlak conform het vigerend bestemmingsplan met 4.633 m2 wordt overschreden.

Bestemmingsplan Geluidruimteverdeling Wageningen Campus e.o.

Het voornemen is in strijd met het vigerend bestemmingsplan "Geluidruimteverdeling Wageningen Campus e.o.".

Het plangebied is gesitueerd op kavel 01 van de Geluidverkavelingskaart waar een bronvermogen (Lw) per kavel per m2 in dB(A) is toegekend. Hierbij geldt een bronvermogen (Lw) van 53 dB(A) gedurende de dag. 's Avonds geldt een bronvermogen van 45 dB(A) en 's nachts van 42 dB(A).

Deze geluidruimte van het betreffende kavel wordt in zijn geheel opgesoupeerd door FrieslandCampina waardoor er nu geen nieuwe activiteiten met een relevante geluidemissie op het kavel verder ontplooid kunnen worden.

4.2 Ruimtelijke aanvaardbaarheid

De impact van het voornemen kan als volgt worden samengevat:

  • het verhogen van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 4,50 meter.
  • het toenemen van het maximaal bruto vloeroppervlak met maximaal 4.633 m2 bvo.
  • het verruimen van de geluidruimte met 3 dB(A)/m2 bovenop de vigerende kavelwaarde.

De bouwhoogte van het Innovation Center zal inclusief de dakopbouw van 4,5 meter uitkomen op een hoogte van 26,5 meter. Dit is een overschrijding van 4,50 meter ten opzichte van de maximaal toegestane bouwhoogte.

De technische ruimte wordt zodanig gesitueerd dat deze voldoet aan de regels zoals gesteld in het beeldkwaliteitsplan. Het bouwplan voor het Innovation Center is nog niet definitief, maar bij het ontwerp wordt rekening gehouden met het beeldkwaliteitsplan en wordt de technische ruimte buiten de zichtlijnen gesitueerd ofwel de gevel wordt doorgetrokken.

Het toegestane, maximale bruto vloeroppervlak wordt met 4.633 m2 overschreden. Deze overschrijding zorgt echter niet voor een overschrijding van het maximaal toegestane bebouwingspercentage van 80% voor dit bouwvlak. Door de toevoeging van het Innovation Center komt het bebouwingspercentage namelijk op 50%. Het bouwvolume is passend binnen het beeldkwaliteitsplan en voegt zich door materialisatie en kleurstelling in zijn omgeving.

Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuw bestemmingsplan voor de geluidsruimteverdeling. Het ontwerp bestemmingsplan wordt in maart-april 2020 ter visie gelegd. Hierin is voor de betreffende kavel 01 een extra geluidruimte van 3 dB(A)/m2 bovenop de vigerende kavelwaarde gereserveerd. Dit leidt tot een toegelaten geluidemissie per m2 van 56 dB(A), 48 dB(A) en 45 dB(A) voor kavel 01 in respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode.
Uit de rekenresultaten blijkt dat de geluidemissie van Sunflower binnen de nieuw beschikbaar gestelde geluidruimte blijft wanneer rekening wordt gehouden met het maximaal toelaatbaar bronvermogen van navolgende geluidbronnen:

  • Het bronvermogen van de nieuwe gevelroosters, horende bij de inpandig opgestelde luchtbehandelingskasten, mag niet meer bedragen dan LW <= 70 dB(A) per stuk; in totaal 5 stuks.
  • Het bronvermogen van de luchtafblaas-units, horende bij de inpandig opgestelde luchtbehandelingskasten, mag niet meer bedragen dan LW <= 72 dB(A) per stuk; in totaal 5 stuks.
  • Het bronvermogen van de nieuwe koelmachine voor de koeling van lucht in de luchtbehandelingskasten mag niet meer bedragen dan LW <= 78 dB(A)
  • De bronvermogens van de nieuwe koelmachines van de votator en ijswaterinstallaties mogen niet meer bedragen dan op de huidige locatie; dat wil zeggen een bronvermogen van de koelmachines van de votator LW <= 72 dB(A) en van de koelmachine van de ijswaterinstallatie LW <= 79 dB(A).
  • Geluidniveau in de pilothal en de technische ruimten niet meer dan 75 dB(A) en een geïsoleerde dak- en gevelconstructie als beschreven.

Hiermee wordt in het verdere ontwerp van het Innovation Center rekening gehouden.

De realisatie van het Innovation Center op deze locatie past tevens binnen de Foodvalley Ambitie 2020. Deze ambitie is om de Regio FoodValley te ontwikkelen tot hét agrofoodcentrum van Europa, de internationale topregio voor kennis en innovaties op gebied van gezonde en duurzame voeding. De Regio FoodValley is een bestuurlijke samenwerking tussen de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Rhenen, Renswoude, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen. WUR is het kloppende kennishart.

Daarnaast is reeds in het Beeldkwaliteitsplan 'Business Strip Wageningen Campus' (27 oktober 2014) ruimte gehouden voor kennis-intensieve bedrijvigheid op de projectlocatie.

Een nieuw en toekomstbestendig Innovation Center in de Wageningen Food Valley sluit ook aan bij de ambities van de initiatiefnemer. Het projectgebied heeft goede infrastructurele voorzieningen, een zakelijke omgeving en prettige werkomstandigheden. De nabijheid van de WUR is hierbij onmisbaar.

Gelet op het bovenstaande en gekeken naar de uitkomsten van de milieu- en omgevingseffecten zoals opgenomen in Hoofdstuk 3 luidt de conclusie dat de ontwikkeling van het Innovation Center ruimtelijk aanvaardbaar is.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Wanneer een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro), mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening (Wro) een exploitatieplan te worden opgesteld. Deze eis geldt niet als het kostenverhaal anderszins is verzekerd.

Het onderhavige bouwplan betreft de bouw van een Innovation Center. Dit betekent dat er sprake is van een bouwplan in het kader van de Grondexploitatiewet.

De gemeente zal met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst sluiten, waarin de eventueel te maken kosten zullen worden verrekend. Onderdeel hiervan is in ieder geval een planschadeovereenkomst. De strekking van dergelijke planschadeovereenkomst is dat de door derden geleden schade geheel (of gedeeltelijk) voor rekening komt van de initiatiefnemer, omdat de schade voortvloeit uit het op zijn of haar verzoek ten behoeve van een planontwikkeling wijzigen van het bestemmingsplan of verlenen van een omgevingsvergunning.

Met het sluiten van een anterieure overeenkomst is de financieel-economische uitvoerbaarheid anderszins gewaarborgd.

Er kan derhalve geconstateerd worden dat het project voor de gemeente Wageningen geen financiële consequenties heeft en voor de gemeente budgettair neutraal zal verlopen en dat de uitvoerbaarheid is verzekerd.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De ontwerp omgevingsvergunning heeft conform artikel 3.12 Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ter inzage gelegen.