Plan: | Grotenhuisweg 37, 50 en Zwarte Kolkstraat 51 en 51a in Wilp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20156-VS00 |
Het uitgangspunt op het perceel Grotenhuisweg 37 is het behoud van de bestaande bebouwing. De vrijstaande schuur heeft een karakteristieke waarde. Deze schuur zal gerenoveerd worden en zal gebruikt worden als bijgebouw ten behoeve van de nieuwe woning.
Bij de bestaande woning zal op het erf een nieuw bijgebouw opgericht mogen worden.
Het gehele erf zal landschappelijk worden ingepast. Ook rondom de weide ten oosten van het perceel zal een landschappelijke verbetering plaatsvinden.
Nieuwbouw burgerwoning
De nieuwe woning wordt gesitueerd op het achtererf, met uitzicht naar de west- en zuidzijde. De woning is geschikt voor het huisvesten van twee huishoudens, er zullen twee wooneenheden gerealiseerd worden.
De woning heeft één bouwlaag en een met pannen bedekt zadeldak. Aan de kopgevels is de woning voorzien van een kleine dakoverstek. Het grondvlak heeft op de begane grond een maat van ca. 8.20 x 17.21 m, met een goothoogte van ca. 3.00 m en een nokhoogte van ca. 6.80 m boven maaiveld. De plattelandswoning heeft een inhoud van ongeveer 750 m³. In verband met landschappelijke karakteristieken wordt de nokrichting van de nieuwbouw enigszins verdraaid ten opzichte van de nokrichting van het bestaande hoofdgebouw. De nieuw te bouwen woning richt zich daardoor met de voorgevel naar de achterzijde van het karakteristieke bijgebouw en de Grotenhuisweg. Hierdoor ontstaat een samenhangend ervenensemble en een mooi contrast tussen oud en nieuw. Op deze wijze volgt de nieuw te bouwen woning het verspringende karakter van woningen in het plangebied. De situering van de nieuwbouw op deze plaats is mede bepaald door de beperkingen van de geluidcontouren vanwege het verkeer op de A1.
Figuur 17 - Gevelaanzichten nieuwe woning
Figuur 18 - Plattegrond nieuwe woning
Nieuwbouw bijgebouw
Ten behoeve van het bestaande hoofdgebouw wordt een nieuw bijgebouw opgericht. Dit gebouw zal worden gebruikt als garage/berging. Het bijgebouw heeft een oppervlakte van 100 m², met een goothoogte van 3 meter en een nokhoogte van 6 meter boven maaiveld. Het bijgebouw wordt opgesloten door de bestaande beukenhaag.
Ontsluiting
De toegang tot het erf van beide woningen vindt plaats over de bestaande oprit vanaf de Grotenhuisweg. De bestaande ontsluiting op de erfgrens vanaf de Grotenhuisweg naar het achter het gelegen perceel weiland wordt hierbij in stand gehouden. Het bestaande houten landelijke hekwerk wordt hierbij in stand gehouden. De bestaande verharding van de oprit wordt waar mogelijk gehandhaafd, waar aanpassingen nodig zijn worden deze toegepast met hetzelfde materiaal. Hierdoor wordt de ruimtelijke eenheid van het erf behouden. De nieuwe parkeerplaats wordt uitgevoerd in halfverharding. Deze erfverharding wordt voorzien van een grindtoplaag. Achter de nieuwe woning worden de terrassen gerealiseerd en tevens een pad rond de woning ter ontsluiting aangelegd. Om de eenheid in het materiaalgebruik op het erf te bewaren, wordt voor deze verharding hetzelfde betonmateriaal als bij het hoofdgebouw toegepast.
Beplanting op het erf en landschap
De bomen op het bestaande perceel worden gehandhaafd, ze dragen bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het landschappelijk karakter van het plangebied.
De beukenhagen (Fagus sylvatica) markeren de randen van het erf en vormen de verbindingslijnen tussen de nieuwbouw en bijgebouwen. Naast het nieuwe bijgebouw is een plantvak ingepast, waarachter de parkeerplaatsen zijn gesitueerd. Het parkeren bij de nieuwbouw is daardoor in zekere mate aan het uitzicht onttrokken. Op de erfafscheiding achter de nieuwbouw wordt de erfgrens gedeeld door een losse struiklaag, alleen achter de woning is een kleine stukje beukenhaag in het plan opgenomen. In de nieuwe plantvakken worden enkele kleine bomen (meidoorn) aangeplant. Aan de noordzijde van de nieuwe woning wordt een kleine boomgaard aangeplant. Het assortiment bestaat uit enkele appels, peren en pruimen. Deze vruchtbomen worden gemengd aangeplant. Vanonder de vruchtbomen is er een vrij uitzicht op het open landschaps en de dorsprand.
De aanplant van bomen, hagen en vruchtbomen biedt de bewoners voldoende privacy. De grens van de privé tuin bij de nieuwbouw naar het landschap krijgt een open karakter en wordt gemarkeerd door een eenvoudige afrastering, bestaande uit paaltjes en een draad. De aangepaste moestuin kan gezamenlijk worden gebruikt, bij de nieuwbouw kan eventueel een moestuin naar eigen inzicht worden ingericht.
Figuur 19 - erfinrichtingsschets/beplantingsplan