direct naar inhoud van 2.6 De waarden
Plan: Den Tamboer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20123-VS00

2.6 De waarden

2.6.1 Ecologie

In het kader van de ontwikkeling van het natuurgebied en de woning is door AD.ECO een advies Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet uitgevoerd. Hieronder volgt een verkorte weergave van het betreffende rapport, welke als Bijlage 2 Quickscan natuurwetgeving aan dit bestemmingsplan is toegevoegd.

De natuur in Nederland wordt beschermd vanuit twee invalshoeken: bescherming van gebieden en bescherming van soorten. De gebiedsbescherming is geregeld via de Natuurbeschermingswet (Natura 2000-gebieden en Beschermde Monumenten) en het streekplan (o.a. Ecologische Hoofdstructuur, weidevogel- en ganzenfoerageergebieden). De soortbescherming is geregeld in de Flora- en faunawet.

Gebiedsbescherming

Bij gebiedsbescherming wordt gekeken naar de Natura 2000-gebieden, de Natuurbeschermingswet en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen. In de nabijheid van het plangebied is geen Natura 2000-gebied en/of Vogel- en Habitatrichtlijn gelegen. Het doen van nader onderzoek en aanvragen van een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet is dan ook niet nodig.

Voor Beschermde Natuurmonumenten die buiten de Natura 2000-gebieden liggen, geldt dat handelingen in of rondom deze Beschermde Natuurmonumenten, welke schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de wetenschappelijke betekenis of voor dieren en planten in dat gebied, of die het Beschermde Natuurmonument ontsieren, zijn verboden, tenzij hiervoor een vergunning is verkregen. Binnen een straal van vijf kilometer van het plangebied zijn er geen natuurmonumenten aanwezig. Negatieve effecten zijn hierdoor uitgesloten.

Het plangebied grenst aan de Groote Wetering, die aangewezen is als EHS verbindingszone. Hier wordt in het plan rekening mee gehouden door langs de wetering de zogenaamde stapsteen Winde aan te leggen. Het model stapsteen Winde ziet er als volgt uit:

  • een Winde bestaat uit een watergang zonder barrières waarbij een overstromingsvlakte wordt gecreëerd waarin open water, moeras en waterplanten elkaar afwisselen.

De realisering van het natuurgebied langs de Groote Wetering leidt tot verbetering van deze wetering. Dit omdat er ruimte wordt gecreëerd voor natuur die in het verleden niet aanwezig was.

In de directe omgeving van het plangebied is geen weidevogel- of ganzenfoerageergebied aanwezig. De realisering van het natuurgebied en de woning hebben daar dan ook geen invloed op.

Soortbescherming

Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. In deze wet zijn (nagenoeg) alle van nature in het wild voorkomende amfibieën, zoogdieren en vogels beschermd. Deze beschermde soorten en hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen mogen niet opzettelijk worden verstoord of vernietigd. Indien dit onvermijdelijk is, dient een ontheffing te worden aangevraagd. In principe dienen bij verstoring mitigerende of compenserende maatregelen te worden genomen. Verstoring van nestelende/broedende vogels en vaste rust- en verblijfplaatsen van vogels is niet toegestaan. Daarom dienen verstorende werkzaamheden altijd buiten het broedseizoen te worden uitgevoerd.

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de soorten die in de omgeving van het plangebied verwacht mogen worden. Deze inschatting is gebaseerd op bestaande verspreidingsgegevens en een veldbezoek aan het plangebied.

  • Planten: in het plangebied is een variatie aan planten aangetroffen waaronder Grote Vossenstaart, Engels Raaigras, Ruw- en Veldbeemdgras, Geknikte Vossenstaart, Waterbies en Kruipende Boterbloem met Rode en Witte Klaver. De opgaande gewassen zijn beperkt tot enkele bomen. De bedoeling is om hier houtsingels, meidoornhagen, bomenrijen en bos te planten. Dit maakt het landschap kleinschaliger wat de mogelijkheden voor wilde planten verhoogt. Ook de geplande natte zone zal naar alle waarschijnlijkheid bijdragen aan een positieve omgeving voor wilde planten.
  • Vogels: in het plangebied zijn verschillende soorten vogels waargenomen waaronder Duif, Merel, Kievit, Scholekster, Wilde eend, Meerkoet, Knobbelzwaan, Huismus, Spreeuw en Putter. Omdat de bomen, bosjes en houtwallen in tact blijven zullen de meeste vogelsoorten geen hinder ondervinden van de plannen. Wel worden er enkele schuren afgebroken waarin Merel en Duif nestelen. Maar deze zullen naar alle waarschijnlijkheid gemakkelijk een andere plek vinden. Wel moet er rekening mee gehouden worden dat het broedseizoen duurt van 15 maart tot 15 juli en dat er in die periode geen verstoringen mogen plaatsvinden.
  • Zoogdieren: volgens de zoogdierenatlas zijn er 20 soorten zoogdieren in het gebied waargenomen, waaronder geen beschermde soorten. De Egel, muizensoorten, marterachtigen, Mol, Ree en Haas kunnen incidenteel gestoord worden door de plannen, maar dit zal geen invloed hebben op de stand van de soorten. Na de aanleg van de nieuwe landschapselementen zal het plangebied zelfs aantrekkelijker zijn voor deze zoogdieren.
  • Vleermuizen: de gebruikte vleermuisatlas geeft weer dat er rondom het plangebied zes soorten vleermuizen leven. De Gewone en Ruige dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Laatvlieger, Gewone Grootoorvleermuis en Baardvleermuis. De af te breken schuren zijn niet geschikt voor bewoning door vleermuizen dus hier hoeft geen rekening mee gehouden te worden bij de sloop. Verder zal de aanleg van de beplanting ervoor zorgen dat het foerageergebied voor de meeste vleermuizen verbetert.
  • Reptielen, amfibieën en vissen: in de omgeving van het plangebied zijn Bruine kikker, Bastaardkikker, Gewone pad en Kleine watersalamander waargenomen, wat geen bedreigde soorten zijn. Momenteel is de leefomgeving voor deze amfibieën zeer klein, maar door de aanleg van de poel en de stapsteen Winde zal hun leefgebied verbeteren. De sloten in het plangebied zijn droogvallend en hier is dus geen vispopulatie aanwezig. Ook zijn er geen reptielen aangetroffen in dit gebied, deze worden hier ook niet verwacht omdat de omgeving intensief agrarisch is.
  • Insecten: er zijn geen bedreigde insectensoorten in het plangebied aangetroffen en deze worden er ook niet verwacht. Wel zal het plangebied door de aanpassingen geschikter worden voor insecten.

Conclusie en aanbevelingen

Het plangebied grenst aan de Groote Wetering dat deel uitmaakt van de EHS natuur. Hiermee is bij het ontwerp van het natuurgebied rekening gehouden door de aanleg van een moeraszone, poelen en de stapsteen Winde langs de Groote Wetering. De verwachting is dat deze ingrepen een positieve uitstraling gaan hebben op de aanwezige natuur. Ook van de rest van de geplande veranderingen in het plangebied wordt verwacht dat ze een positieve invloed hebben op de aanwezige flora en fauna. Wel moet er rekening mee gehouden worden dat wanneer de werkzaamheden samen vallen met het broedseizoen er alleen met werken begonnen mag worden wanneer aangetoond is dat er geen vogels broeden die verstoord kunnen worden door de werkzaamheden.

De aanwezige beplanting van het plangebied blijft verder intact zodat aantasting van potentieel leefgebied van vleermuizen, broedvogels, insecten, zoogdieren en amfibieën niet aan de orde is. Het doen van nader onderzoek en het aanvragen van een ontheffing is daarom niet nodig. In de nieuwe situatie biedt het natuurgebied een beter leefgebied voor de diverse soorten.

2.6.2 Archeologie

Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden.

Op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Gelderland worden voorspellingen gedaan over de plek waar zich archeologisch erfgoed in de bodem kan bevinden. Het plangebied maakt onderdeel uit van een gebied met een midden historische geografie waardering.

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een archeologisch waardevol terrein (bron: Archeologische Monumenten Kaart). Ook voor de directe omgeving zijn geen archeologisch waardevolle terreinen bekend.

Een deel van het plangebied wordt in de Bodematlas van de provincie Gelderland aangemerkt als "Historisch bodembestand Gelderland". Het hele plangebied heeft op de cultuurhistorische waarden kaart van de provincie Gelderland de historische geografie-waardering midden.

Naar aanleiding van deze drie kaarten kan geconcludeerd worden dat de trefkans voor archeologie in dit gebied midden tot laag is. Bovendien betreft het hier de bouw van één nieuwe woning met bijgebouw. Een nader archeologisch onderzoek kan daarom achterwege blijven. Niettemin geldt dat wanneer tijdens de grondwerkzaamheden toch archeologische waarden, vondsten en/of sporen worden aangetroffen, direct contact dient te worden opgenomen met het bevoegd gezag.