Bestemmingsplan Zorgvliet

4.10 Water

In overleg met het Waterschap Veluwe zijn voor het realiseren van een landgoed de meest relevante punten benoemd en beschreven. Deze punten hangen samen met drie activiteiten in het plangebied, te weten:

• de introductie van nieuw verhard oppervlak;
• de aanleg van natuur met een poel nabij de waterkering;
• de ontwikkeling van natte natuur langs het Toevoerkanaal.

Per activiteit wordt aangegeven op welke wijze wordt voldaan aan het vigerend waterbeleid en (eventuele) nadelige effecten op de waterhuishouding worden voorkomen.

De introductie van nieuwe verhard oppervlak

In totaal worden drie nieuwe woningen gebouwd. Voor de aan te houden bouwpeilen zijn de heersende grondwaterstanden van belang. Op basis van de Bodemkaart Nederland kan het grondwatersysteem gekarakteriseerd worden als Gt VII. Dit betekent een gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) van circa 80-140 meter beneden maaiveld. Tijdens de veldwerkzaamheden voor het bodemonderzoek zijn geen visuele kenmerken waargenomen die duiden op een bepaalde hoogte van de GHG. De grondwaterstand ten tijde van dit veldwerk bedroeg 160 en 190 cm minus maaiveld.

De grondwaterstanden in het plangebied fluctueren vooral als gevolg van wisselende waterstanden in de IJssel. Hoge grondwaterstanden worden daarbij voor een belangrijk deel afgevlakt door de ontwaterende werking van het Toevoerkanaal, dat aan de zuidzijde van het plangebied is gelegen. Dit, samen met de wat hogere ligging van het plangebied op een oeverwal, maken dat in de huidige situatie geen sprake is van grondwateroverlast. In de nieuwe situatie verandert hier niets aan.

Het hemelwater dat op het nieuwe verhard oppervlak valt, wordt conform de waterkwantiteitstrits 'vasthouden - bergen - afvoeren' en de eisen van het Waterschap Veluwe, in het plangebied gehouden. Het hemelwater wordt niet direct afgevoerd naar bestaand oppervlaktewater. In het plangebied wordt hiertoe ruimte gereserveerd om 36 liter per m2 verharding op te vangen. Van daaruit komt het deels vertraagd tot afvoer richting de nieuwe natuurzone langs het Toevoerkanaal en deels wordt het in het plangebied geïnfiltreerd met behulp van een zaksloot. Overigens verdwijnt met de sloop van een aantal bedrijfsgebouwen ook circa 1.800 m2 verhard oppervlak ten opzichte van de huidige situatie. Voor wat betreft de afvoer van het huishoudelijke afvalwater (DWA) wordt onder vrij verval aangesloten op de bestaande riolering in de directe omgeving van het plangebied.

De aanleg van natuur met een poel nabij de waterkering

Nabij de waterkering (IJsseldijk) is natuur met een poel voorzien. Omdat deze poel nabij de waterkering ligt, heeft het Waterschap Veluwe aangegeven dat voor elke 10 meter vanuit de teen van de waterkering, de diepte van de poel met maximaal 1 meter mag toenemen. Dit betekent dat de poel op een afstand van 10 meter vanuit de teen van de waterkering maximaal 1 meter diep mag zijn ten opzichte van het huidige maaiveld. Op 20 meter vanuit de teen bedraagt de diepte maximaal 2 meter etc. Voorafgaand aan de realisatie is het nodig om een keurontheffing bij het Waterschap Veluwe aan te vragen.

De ontwikkeling van natte natuur langs het Toevoerkanaal

Het Toevoerkanaal is in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) aangewezen als waterlichaam. In dat kader wordt de noordelijke oever van het Toevoerkanaal omgevormd tot een natuurvriendelijke oever. Daarnaast bestaat het voornemen om in de zuidwesthoek, grenzend aan het Toevoerkanaal, een stapsteen voor amfibieën aan te leggen. Het verdere ontwerp en uitvoering van deze herinrichting wordt in samenspraak met het Waterschap Veluwe uitgevoerd. Hierover is reeds contact met het waterschap.