Plan: | Hoek Marktplein-Van Ghentstraat, Twello |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.171021-VS00 |
Bij ruimtelijke ingrepen dient onderbouwd te worden of het voornemen 'redelijkerwijs uitvoerbaar' is. Een inschatting van eventuele belemmeringen op het gebied van natuurbescherming is hieronderdeel van. Al tijdens de planvorming dient daarom inzichtelijk te worden gemaakt of er mogelijk sprake is van effecten waarvoor een ontheffingsplicht geldt en of het aannemelijk is dat deze verkregen zal worden. Door Tauw is daarom de notitie "Natuurtoets Marktplein te Twello" opgesteld in juni 2011 (zie bijlage).
Nader onderzoek
Toetsing van de beoogde ingreep aan door de Flora- en faunawet beschermde natuurwaarden laat zien dat er één soort is waarvoor een negatief effect verwacht wordt. Nader (veld)onderzoek naar de aanwezigheid van verblijfplaatsen van de Gewone dwergvleermuis is daarom nodig.
Achtergrond verbodsbepalingen
De Flora- en faunawet gaat uit van het voorzorgsbeginsel en stelt dat een overtreding van verbodsbepalingen met zekerheid moet kunnen worden uitgesloten. Uitsluitsel is alleen mogelijk op basis van voldoende en actuele gegevens. Wanneer negatieve effecten op soorten mogelijk zijn, en wanneer op basis van het oriënterend veldbezoek of actuele verspreidingsgegevens niet met zekerheid vast te stellen is of een soort aanwezig is, is daarom nader onderzoek naar de aanwezigheid van deze soorten noodzakelijk.
Bij het treffen van voldoende mitigerende maatregelen kan een aantasting van de 'functionele
omgeving' van de verblijfslocaties worden voorkomen en daarmee een overtreding van de
verbodsbepaling van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Bij voldoende mitigerende
maatregelen is een ontheffing niet nodig. Het verdient de aanbeveling het mitigatieplan vooraf te
laten goedkeuren door het Ministerie van EL&I. Dit dient te gebeuren door het indienen van een
ontheffingsaanvraag, waarbij de goedkeuring van de mitigerende maatregelen gegeven wordt in
de vorm van een afwijzing van de ontheffingsaanvraag.
Geconcludeerd wordt dat bij afdoende mitigerende maatregelen geen sprake is van een overtreding van verbodsbepalingen. De noodzaak tot het daadwerkelijk in bezit hebben van een goedgekeurd mitigatieplan of een ontheffing is gekoppeld aan de uitvoeringsfase. De ruimtelijkevergunning- en planprocedures kunnen daarom doorgang vinden.
Vervolg
Voorafgaand aan het ontwikkelen van de locatie wordt daarom een vleermuisonderzoek uitgevoerd. Indien blijkt dat de panden daadwerkelijk een functie verrichten voor vleermuizen, wordt gezorgd voor een vervangende leefomgeving door het treffen van mitigerende en/of compenserende maatregelen, inclusief een ecologisch verantwoorde sloopwijze. Dit alles zal gebeuren onder begeleiding van een ter zake kundig ecoloog.