direct naar inhoud van 3.2 Bestaande situatie
Plan: Luchthaven Teuge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.10102-VS00

3.2 Bestaande situatie

In 1935 is de luchthaven Teuge aangelegd op korte afstand van het huidige dorp Teuge, dat gelegen is binnen de Stedendriehoek Apeldoorn-Deventer-Zutphen. De luchthaven beschikt over een verharde start- en landingsbaan. De verharde baan heeft een lengte van 1.199 m. Daarnaast zijn er ten behoeve van het zweefvliegen, parallel aan deze banen twee lierbanen aanwezig met bijbehorende start- en landingsterreinen. Verder zijn er eveneens parallel aan de twee banen zones in gebruik als oppikplaats voor reclamesleep. Tot slot is op het terrein ten noorden van de luchthaven een gedeelte in gebruik als landingsterrein voor parachutisten.

Naast de verharde landingsbaan is een verharde taxibaan aanwezig. Aansluitend aan deze taxibaan bevindt zich het hoofdplatform waaraan een deel van de bedrijfsgebouwen van de luchthaven is gelegen. Ten noorden van De Zanden is een groot aantal gebouwen gesitueerd. Tot slot is het gedeelte tussen de Zanden en het voormalige mob-complex in het vigerende bestemmingsplan bestemd als bedrijventerrein. Deze locatie ten oosten van het dorp Teuge is in beeld als woningbouwlocatie. Hiervoor wordt een afzonderlijk bestemmingsplan opgesteld.

De luchthaven kan met uitzondering van de bebouwingszone aan de zuidzijde, landschappelijk worden getypeerd als een zeer open gebied. Alleen in de noordoosthoek, in de omgeving van de landingsplaats voor parachutisten bevindt zich een bosje van ongeveer een 3,16 ha waarvan 0,64 ha bestaand bos en 2,52 ha nieuw bos. De schuur ten zuiden van dit bosje betreft een voormalige landbouwschuur. Omdat dit een monumentale schaapskooi betreft is deze aangewezen als gemeentelijk monument. Na een restauratie fungeert hij nu als opslagplaats voor werktuigen en materiaal voor de luchthaven.

Cultuurhistorie

Luchthaven Teuge ligt in de landschapseenheid “veenontginning Nijbroek”. Bijzonder aan het Nijbroek is de vroege ontginning in de 14e eeuw. Het Nijbroek wordt door de wijze van verkavelen ook wel aangeduid als een veenontginningsgebied, hoewel het feitelijk geen veengebied is. Net als bij de planmatige broekontginningen is voor het Nijbroek de haaks op elkaar staande hoofdrichtingen van ontginningsbases en kavels (slagen) kenmerkend. Vooral in het zuiden van de ontginningseenheid Nijbroek treft men een zeer regelmatige verkaveling aan, met kenmerkende slagen van 60 bij 2250 meter. In de omgeving van Teuge is de verkaveling minder regelmatig. Ter plaatse van de luchthaven is de verkaveling niet meer herkenbaar. Het Nijbroek kende behalve veel sloten ook een groot aantal hagen en is tot 1900 behoorlijk dicht begroeid geweest. In de zomer vielen de sloten periodiek droog zodat een aanvullende veekering moest worden aangelegd. Veel van deze hagen zijn inmiddels uit het landschap verdwenen. Naast hagen komen in het gebied ook bosjes, grienden en eendenkooien voor, vooral in de zuidelijke helft.