Plan: | Velp-Midden, locatie Hoofdstraat 73-75 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0275.BPVM7-0003 |
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang om te kijken naar de omliggende functies in relatie tot de nieuwe functie.
De VNG-uitgave Bedrijven en Milieuzonering is toegesneden op de specifieke omstandigheden in de gemeente. De indeling van de gemeente in omgevingstypen, een systematiek voor het variƫren van hinderafstanden ten opzichte van een omgevingstype en een lijst waarin alle, nader gespecificeerde, typen van inrichtingen zijn opgenomen, is vastgelegd in de notitie Milieuzonering welke deel uitmaakte van het raadsbesluit van 24 mei 2004 inzake de werkwijze bij de actualisering van de bestemmingsplannen.
Deze werkwijze is 27 april 2010 bij raadsbesluit bevestigd bij de vaststelling van een nieuwe inrichtingenlijst gebaseerd op het de laatste VNG-uitgave in 2009.
De toetsing of volgens die systematiek kan worden meegewerkt aan het leggen van een bedrijfs-/woonbestemming, wordt voortgezet in de digitale bestemmingsplannen zoals die thans worden vervaardigd. Daarbij wordt bij een finale afweging rekening gehouden met het gestelde in de laatste VNG-uitgave. Aldus wordt een ruimtelijke scheiding bereikt tussen hindergevoelige en hinderveroorzakende functies.
In onderhavige situatie betekent milieuzonering dat tussen een hinderveroorzakende functie toegelaten binnen de bestemming Centrum en een hindergevoelige functie (wonen) een bepaalde afstand wordt aangehouden. Binnen de bestemming worden volgens de bijlage Lijst van maatschappelijke voorzieningen en de Lijst van vormen van
cultuur en ontspanning bij de regels alleen inrichtingen toegelaten die genoemd zijn onder A of B. Het gebied waar de ontwikkeling is voorzien, is in het geldende bestemmingsplan aangemerkt als een gemengd gebied. Er is gezien de liggen in de invloedsfeer van de doorgaande transportroutes (de Hoofdstraat en de spoorlijn) en voorts de functiemenging aan de noordzijde, geen aanleiding om anders te oordelen. Dit betekent dat inrichtingen genoemd onder A en B uit dat oogpunt aanvaardbaar zijn. Daarbij wordt aangetekend dat daarmee de daadwerkelijke vestigingsmogelijkheid niet vaststaat. Voldaan moet bijvoorbeeld worden aan de parkeereisen die aan de gewenste functie zijn verbonden.
Anderzijds worden in het plangebied woningen toegelaten. Als deze worden gebouwd binnen de berekende milieucontour van een in de omgeving aanwezige inrichting, dan heeft dat gevolgen voor die inrichting. Hiervan is in onderhavig plan geen sprake omdat omliggende inrichtingen een berekende milieucontour van 0 meter hebben en volgens het vastgestelde beleid bij een berekende milieucontour van 10 meter en een feitelijk kleinere afstand wordt geaccepteerd als geen sprake is van gevaar.
In onderhavige situatie vormt het aspect milieuzonering derhalve geen belemmering.