direct naar inhoud van 2.3 Afweging
Plan: Velp-Midden, locatie Arnhemsestraatweg 5-7
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0275.BPVM5-0003

2.3 Afweging

Bij het besluit om medewerking te verlenen aan het starten van een bestemmingsplanprocedure, is een aantal zaken overwogen:

  • De stedenbouwkundige structuur die gekenmerkt wordt door een lint van villabebouwing met afwisselend woon- en kantoorfuncties, wordt in onderhavig bestemmingsplan behouden. De omvang van de bouwvlakken wordt beperkt gewijzigd. Het oostelijke bouwvlak wordt naar achteren geschoven en sluit aldus aan op het naastgelegen bouwvlak. Deze wijziging in situering doet geen afbreuk aan de stedenbouwkundige structuur ter plaatse.
  • De maximale hoogte in één van de twee bouwvlakken (het oostelijke) wordt weliswaar verhoogd van 10 naar 12 meter, maar dit is passend en acceptabel in deze omgeving waar de maximale bouwhoogte variëren van 10 tot 12 meter en zelfs 14 meter.
  • De ruimtelijke schaal van gebouw De Peppel vormt een logische overgang naar de twee-onder-één-kapwoningen ten zuiden van de locatie.
  • Het realiseren van woonfunctie is op deze locatie aanvaardbaar uit een oogpunt van milieuzonering.
  • Het verkeersaantrekkende werking van het toegelaten gebruik is op deze locatie geen probleem.
  • De herontwikkeling van het perceel kan zorgdragen voor een revitalisering van het terrein, een op het achterterrein staande monumentale boom kan door de gegeven bouwmogelijkheden worden gehandhaafd.
  • Niet is -uit onderzoek- gebleken dat belemmeringen aanwezig zijn.

Bij de uitwerking van het plan is het oostelijke bouwvlak alsnog uit steden- bouwkundige overwegingen 1,5 meter naar voren geschoven en in de lijn van het pand Arnhemsestraatweg 3 geplaatst.

In hoofdstuk 4 wordt een en ander toegelicht. Geconcludeerd kan worden dat uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening geen argumenten voorhanden zijn die het leggen van de gewenste bestemming belemmeren. Het gemeentebestuur wil derhalve meewerken aan het hiervoor beschreven gewenste situatie. Daarvoor is onderhavig plan in procedure gebracht.


In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de verschillen tussen een digitaal bestemmingsplan en de bestemmingsplannen zoals die tot 1 januari 2010 ter visie werden gelegd. Ook komen de verschillen ten opzichte van het geldende bestemmingsplan kort aan bod.