1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor:
   1. walvoorzieningen, ten behoeve van:
   2. riool- en nutsvoorzieningen ten behoeve van de in artikel 21 bedoelde ligplaatsen voor woonschepen en aanleg- en overnachtingsplaatsen voor de scheepvaart;
   3. afmeer- en aanlegvoorzieningen voor de scheepvaart in algemene zin, alsmede de in artikel 22 bedoelde hulpdiensten;
2. het toestaan van bedrijven die in de Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 7) niet zijn vermeld of in categorie 3 zijn ingedeeld, met dien verstande dat deze vrijstelling alleen mag worden verleend indien is gebleken dat het bedrijf naar aard en inrichting kan worden gelijkgesteld met bedrijven, genoemd in de toegestane categorieën 1, 2 en 2+ van de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals deze is opgenomen in de bijlage 7.

Bij het verlenen van vrijstelling nemen Burgemeester en wethouders de volgende regels in acht:

1. het voornemen vrijstelling te verlenen ligt met de daarop betrekking hebbende stukken gedurende 2 weken ter inzage;
2. van de terinzagelegging wordt tevoren kennis gegeven in één of meer dag- en/of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid worden en voorts, op de gebruikelijke wijze;
3. de kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid voor eenieder om binnen twee weken zienswijzen tegen het ontwerpbesluit naar voren te brengen;
4. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijze naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.