direct naar inhoud van Artikel 4 Verkeer (V)
Plan: Stadsbrug
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02680000428-0001

Artikel 4 Verkeer (V)

4.1 Doeleindenomschrijving

De gronden die op de kaart zijn aangewezen voor Verkeer (V) zijn bestemd voor:

  • a. hoofdverkeerswegen 2x2 rijstroken, verkeerswegen, rotondes, busbanen, fietspaden, een industriespoor, trottoirs, parkeervoorzieningen;
  • b. groenvoorzieningen, bermen, taluds, wadi's;
  • c. water en waterstaatswerken met de daarbijbehorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. milieuvoorzieningen (bijvoorbeeld voor geluidwering of luchtkwaliteit).
4.2 Bouwvoorschriften

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en straatmeubilair worden gebouwd, waarbij de (nok)hoogte niet meer mag bedragen dan:

  • a. 10.00 meter voor palen en masten;
  • b. 4.00 meter voor de overige bouwwerken, waaronder milieuvoorzieningen.
4.3 Wijzigingsbevoegheid en procedure
4.3.1 Toepassing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming van de gronden gelegen binnen het gebied met wijzigingsbevoegdheid geheel of gedeeltelijk te wijzigen in de bestemming Bedrijf (B2) indien:

  • a. de bereikbaarheid van de Kanaalstraat, Mercuriusstraat en de Weurtseweg voor gemotoriseerd verkeer voldoende is gewaarborgd en/of
  • b. de huidige bebouwing die in strijd is met dit plan duurzaam gehandhaafd blijft, dan wel het gevestigde bedrijf door middel van vervangende nieuwbouw ter plaatse gehandhaafd blijft.
  • c. de artikelen 3.2 c, d, f en g, alsmede eventueel 3.3 c en d toegepast worden binnen het te wijzigen gebied.
4.3.2 Procedure
  • a. op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het bestemmingsplan op grond van artikel 11 WRO is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
4.4 Aanlegvergunning
  • a. het is verboden op of in de gronden binnen het gebied met de bestemming Verkeersdoeleinden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) werken of werkzaamheden uit te voeren die een beperking of wijziging veroorzaken van de ter plaatse gerealiseerde waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
  • b. de werken en werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien het belang van instandhouding van de waterbergings- en infiltratievoorzieningen hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
  • c. alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de waterbeheerder omtrent de vraag of het belang van de waterbergings- en infiltratievoorziening niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
  • d. het in 4.3 a vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden in het kader van het normale onderhoud en beheer, het kader van de gehele verplaatsing van een watergang ten behoeve van de uitvoering van dit bestemmingsplan en het bouwen van hoogspanningsmasten ingevolge de dubbelbestemming Hoogspanningsleiding.