Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming(en) wijzigen in de bestemmingen Gemengde doeleinden-1 (GD-1), Gemengde doeleinden-4 (GD-4), Woondoeleinden (W), Tuin (T) en Erf (E) alsmede ten behoeve van de ruimtelijke inkleding en ontsluiting benodigde bestemmingen Groenvoorzieningen en Verkeersdoeleinden onder de volgende voorwaarden:
- uitsluitend gronden binnen de op de kaart aangegeven grenzen voor de wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de locatie St. Annastraat / Groenewoudseweg / spoorlijn (voormalig IBIM-terrein) mogen worden gewijzigd;
- er dient sprake te zijn van een integrale planontwikkeling ten behoeve van woningbouw;
- de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer of het railverkeer op geluidgevoelige gebouwen mag niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarden of verkregen hogere grenswaarden;
- op basis van bodemonderzoek moet blijken, dat tegen woningbouw ter plaatse geen bezwaar bestaat;
- op basis van luchtonderzoek moet blijken, dat tegen woningbouw ter plaatse geen bezwaar bestaat;
- op basis van een inrichtingsplan moet blijken dat voldoende parkeerruimte wordt voorzien op eigen terrein;
- op basis van onderzoek naar voorkomende beschermde planten- en diersoorten alsmede natuurwaarden moet blijken, dat het bouwplan bij de uitvoering kan voldoen aan de natuurwetgeving;
- de planontwikkeling mag niet tot gevolg hebben dat bestaande bedrijven in hun rechten worden beperkt.
- op de hoek St. Annastraat/spoor is de woonfunctie niet toegestaan;
- de bebouwing mag uit maximaal 4 bouwlagen bestaan, maar op de hoeken zijn hoogteaccenten toegestaan: op de hoek St. Annastraat/spoor en Groenewoudseweg/nieuwe straat maximaal 5 bouwlagen, op de hoek spoor/nieuwe straat tegenover het aan de overzijde van het spoor gelegen Javaplein maximaal 8 bouwlagen en op de hoek spoor/Groenewoudseweg maximaal 14 bouwlagen, terugliggend en met een onderbouw van 3 tot 4 lagen voor de toren langs.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de bestemming Groenvoorzieningen wijzigen in de bestemming Maatschappelijke doeleinden onder de voorwaarden dat:
- uitsluitend gronden binnen de op de kaart aangegeven grenzen voor de wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de Willem J. Kolfflaan mogen worden gewijzigd;
- op basis van onderzoek blijkt dat "verpleeggebouw A" niet kan worden gehandhaafd;
- de bestemmingswijziging geen groter risico mag veroorzaken voor de kwaliteit en kwantiteit van het grondwater dan bij de bestaande bestemming het geval is.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bouwvlakken binnen de bestemmingen Maatschappelijke doeleinden en Gemengde doeleinden wijzigen onder de voorwaarden dat:
- geen nieuwe bouwvlakken tot stand worden gebracht, maar uitsluitend wijzigingen van op de kaart aangegeven bouwvlakken;
- de wijziging van het bouwvlak niet tot gevolg heeft dat de stedenbouwkundige situatie ter plaatse wordt aangetast;
- de wijziging van het bouwvlak niet tot gevolg heeft dat bestaande bedrijven in hun rechten worden beperkt;
- de wijziging van het bouwvlak niet tot gevolg heeft dat gevoelige functies meer hinder kunnen ondervinden.
Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in aanvulling op de bestemmingen GD-1, GD-2, GD-3, GD-4, GD-5, als bedoeld in artikel 7, de vestiging van een seksinrichting of escortbedrijf toestaan middels een aanduiding "seksinrichting of escortbedrijf" op de plankaart onder de voorwaarden, dat:
- de vestiging past binnen het maximumstelsel, zoals dat geldt op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen;
- primair wordt aangesloten bij het huidige en toekomstige stedelijk hoofdwegennet;
- de activiteit, gelet op de aard en invloed ervan, niet leidt tot een onevenredige aantasting van het karakter van de omgeving. Bij de beoordeling van de aard en invloed op de omgeving worden de volgende aspecten mede in de beoordeling betrokken:
- de aanwezigheid van gevoelige functies in de omgeving, zoals religieuze functies (kerken, moskees e.d.), scholen (en andere door kinderen gebruikt gebouwen, zoals b.v. kinderopvang) e.d., met dien verstande dat:
- de in acht te nemen afstand tot dergelijke functies tenminste 50 meter dient te bedragen;
- rekening wordt gehouden met de aanlooproutes van de gevoelige functies;
- het voorkomen of beperken van overlast voor de omgeving;
- het voorkomen van nieuwe concentraties van seksinrichtingen en escortbedrijven door een afstand van tenminste 250 meter aan te houden tot een bestaand bedrijf in dezelfde straat of buurt;
- de aard van de activiteit, te weten een overwegende avond of nachtactiviteit;
- de sociale- en brandveiligheid;
- het voorkomen of beperken van een verkeersaantrekkende werking;
- de verkeersveiligheid, met name in relatie tot de ontsluiting van het erf;
- het voorkomen of beperken van een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte, waarbij wordt uitgegaan van parkeren op eigen erf.
- de aanwezigheid van gevoelige functies in de omgeving, zoals religieuze functies (kerken, moskees e.d.), scholen (en andere door kinderen gebruikt gebouwen, zoals b.v. kinderopvang) e.d., met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de aanduiding "seksinrichting of escortbedrijf" op de plankaart in aanvulling op de bestemmingen GD-1, GD-2, GD-3, GD-4, GD-5, als bedoeld in artikel 7, verwijderen onder de voorwaarde dat ter plaatse geen seksinrichting of escortbedrijf meer wordt of binnen afzienbare tijd zal worden uitgeoefend.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het bestemmingsplan op grond van artikel 11 van de WRO is de in afdeling 3.4 van de Algemene Wet Bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.