Plan: | Nijmegen Midden 2015 - 4 (Groenestraat 193) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.PHa2004-VG01 |
het bestemmingsplan Nijmegen Midden 2015 - 4 (Groenestraat 193) met identificatienummer NL.IMRO.0268.PHa2004-VG01 van de gemeente Nijmegen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
De regels behorende bij het bestemmingsplan Nijmegen Midden 2015, het facetbestemmingsplan Archeologie en het facetbestemmingsplan Parkeren zijn onverminderd van toepassing op de gronden die betrokken zijn bij de onderhavige partiële herziening.
De Regels (inclusief Bijlagen bij de regels) behorende bij de bestemming Gemengd uit het bestemmingsplan Nijmegen Midden 2015 zijn onverminderd van toepassing op de gronden die betrokken zijn bij de onderhavige partiële herziening met dien verstande dat artikel 7.1 onder b als volgt komt te luiden:
Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel (dh)' tevens voor detailhandel. Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - functiemengingsgebied' is detailhandel toegestaan voor zover dit voorkomt in categorie A of B van de Staat van bedrijvigheid. Ter plaatse van de aanduiding: 'supermarkt uitgesloten (-su)', is geen supermarkt toegestaan (huidige locatie AH aan de Groenestraat 193). Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-wonen op de verdieping (sw-wov)' uitsluitend wonen op de verdieping is toegestaan.
Op gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - functiemengingsgebied' is functiemenging toegestaan onder de voorwaarden dat:
Gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - waarde archeologie 1' hebben een lage, middelhoge of nog onbekende archeologische verwachtingsswaarde. Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag op deze gronden bodemingrepen (zowel bouwen als werken en werkzaamheden) te doen of te laten uitvoeren met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 2500 m2 en dieper dan 0,30 meter onder het maaiveld, tenzij op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn. Bij het bepalen van de gezamenlijke oppervlakte wordt gekeken naar het totale gebied wat voor de ontwikkeling(en) in aanmerking komt.
Het in lid 3.2.1 vervatte verbod geldt niet voor bestaande bouwwerken en voor werken en werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.2.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover op grond van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 5.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 5.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Artikel 5.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Nijmegen Midden 2015 - 4 (Groenestraat 193)'.