direct naar inhoud van Regels
Plan: Laauwik - 5 (partiële herziening)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.PH25005-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Laauwik - 5 (partiële herziening) met identificatienummer NL.IMRO.0268.PH25005-VG01 van de gemeente Nijmegen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 het moederplan

het bestemmingsplan Laauwik met identificatienummer NL.IMRO.0268.BP25000-VG01 zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Nijmegen bij bsluit van 28 januari 2009.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Algemene bepaling

Op onderhavige partiële herziening Laauwik – 5 (partiële herziening) zijn met inachtneming van het bepaalde in deze partiële herziening van overeenkomstige toepassing:

de regels en verbeelding, voor zover betrekking hebbende op het besluitgebied behorende bij onderhavige partiële herziening, van de plannen:

    • 1. Laauwik, vastgesteld door de gemeenteraad op 28 januari 2009;
    • 2. Laauwik - 3 (Partiële herziening), vastgesteld door de gemeenteraad op 25 mei 2016.
    • 3. Facetbestemmingsplan Parkeren, vastgesteld door de gemeenteraad op 13 september 2017;
    • 4. Facetbestemmingsplan kamerverhuur, vastgesteld door de gemeenteraad op 2 februari 2022;
    • 5. Facetbestemmingsplan Archeologie 2023, vastgesteld door de gemeenteraad op 29 november 2023.

Artikel 3 Van toepassing verklaren

De regels behorende bij de bestemmingsplannen Laauwik, Laauwik - 3 (partiële herziening) en de facetplannen Archeologie 2023, kamerverhuur en Parkeren zijn onverminderd van toepassing op de gronden die betrokken zijn bij de onderhavige partiële herziening met uitzondering van de wijzigingen die "Laauwik 5 (partiële herziening) " bewerkstellingen.

Artikel 4 Woongebied

De regels behorende bij de bestemming Woongebied uit het bestemmingsplan Laauwik (NL.IMRO.0268.BP25000-VG01) zijn onverminderd van toepassing voor de onderhavige partiële herziening met dien verstande dat de volgende wijzigingen zijn aangebracht:

3.1 Doeleindenomschrijving

In artikel 3.1 onder d wordt detailhandel ter plaatse van de aanduiding "detailhandel/horeca" op de plankaart vervangen. Hiervoor komt dit lid als volgt te luiden:

d. detailhandel ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - detailhandel en horeca" op de verbeelding;

In artikel 3.1 onder e wordt Horeca categorie 1 als bedoeld in bijlage 2 (staat van horeca-activeiten) ter plaatse van de aanduiding "detailhandel/horeca” op de plankaart vervangen. Hiervoor komt dit lid als volgt te luiden:

Artikel 3.1

e. horeca categorie 1 als bedoeld in bijlage 2 (staat van horeca-activeiten) ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - detailhandel en horeca" op de verbeelding.

3.2 Inrichtingsvoorschriften

In artikel 3.2 onder d wordt ter plaatse van de aanduiding "detailhandel/horeca" op de plankaart is een supermarkt toegestaan met een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 1.500 m2 vervangen door:

d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - detailhandel en horeca" op de verbeelding is een supermarkt toegestaan met een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 1.500 m2;

In artikel 3.2. onder e wordt ter plaatse van de aanduiding “detailhandel/horeca” op de plankaart is een horecabedrijf categorie 1 als bedoeld in bijlage 2 (Staat van horeca-activiteiten) toegestaan tot een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 80m2 vervangen door:

Artikel 3.2

e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - detailhandel en horeca" op de verbeelding is een horecabedrijf categorie 1 als bedoeld in bijlage 2 (Staat van horeca-activiteiten) toegestaan tot een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 80m2;

In artikel 3.2. onder h wordt de bebouwing ter plaatse van de aanduiding “geluidwerende bebouwing” op de plankaart dient ten behoeve van de achterliggende geluidsgevoelige bebouwing een geluidwerende werking te hebben met betrekking tot het geluid vanwege het weg- en railverkeer vervangen door:

Artikel 3.2

h. De bebouwing ter plaatse van de aanduiding "Overige zone - geluidwerende bebouwing" op de verbeelding dient ten behoeve van de achterliggende geluidsgevoelige bebouwing een geluidwerende werking te hebben met betrekking tot het geluid vanwege het weg- en railverkeer;

3.3 Bouwvoorschriften

In artikel 3.3.1 onder f wordt in afwijking van het bepaalde in sub a mag de oppervlakte van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding "detailhandel/horeca" niet meer bedragen dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel vervangen door:

Artikel 3.3.1

f. In afwijking van het bepaalde in sub a mag de oppervlakte van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van woongebied - detailhandel en horeca" niet meer bedragen dan 65% van de oppervlakte van het bouwperceel.

Wonen, woonzorgvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen

Het artikel 3.3.2. lid a sub 1 ter plaatse van de aanduiding "bebouwingsaccent 2”op de plankaart de goothoogte niet meer mag bedragen dan 21 meter wordt vervangen door:

Artikel 3.3.2

artikel 3.3.2. lid a sub 1: de goothoogte van hoofdgebouwen binnen de aanduiding bouwvlak niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "maximum goot- en bouwhoogte" is aangegeven;

Het artikel 3.3.2. lid b sub 1 ter plaatse van de aanduiding "bebouwingsaccent 2”op de plankaart de nokhoogte niet meer mag bedragen dan 24 meter wordt vervangen door:

artikel 3.2.2.

artikel 3.3.2. lid b sub 1: de nokhoogte van hoofdgebouwen binnen de aanduiding bouwvlak niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding "Maximum goot- en bouwhoogte" is aangegeven;

Het artikel 3.3.2. lid c: de nokhoogte van hoofdgebouwen mag niet minder bedragen dan op de plankaart is aangegeven wordt vervangen door:

Artikel 3.2.2

Artikel 3.2.2. lid c. De bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet minder bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;

Het aritkel 3.2.2. lid d: Indien de goothoogte gelijk is aan de nokhoogte, dienen de hoofdgebouwen te worden afgedekt met een plat dak wordt vervangen door:

Artikel 3.2.2

Artikel 3.2.2. lid d Indien de goothoogte gelijk is aan de bouwhoogte, dienen de hoofdgebouwen te worden afgedekt met een plat dak.

Detailhandel/horeca:

Onder lid a de goothoogte en nokhoogte van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding “detailhandel/horeca” op de plankaart mag niet meer bedragen dan 17 m wordt vervangen door:

a. De goothoogte en nokhoogte van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding "Specifieke vorm van woongebied - detailhandel en horeca" op de verbeelding mag niet bedragen dan 17 meter.

3.4 Vrijstellingsbevoegdheid

Voor de leesbaarheid en toetsbaarheid wordt het volgende artikel geheel vervangen:

Artikel 3.4. c: lid 3.1 ten behoeve van de uitoefening van lichte bedrijvigheid in woningen, met dien verstande :

  • 1. dat het uitsluitend woningen mag betreffen ter plaatse van de aanduiding “lichte bedrijvigheid” op de plankaart;
  • 2. lichte bedrijvigheid uitsluitend is toegstaan in een hoofdgebouw en/of in een aan-/uitbouw van een hoofdgebouw;
  • 3. lichte bedrijvigheid uitsluitend is toegestaan tot een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 80 m2;
  • 4. degene die de activiteiten in de woning uitoefent, tevens de bewoner van de woning dient te zijn;
  • 5. de bedrijvigheid qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;
  • 6. de activiteit niet vergunningsplichting ingevolge de Wet milieubeheer mag zijn;
  • 7. er geen horeca of detailhandel ter plaatse mag plaatsvinden,uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de bedrijfsactiviteit;
  • 8. de lichte bedrijvigheid geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk mag veroorzaken.

vervangen door:

Artikel 3.4. c: lid 3.1 ten behoeve van de uitoefening van lichte bedrijvigheid in woningen, met dien verstande:

  • 1. dat het uitsluitend woningen mag betreffen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van woongebied - lichte bedrijvigheid" op de verbeelding;
  • 2. lichte bedrijvigheid uitsluitend is toegstaan in een hoofdgebouw en/of in een aan-/uitbouw van een hoofdgebouw;
  • 3. lichte bedrijvigheid uitsluitend is toegestaan tot een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 80 m2;
  • 4. degene die de activiteiten in de woning uitoefent, tevens de bewoner van de woning dient te zijn;
  • 5. de bedrijvigheid qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;
  • 6. de activiteit niet vergunningsplichting ingevolge de Wet milieubeheer mag zijn;
  • 7. er geen horeca of detailhandel ter plaatse mag plaatsvinden,uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de bedrijfsactiviteit;
  • 8. de lichte bedrijvigheid geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk mag veroorzaken.

Voor de leesbaarheid en toetsbaarheid wordt het volgende artikel geheel vervangen:

Artikel 3.4 d lid 3.1. ten behoeve van de uitoefening van lichte bedrijvigheid op de begane-grondlaag van woningen, met dien verstande dat:

  • 1. Het uitsluitend woningen mag betreffen ter plaatse van de aanduiding “lichte bedrijvigheid” op de plankaart;
  • 2. lichte bedrijvigheid uitsluitend is toegstaan in een hoofdgebouw en/of in een aan-/uitbouw van een hoofdgebouw;
  • 3. lichte bedrijvigheid uitsluitend is toegestaan tot een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 160 m2;
  • 4. de hoogte van de bouwlaag op de begane grond minimaal 3,5 meter bedraagt voor woonwerkpanden aan de Prins Mauritssingel;
  • 5. de bedrijvigheid qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;
  • 6. de activiteit niet vergunningsplichting ingevolge de Wet milieubeheer mag zijn;
  • 7. er geen horeca of detailhandel ter plaatse mag plaatsvinden,uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de bedrijfsactiviteit;
  • 8. de lichte bedrijvigheid geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk mag veroorzaken.

Vervangen door

Artikel 3.4 d lid 3.1. ten behoeve van de uitoefening van lichte bedrijvigheid op de begane-grondlaag van woningen, met dien verstande dat:

  • 1. Het uitsluitend woningen mag betreffen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van woongebied - lichte bedrijvigheid” op de verbeelding;
  • 2. lichte bedrijvigheid uitsluitend is toegstaan in een hoofdgebouw en/of in een aan-/uitbouw van een hoofdgebouw;
  • 3. lichte bedrijvigheid uitsluitend is toegestaan tot een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 160 m2;
  • 4. de hoogte van de bouwlaag op de begane grond minimaal 3,5 meter bedraagt voor woonwerkpanden aan de Prins Mauritssingel;
  • 5. de bedrijvigheid qua aard, omvang en uitstraling dient te passen in een woonomgeving;
  • 6. de activiteit niet vergunningsplichting ingevolge de Wet milieubeheer mag zijn;
  • 7. er geen horeca of detailhandel ter plaatse mag plaatsvinden,uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de bedrijfsactiviteit;
  • 8. de lichte bedrijvigheid geen nadelige invloed mag hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk mag veroorzaken.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
5.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
5.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 5.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 5.1.1 met maximaal 10%.

5.1.3 Uitzonderingen

Artikel 5.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik
5.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

5.2.2 Strijdig gebruik
  • a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 5.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • b. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 5.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
5.2.3 Uitzonderingen

Artikel 5.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Laauwik - 5 (partiële herziening)'.