ontwerp |
NL.IMRO.0268.PB29W75-ON01 |
De bomen aan de Sophiaweg zijn onderdeel van de primaire hoofdbomenstructuur. Deze laanbomen dienen optimaal beschermd te worden. Vandaar dat de inrit niet breder dient te zijn dan strikt noodzakelijk. Ook dienen maatregelen te worden getroffen om schadelijke effecten tegen gaan, die kunnen optreden door het aanleggen van de inrit.
De inrit wordt maximaal 4,5 m breed en er worden geen bochtstralen toegepast. Er komt een kantopsluiting van 10/20 banden die in zand worden gesteld (niet in zand/cement mix). Er wordt maximaal 25 cm ontgraven en tot maximaal 2,0 Mpa verdicht. Op de ontgraving wordt eerst een drukverdelingsmat aangebracht, daarna volgt de fundering en open verharding.
Wanneer er toch wortels met een dikte van 50 mm of meer worden aangetroffen deze sparen en niet onafgedekt laten. Wanneer wortels van kleinere afmeting verwijdert dienen te worden, deze verwijderen zonder de wortels te breken of te trekken. Door de hier voorgeschreven maatregelen is de afstand tussen de bomen en werkzaamheden altijd minimaal 3,5 meter.