Hoofdstuk 6 Conclusie
Overwegende dat:
-
a. het project niet past binnen de vigerende bestemmingsplannen;
-
b. het project past binnen het gemeentelijke beleid;
-
c. het project goed inpasbaar is in de omgeving en geen onaanvaardbare nadelige ruimtelijke efffecten met zich meebrengt;
Wordt geconcludeerd dat:
De activiteiten uit de aanvraag vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar zijn.