direct naar inhoud van 3.8 Archeologie
Plan: Stadscentrum randzone I - 11 (Spoorstraat)
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.PB12W11-VG01

3.8 Archeologie

3.8.1 Beleid

Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geimplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007).


Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met Malta en de Monumentenwet 1988, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die ook als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen.


Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld, waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en zones met hun waardering zijn aangegeven.

3.8.2 Het plangebied

De locatie Spoorstraat, voorheen nummer 4-6, ligt in een gebied van een zeer hoge archeologische waarde (waarde 3 op de Archeologische Beleidskaart van de gemeente Nijmegen). In de bodem kunnen de resten van vestingwerken uit de 17e en 18e eeuw worden aangetroffen, die een Romeins en (laat)middeleeuws akkerpakket afdekken. Het is mogelijk dat er Romeinse crematiegraven gevonden worden. Mogelijk zijn deze archeologische resten deels verstoord door recente bouwaktiviteiten.

3.8.3 Voorwaarden

Om de archeologische sporen te documenteren dient de initiatiefnemer een Archeologische Begeleiding te laten uitvoeren van het uitgraven van de bouwput voor de parkeergarage. Deze begeleiding dient uitgevoerd te worden volgens de Kwaliteitsnormen Nederlandse Archeologie 3.2 , Archeologische Begeleiding, protocol opgraven. Voor de uitvoering is een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen verplicht.
De kosten van het archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste komen van de initiatiefnemer (verstoorder betaalt-principe).

3.8.4 Informatieplicht

Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht dit binnen drie dagen te melden (artikel 53 Monumentenwet 1988)bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.