direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BV33000-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Voorheen golden voor het besluitgebied de bestemmingsplannen zoals opgenomen in paragraaf 1.3 van de toelichting. Op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient een plangebied over een actueel planologisch juridisch kader, niet ouder dan 10 jaar, te beschikken. De gemeente Nijmegen heeft behoefte aan een up-to-date en digitaal raadpleegbaar ruimtelijk plan voor de bedrijventerreinen Oosterhout en Rietgraaf en omgeving.

Op basis van artikel 3.38 Wro kan de gemeente bepalen om, in plaats van een bestemmingsplan, een beheersverordening op te stellen. Deze mogelijkheid kan alleen worden gebruikt als in het gebied (nog) geen noemenswaardige ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien. Met andere woorden: weinig tot geen planologische veranderingen plaatsvinden. Het gebied 'Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.' voldoet aan deze vereiste en daarom is besloten voor dit gebied een beheersverordening op te stellen.

Het doel van het opstellen van een beheersverordening is de vigerende bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar te actualiseren. Om te voorkomen dat het facetbestemmingsplan Archeologie wordt overschreven door deze beheersverordening is het facetbestemmingsplan Archeologie opgenomen in de beheersverordening zodat deze van toepassing blijft. De beheersverordening zal tevens worden gedigitaliseerd om te voldoen aan de Wro.

1.2 Besluitgebied: ligging en omgeving

Het besluitgebied van de beheersverordening Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o. bestaat uit een oostelijk en een westelijk gebied.

Het oostelijke besluitgebied beslaat (globaal) het bestaande bedrijventerrein de Rietgraaf, chaletpark 'De Halve Weg', Mona's eetcafé, en de percelen Stationsweg 25, 27 en 27a.

Het westelijke besluitgebied wordt (globaal) begrensd door het bestaande industrieterrein Oosterhout in het westen, in het noorden door de A15, de spoorlijn Arnhem-Nijmegen in het oosten en in het zuiden vormen de Stationsstraat en Stationsweg de grens.

Op onderstaande afbeelding is de ligging van het plangebied in de directe omgeving weergegeven. De exacte begrenzing van het plangebied is ingetekend op de verbeelding van deze beheersverordening.
afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BV33000-VG01_0001.png"

1.3 Voorgaande bestemmingsplannen

De volgende bestemmingsplannen zijn opgenomen in de beheersverordening:

Naam   Gemeente   Vastgesteld  
Bedrijfshallen Griftdijk Herziening 1988   Valburg   4 juli 1989  
Buitengebied Valburg   Valburg   30 augustus 1974  
Buitengebied Valburg Herziening 1982   Valburg   2 november 1982  
Buitengebied Valburg-7   Nijmegen   17 september 2003  
Stationsstraat 25, Oosterhout   Nijmegen   10 november 1999  
Oosterhout-Bedrijfsterrein 1995   Valburg   12 december 1995  
Oosterhout-Bedrijfsterrein 1995, 1e wijziging   Nijmegen   15 december 1999  
Oosterhout-Bedrijfsterrein 1990   Valburg   7 mei 1991  
Oosterhout-Bedrijfsterrein 1993   Valburg   11 januari 1994  
Buitengebied Bemmel 1978   Bemmel   26 april 1979  
Stationsweg 14, Ressen   Nijmegen   7 juli 1999  
Betuweroute   Nijmegen   7 juli 1999  
Seksinrichtingen   Nijmegen   27 februari 2002  
Facetbestemmingsplan Archeologie   Nijmegen   25 juni 2014  

In Bijlage 1 is de verbeelding opgenomen met daarin per gebied weergegeven welk bestemmingsplan vigerend was en nu wordt opgenomen in onderliggende beheersverordening.

1.4 Leeswijzer

De voorliggende beheersverordening bestaat uit een verbeelding met bijbehorende regels en gaat vergezeld van een toelichting.

De kaart (verbeelding) van de beheersverordening geeft het besluitgebied weer. De kaart vormt samen met de regels het voor gebruikers juridisch bindende deel van de beheersverordening.

De toelichting geeft uitleg over de onderbouwing van de beheersverordening. Voor de onderbouwing van de beheersverordening wordt onder meer ingegaan op de achtergrond van het wettelijke instrument en de uitgangspunten.

Hoofdstuk 2 Achtergrond beheersverordening

2.1 Achtergrond beheersverordening

De beheersverordening is een vormvrij alternatief voor een bestemmingsplan waarmee het bestaande recht binnen een gebied opnieuw wordt vastgesteld. Het is niet mogelijk om met een beheersverordening nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. Hiervoor dient met een omgevingsvergunning afgeweken te worden van de beheersverordening, of een nieuw bestemmingsplan vastgesteld te worden. De mogelijkheden om in afwijking van de beheersverordening een ontwikkeling mogelijk te maken zijn daarin niet anders dan de mogelijkheden voor het afwijken van een bestemmingsplan.

Het opnemen van het bestaand gebruik in ruime zin betekent dat alle bestaande rechten en plichten, met uitzondering van wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten, uit de voorgaande bestemmingsplannen van toepassing blijven.

Het is niet mogelijk om in de beheersverordening uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden op te nemen, deze zijn immers gericht op het mogelijk maken van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Vandaar dat in de regels van onderhavige beheersverordening is opgenomen dat uitwerkingsplichten of wijzigingsbevoegdheden uit voorgaande bestemmingsplannen komen te vervallen.

2.2 Uitgangspunten beheersverordening Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.

De volgende uitgangspunten zijn voor de beheersverordening in acht genomen:

  • Bestaand planologisch toegestane gebruik
    De beheersverordening Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o. verklaart het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Het bestaand planologisch gebruik is geregeld in de bestemmingsplannen zoals weergegeven in paragraaf 1.3 van de toelichting en de sindsdien verleende omgevingsvergunningen voor het afwijken van het bestemmingsplan. De bestaande rechten en plichten blijven hierdoor ongewijzigd.
  • Tijdelijk van aard 
    Om het planologische regime voor het gebied actueel te houden, is de beheersverordening ingezet. De beheersverordening heeft slechts een beperkte beoogde geldigheidsduur; of tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet (naar verwachting 2019), waarna voor het plangebied een omgevingsplan zal worden opgesteld, of totdat eerder een bestemmingsplan voor het plangebied is opgesteld.
  • Beheersverordening is een goed tijdelijk alternatief 
    Als alternatief voor een nieuw bestemmingsplan bestaat de mogelijkheid een beheersverordening op te stellen. Dit instrument leent zich voor situaties, waarbij redelijkerwijs geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien worden of waarbij onduidelijk is op welke termijn ruimtelijke ontwikkelingen verwacht kunnen worden. Voor die situaties legt een beheersverordening de ruimtelijke mogelijkheden uit de geldende bestemmingsplannen vast.
  • Bekende documenten gebruiken
    De voorgaande bestemmingsplannen zijn opgenomen in Bijlage 1 bij de regels van de beheersverordening. Er is bewust voor gekozen om de huidige documenten ongewijzigd op te nemen. Enerzijds voorkomt dit dat de burger zich voor een korte periode in feite dezelfde regels uit een nieuw document moet halen. Anderzijds wordt hiermee voorkomen dat met het vertalen van de regels naar de beheersverordening onbedoelde wijzigingen plaatsvinden. Dit kan gebeuren tijdens het vertalen van de regels naar het huidige recht, maar ook bij het opnieuw intekenen van de kaart. Wijzigingen, hoe onbedoeld en ondergeschikt dan ook, zijn niet in lijn met het uitgangspunt om met de beheersverordening enkel de bestaande rechten en plichten voor de burger gelijk te houden.
  • Herstel omissie
    Een typefout in de Staat van Inrichtingen in de bestemmingsplannen Oosterhout-Bedrijfsterrein 1990, 1993 en 1995 en Bedrijfshallen Griftdijk Herziening 1988 wordt hersteld. In de Staat van Inrichtingen, onder SBI-code 98.13, aandachtsstreepje 'puinbreker en - zeven open lucht' wordt in de kolom milieucategorie het nummer 3 vervangen door het nummer 5.
  • Geen uitwerkingsplichten of wijzigingsbevoegdheden
    Conform de wettelijke beperkingen van de beheersverordening kunnen uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden uit het bestemmingsplan niet opgenomen worden in de beheersverordening. Vandaar dat in de regels is opgenomen dat uitwerkingsplichten of wijzigingsbevoegdheden uit voorgaande bestemmingsplannen komen te vervallen. Waardoor er wat dat betreft geen belemmeringen zijn om een beheersverordening voor dit plangebied vast te stellen.

2.3 Procedure

Het voeren van vooroverleg is ten behoeve van het opstellen van een beheersverordening niet wettelijk verplicht. Het bieden van de mogelijkheid tot inspraak voor bewoners is evenmin wettelijk verplicht.

Op de totstandkoming van een beheersverordening is de gemeentelijke inspraakverordening niet van toepassing. De beheersverordening maakt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maar legt slechts de bestaande situatie vast. Met de beheersverordening wordt dan ook geen gemeentelijk beleid ontwikkeld en/of bestaand beleid gewijzigd. De beheersverordening is beleidsneutraal.

Door ter inzage legging van de ontwerp beheersverordening voor een ieder wordt het planologisch proces formeel gestart. Ook het voeren van vooroverleg is ten behoeve het opstellen van een beheersverordening wettelijk niet verplicht. De betrokken vooroverleg-instanties krijgen een kennisgeving van de publicatie van de ontwerp beheersverordening.

Om, voorafgaand aan de formele procedure, toch enige vorm van inspraak te bieden, wordt de (concept)-verordening gedurende een periode van 3 weken ter inzage gelegd, met de mogelijkheid voor een ieder om een inspraakreactie in te dienen.

Gelet op het conserverend karakter van de beheersverordening heeft de wetgever het niet wenselijk geacht bezwaar of beroep tegen de verordening mogelijk te maken. Het uitgangspunt is dat er geen wijzigingen van de bestaande rechten en plichten uit het voorheen geldende plan plaatsvinden. Van de wettelijk voorgeschreven participatiemogelijkheden kon bij dat bestemmingsplan gebruik gemaakt worden.

Hoofdstuk 3 Juridische aspecten en haalbaarheid

3.1 Specifieke toelichting op de regels

3.1.1 Inleidende regels

In artikel 1 van de regels zijn de voorschriften, regels, plankaart en verbeelding van de voorgaande bestemmingsplannen van toepassing verklaard, alsmede de nadien verleende vrijstellingen, ontheffingen, afwijkingen en omgevingsvergunningen voor het afwijken. Tevens is in dit artikel geregeld dat eventuele uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegdheden die in de voorgaande bestemmingsplannen zijn opgenomen komen te vervallen. Deze bepalingen sluiten aan bij het uitgangspunt het planologisch bestaand gebruik vast te leggen met de beheersverordening en daarmee de rechten en plichten van de burgers gelijk te houden. Sinds de inwerkingtreding van de voorgaande bestemmingsplannen zijn er besluiten verleend die bouwen en gebruik in strijd met de regels van het plan mogelijk maken. De rechten die voortvloeien uit deze verleende besluiten blijven ook van toepassing.

In artikel 2 van de regels is een aantal begrippen gedefinieerd die in de beheersverordening genoemd worden. In de van toepassing verklaarde bestemmingsplanregels en voorschriften zijn ook begrippen gedefinieerd. Deze begripsbepalingen blijven van toepassing voor het betreffende bestemmingsplan. Met deze bepaling wordt verwarring over de verschillende definities van het plan voorkomen.

3.1.2 Algemene regels
3.1.2.1 Parkeerbepaling

Stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de parkeerbepaling) in de bouwverordening vormen geen toetsingskader meer voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen. Bestaande vigerende plannen vallen onder het overgangsrecht, zodat de parkeerbepaling hier wel op van toepassing blijft. De beheersverordening valt echter niet onder dit overgangsrecht. Om die reden is het noodzakelijk in de beheersverordening een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen te toetsen aan het Nijmeegse parkeerbeleid. Gekozen is voor een dynamische verwijzing, zodat een aanpassing van het parkeerbeleid ook van toepassing is voor het besluitgebied. De bestaande rechten en plichten van de burgers veranderen hiermee niet.

3.1.3 Overgangs- en slotregel

De wetgever heeft in artikel 5.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening bepaald dat in de beheersverordening moet worden voorzien in overgangsrecht, zoals dit in artikelen 3.2.1, 3.2.2 en 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening is vastgesteld.

Omdat de beheersverordening in overgangsregels voorziet, vervallen de overgangsregels uit de voorgaande bestemmingsplannen.

3.2 Haalbaarheid

De beheersverordening is conserverend van karakter en verklaart enkel het bestaand planologisch toegestane gebruik opnieuw van toepassing. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Zoals bij een bestemmingsplan met enkel conserverende bestemmingen bestaat ook bij een conserverende beheersverordening geen noodzaak tot het opstellen van een exploitatieplan.