direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP9000-VG02

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Gelderland

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat beschreven in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het Streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. 

Het streekplan verdeelt Gelderland in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem - Nijmegen moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. Binnen het groenblauwe raamwerk geeft de provincie alle ruimte aan natuur. Verstedelijking is hier niet toegestaan, tenzij er een groot belang in het geding is. In het multifunctionele gebied staat het de gemeenten vrij zelf het ruimtelijk beleid te bepalen, rekening houdend met de waardevolle landschappen in deze gebieden. 

3.2.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG)

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft de Provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de Provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De Provincie richt zich daarbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de hierboven beschreven Provinciale Structuurvisie . De Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) is d.d. 15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden. Hieronder volgen de voor dit bestemmingsplan relevante hoofdlijnen van de Provinciale Structuurvisie en Provinciale Verordening:

  • Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen gaat de Structuurvisie uit van “bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur” en het “organiseren in stedelijke netwerken”. De Verordening legt het bundelingsbeleid voor de Stadsregio Arnhem - Nijmegen vast: nieuwbouw voor wonen en werken moet voor het overgrote deel plaatsvinden binnen bepaalde contouren en zoekzones. Slechts een beperkt deel van verstedelijking kan plaatsvinden buiten deze gebieden.
  • Met het ruimtelijk-infrastructureel beleid streeft de Provincie naar een goede bereikbaarheid: de stedelijke ontwikkeling moet worden afgestemd op de vervoers- capaciteit en milieubelasting van bestaande en geplande infrastructuur. In de tweede plaats moet gezocht worden naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de infrastructuur. Kan hieraan niet worden voldaan, dan moet bij ontwikkelingen ook de bijbehorende infrastructuur worden gerealiseerd of de capaciteit worden uitgebreid.
  • Doel van het provinciaal beleid voor detailhandel en grootschalige voorzieningen is het behoud van een duurzame, fijnmazige detailhandelstructuur. De bestaande winkel- gebieden hebben prioriteit: nieuwe locaties voor detailhandel mogen niet ten koste gaan van bestaande detailhandelstructuur.
  • Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is dat gemeenten voorzien in een aanbod van woningen dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen moeten passen in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP) voor de betreffende regio en het daarin opgenomen regiototaal aan woningen.
  • Zowel in nieuw als in bestaand bebouwd gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. In de Verordening is een beschermingsbeleid vastgelegd, dat onderscheid maakt in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. Voor waterwingebieden geldt dat het bestemmingsplan alleen bestemmingen toestaat die geen negatieve effecten hebben op de kwaliteit van het grondwater. Grondwaterbeschermingsgebieden krijgen een bestemming die hetzelfde of een lager risico voor het grondwater met zich meebrengt dan de vigerende bestemming. Een deel van Groenewoud valt in het grondwaterbeschermingsgebied. In beide gebieden (Groenewoud en Kwakkenberg) bevindt zich geen waterwingebied)
  • Bij stedelijke ontwikkeling is het belangrijk om te voorzien in de behoefte aan 'groen in en om de stad'. Hiervoor zijn in de Structuurvisie zgn. GIOS-zones aangegeven
  • De provincie streeft daarnaast naar het veiligstellen van de Gelderse natuur door het realiseren en beschermen van een samenhangend netwerk van hoogwaardige natuurgebieden, cultuurlandschappen en verbindingszones: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Binnen de EHS zijn in principe geen bestemmingen toegestaan, waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast.
3.2.3 Conclusie

Het bestemmingsplan Nijmegen Groenewoud Kwakkenberg voorziet in het vastleggen van de bestaande situatie in het stedelijk gebied. Binnen het plangebied zijn geen (grootschalige) veranderingen dan wel nieuwe ontwikkelingen voorzien. Er wordt niet afgeweken van het hierboven beschreven provinciaal beleid.