Plan: | Heyendaal 1977 - 14 (Groenewoudseweg nabij nr. 313) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP63W14-OH01 |
Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd, nl. in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007).
Het archeologie beleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met Malta en de Monumentenwet, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die mede als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen.
Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en gebieden met hun waardering zijn aangegeven.
Groenewoudseweg 313 ligt in een gebied met nader te onderzoeken archeologisch belang (waarde 1).Voor deze archeologische waarde wordt in het bestemmingsplan niets geregeld, maar mogelijk zullen aan deze waarde in de nabije toekomst via een erfgoedverordening archeologische maatregelen kunnen worden gekoppeld.
Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht dit te melden (artikel 53 Monumentenwet 1988). Deze melding dient te gebeuren bij de minister van OCW, in casu de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.