direct naar inhoud van 6.3 Juridische vormgeving
Plan: Nijmegen Centrum - Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP5000-VG01

6.3 Juridische vormgeving

Groen

De in het plangebied voorkomende grotere openbare groenvoorzieningen zijn voorzien van de bestemming Groen. Binnen de meeste overige bestemmingen zijn ook groenvoorzieningen mogelijk, zodat niet al het groen ook als groen bestemd hoeft te worden. Zo zijn bijvoorbeeld binnen de bestemming Verkeer ook groenvoorzieningen mogelijk, zodat bermen niet als groen bestemd hoeven te worden. Binnen de bestemming Groen zijn ook bijbehorende voorzieningen zoals sport- en speelvoorzieningen, terrassen, hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets en voetpaden mogelijk. Tevens zijn wadi's, water, overstortvijvers, rioolbuffers en geluidwerende voorzieningen mogelijk. In de bestemming Groen zijn parkeervoorzieningen niet toegestaan. Waardevolle bomen zijn niet apart aangeduid. Deze bomen worden via de kapverordening beschermd.

Binnen de bestemming Groen is een aanduiding 'brug' opgenomen voor de brug in het Hunnerpark. Ook is een aanduiding voor de kiosk in het Kronenburgerpark opgenomen.

Verkeer

De bestemming Verkeer is opgenomen voor de openbare weg in brede zin. Hieronder wordt verstaan wegen, pleinen, busbanen, fiets- en voetpaden, bruggen, parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. Binnen de bestemming Verkeer zijn ook bijhorende voorzieningen zoals groen-, sport- en speelvoorzieningen, taluds en geluidwerende voorzieningen toegestaan. Tevens zijn wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen mogelijk. Ook zijn terrassen, markten en standplaatsen toegestaan.

Binnen de bestemming Verkeer zijn de aanduidingen 'brug' en 'railverkeer' opgenomen voor de (spoor)bruggen over de Waal omdat hier specifieke bouwregels op van toepassing zijn. De aanduiding 'brug' is ook opgenomen voor de bruggen in de Marikenstraat. Voor Plein 1944 is de aanduiding 'gemengd' opgenomen ten behoeve van ondergrondse voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening en horeca voorzover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten. De aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-camperplaats' is opgenomen om bij de Lindenberghaven maximaal 6 camperplaatsen mogelijk te maken. Binnen de aanduiding 'bouwvlak' mogen bovengrondse parkeergarages en garageboxen gerealiseerd worden. Ongebouwde parkeervoorzieningen en terrassen kunnen overal binnen de bestemming Verkeer gerealiseerd worden. Voor gebouwde terrassen en voor kiosken is een aanduiding opgenomen. Voor het realiseren van een terras dient wel eerst een terrasvergunning te worden aangevraagd. Door middel van de aanduiding 'verblijfsgebied' is aangegeven welke gronden vooral een functie voor het voetgangersverkeer hebben.

Water

Alleen wanneer water een belangrijk element vormt in zijn omgeving dan wel van groot belang is voor de waterhuishouding, is de bestemming Water toegekend. De bestemming Water is opgenomen voor de Waal en de vijver in Kronenburgerpark. In andere gevallen valt water veelal onder de bestemming Groen. Gronden met de bestemming Water zijn bestemd voor de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en -berging, watergangen, aanleg- en vissteigers, waterlopen en waterpartijen, alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken, kunstwerken zoals bruggen, duikers en andere waterstaatkundige werken. Ook zijn bijbehorend voorzieningen zoals groen, sport- en speelvoorzieningen mogelijk.

Er zijn aanduidingen opgenomen ten behoeve van de ligplaatsen langs de Waalkade en de Lindenberghaven. In de Lindenberghaven mogen maximaal 5 woonschepen, een gastenschip, een museumschip en 2 bedrijfsvaartuigen liggen. Tevens is de Haven- en Kadeverordening van toepassing en zal een beeldkwaliteitplan voor woonschepen en woonarken worden opgesteld.

Leiding-Riool (dubbelbestemming)

Met deze dubbelbestemming zijn de hoofdriolen aangegeven. Rondom de riolen is een strook van 4 meter aangehouden. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van het riool hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. De gemeente is de beheerder van deze riolen.

Waarde-Archeologie 2 (dubbelbestemming)

In gebieden met een archeologisch belang (waarde 2) geldt een archeologische (dubbel)bestemming. Ten behoeve van de dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden opgericht. Indien er ten behoeve van de andere, op de gronden geldende bestemming een bouwwerk wordt opgericht van meer dan 50 m2 en een diepte van meer dan 30 cm, dient er een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden voldoende zijn vastgesteld. Er kan, na advies van de archeologisch deskundige, omgevingsvergunning worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunning voor werken- en werkzaamheden vereist. Deze dubbelbestemming is alleen opgenomen voor een gedeelte van de Waal nabij de spoorbrug.

Waarde-Archeologie 3 (dubbelbestemming)

In gebieden met waarde 3 (terreinen van zeer hoge archeologische waarde) geldt een archeologische (dubbel)bestemming. Ten behoeve van de dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden opgericht. Indien er ten behoeve van de andere, op de gronden geldende bestemming een bouwwerk wordt opgericht waarvoor grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder het maaiveld, dient er een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden voldoende zijn vastgesteld. Er kan, na advies van de archeologisch deskundige, omgevingsvergunning worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunning voor werken- en werkzaamheden vereist. Deze dubbelbestemming beslaat bijna het gehele plangebied.

Waarde-Cultuurhistorie 1 (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie 1 is opgenomen voor het van rijkswege beschermde stadsgezicht Benedenstad. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de cultuurhistorische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. Bevoegd gezag wint hiervoor schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.

Of de cultuurhistorische waarden op onaanvaardbare wijze worden aangetast zal worden beoordeeld aan de hand van de door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde toelichting op de bescherming van de Benedenstad. Deze toelichting is opgenomen in de bijlage 3 van het raamwerk Nijmegen Centrum. Ter bescherming van het stadsgezicht is naast het bouwverbod, tevens een omgevingsvergunning voor slopen en het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden opgenomen.

Ruimtelijk-structurele en ruimtelijk-visuele aspecten zorgen voor de bijzondere kwaliteiten van het beschermde stadsgezicht Benedenstad. Eén van de ruimtelijk-visuele aspecten is het karakter van de bebouwing, bepaald door het type bebouwing, de breedte, diepte, opbouw, bekapping, gevelindeling en het materiaalgebruik. Behoud van het karakter van de bebouwing is van essentieel belang voor behoud van de kwaliteiten van het beschermde stadsgezicht. Om deze reden zijn voor veel panden in de Benedenstad de dakvormen in dit bestemmingsplan vastgelegd. Het daklandschap maakt immers een waardevol onderdeel uit van het karakter van de bebouwing en daarmee van de Benedenstad. Bij de algemene regels zijn voor de verschillende dakvormen aanduidingen opgenomen. Deze dakvormen worden in artikel 1.38 verklaard. Uitgangspunt is dat het type dakvorm dat is aangeduid gehandhaafd blijft dan wel bij uitbreidingen of nieuwbouw worden gerealiseerd. Indien er op een perceel meerdere bouwdelen staan, is er per bouwdeel een dakvorm aangegeven.

Waarde-Cultuurhistorie 2 (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie 2 is opgenomen voor de 19e-eeuwse stadsuitleg. Voor dit gebied is een procedure als bedoeld in artikel 35 Monumentenwet 1988 in voorbereiding, namelijk de aanwijzing van het gebied als een (van rijkswege) beschermd stadsgezicht. Zodra dit besluit is genomen moet de gemeenteraad, ter bescherming van het stadsgezicht, een bestemmingsplan vaststellen waarin de cultuurhistorische waarden van het gebied geborgd zijn (artikel 36 Monumentenwet). Om tijdig aan deze verplichting te voldoen, is in dit bestemmingplan rekening gehouden met deze komende aanwijzing. Dit gebied is tevens aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsbeeld.

Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de cultuurhistorische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. Bevoegd gezag wint hiervoor schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.

Of de cultuurhistorische waarden op onaanvaardbare wijze worden aangetast zal worden beoordeeld aan de hand van de door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde toelichting op de bescherming van de 19e-eeuwse stadsuitleg. Deze toelichting is opgenomen in bijlage 4 van het raamwerk Nijmegen Centrum. Ter bescherming van het stadsgezicht is naast het bouwverbod, tevens een omgevingsvergunning voor slopen en het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden opgenomen. Voor het aanleggen van parkeerplaatsen dient bijvoorbeeld een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Het parkeren in de voortuinen binnen de 19e-eeuwse Stadsuitleg kan daarmee worden tegengegaan.

Omdat voor de bescherming van individuele monumenten en stadsbeeldobjecten al een regeling is opgenomen in de Monumentenwet en in de Monumentenverordening van de gemeente Nijmegen is hiervoor geen aparte (beschermende) regeling opgenomen in het bestemmingsplan.

Waterstaat-Waterkering (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering is opgenomen voor de kernzone en de beschermingszone van de waterkering langs de Waal. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Voordat een omgevingsvergunning kan worden verleend, zal advies worden ingewonnen bij de waterbeheerder (Waterschap Rivierenland). Daarbij zal getoetst worden aan de Keur van het Waterschap.

Waterstaat-Waterstaatkundige functie (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waterstaat-Waterstaatkundige functie is opgenomen voor de Waal en het gedeelte van de Waalkade tot aan de hoogwaterkering. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van de waterbergingscapaciteit hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Tevens is een omgevingsvergunning voor werken- en werkzaamheden vereist. Voordat een omgevingsvergunning kan worden verleend, zal advies worden ingewonnen bij de rivierbeheerder (Rijkswaterstaat). Daarbij zal getoetst worden aan de Beleidslijn grote rivieren.

Algemene regels

Beeldende kunst

Bij de algemene regels is een regeling opgenomen ten behoeve van beeldende kunst. Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.

(Bouw)werken ten algemenen nutte

Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten, haltes, openbare toiletvoorzieningen en schuilgelegenheden, is, binnen alle bestemmingen toegestaan. Er gelden wel bouwregels en de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels zijn onverkort van toepassing.

Dakvormen

Voor veel panden in het beschermd stadsgezicht Benedenstad is een aanduiding voor de dakvorm opgenomen. De aangeduide dakvorm dient behouden te blijven dan wel bij uitbreidingen of nieuwbouw waarbij een nieuw dak wordt gebouwd, gerealiseerd te worden. Deze dakvormen worden in artikel 1.38 verklaard.

Jongerenontmoetingsplaatsen

Er is regeling opgenomen dat Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn ontheffing te verlenen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen binnen de bestemmingen Groen, Verkeer of Maatschappelijk. Er moet dan aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Jongerenontmoetingsplaatsen zijn dus niet meer direct mogelijk binnen deze bestemmingen.

Ondergronds bouwen

Bij deze algemene regel staan de regels voor ondergronds bouwen aangegeven. Bij alle bestemmingen is ondergronds bouwen toegestaan, met dien verstande dat de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassingen zijn. Ondergrondse parkeervoorzieningen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan.

Archeologisch-rijksmonument

Voor de gebieden met waarde 4 (Valkhof en Hunnerpark) is geen dubbelbestemming opgenomen omdat deze gebieden al als archeologisch rijksmonument zijn aangewezen en daarmee voldoende beschermd zijn. Omdat het wel gewenst is om bij het raadplegen van het bestemmingsplan deze gebieden inzichtelijk te hebben, is hiervoor een gebiedsaanduiding opgenomen. Voor ontwikkelingen op deze terreinen dient bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een omgevingsvergunning te worden aangevraagd.

Milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied

Bij de algemene regels is een regeling opgenomen ten behoeve van het grondwaterwingebied en -beschermingszone Nieuwe Markt. De grondwaterwinning zal in 2015 worden beëindigd. De nu aanwezige 25-jaarszone zal worden ingekrompen tot een 10-jaarszone, die op termijn nog verder zal inkrimpen. In dit bestemmingsplan is voor de 10-jaarszone de aanduiding 'milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied' opgenomen. Binnen deze aanduiding is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren (vml aanlegvergunning). Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen wanneer door beëindiging van de waterwinning de aanduiding "Milieuzone-Grondwaterbeschermingsgebied" geheel of gedeeltelijk kan komen te vervallen.

Veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen

Binnen de gebiedsaanduiding veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen zijn nieuwe zeer kwetsbare objecten niet toegestaan. Onder zeer kwetsbare objecten wordt een object dat bestemd is voor groepen beperkt zelfredzame personen verstaan. Van beperkte zelfredzaamheid is sprake wanneer personen in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen, zoals kinderen, ouderen, gehandicapten en gedetineerden. Voorbeelden van zeer kwetsbare objecten zijn grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, detentiecentra, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen en begeleid wonen met 24-uurszorg. Deze gebiedsaanduiding is opgenomen voor een zone van 200 meter vanaf het spoor en 90 meter vanaf de oever van de Waal.