direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - 1
Plan: Nijmegen Centrum - Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP5000-VG01

Artikel 8 Gemengd - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. cultuur en ontspanning, dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b of 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-2' tevens voor een hotel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-parkeerdak' tevens voor een parkeerdak met bijbehorende voorzieningen;
  • e. ondergeschikte detailhandel;
  • f. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 32.4;
  • g. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  • h. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  • i. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.
8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en overkappingen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

8.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 8.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-dakvorm' dient de aangegeven dakvorm behouden te blijven dan wel bij uitbreidingen of nieuwbouw waarbij een nieuw dak wordt gebouwd, gerealiseerd te worden zoals aangegeven in artikel 31.3;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient de onderdoorgang vrij te blijven van bebouwing;
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het de aanduiding 'bouwvlak' mag maximaal 50% van het bestemmingsvlak buiten de aanduiding 'bouwvlak' bedragen;
    • 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen;
    • 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat:
    • 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter;
    • 2. aangrenzend aan het hoofdgebouw van de naastliggende bestemming mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter;
    • 3. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, anders dan onder 1 en 2 genoemd, mag niet meer dan 4 meter bedragen. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerdak' mag de bouwhoogte van bijbehorende voorzieningen niet meer bedragen dan 4 meter ten opzichte van de bouwhoogte van het parkeerdak.
  • e. bij de realisering van de in deze bestemming toegelaten geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies moet worden voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder. Als de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde mogen geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies alleen worden gerealiseerd als voldaan wordt aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere waarde en de daarin opgenomen voorwaarden.
8.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de in lid 8.1 onder b genoemde functie 'horeca' geldt de volgende bepaling:

horeca, met uitzondering van logiesverstrekkende horeca, is uitsluitend toegestaan op de begane grond. Bestaand gebruik ten behoeve van horeca op verdiepingen is toegestaan. Bij (middel) zware horeca (categorie 2 of 3) mag de eerste verdieping gebruikt worden ten behoeve van toilet-, opslag- en/of kantoorruimte ten behoeve van het horecabedrijf. De kelderruimte mag, met uitzondering van bestaand gebruik, bij horecabedrijven alleen gebruikt worden ten behoeve van keuken, toilet-, opslag- en/of kantoorruimte ten behoeve van het horecabedrijf.