direct naar inhoud van Artikel 20 Verkeer
Plan: Nijmegen Centrum - Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP5000-VG01

Artikel 20 Verkeer

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing (waaronder terrassen), verkeerswegen (waaronder busbanen, fiets- en voetpaden), openbaar vervoer (waaronder hoogwaardig openbaar vervoer), kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), parkeervoorzieningen (waaronder garageboxen en parkeergarages) en fietsenstallingen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' tevens voor een brug;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor ondergrondse voorzieningen in één bouwlaag gericht op cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening en horeca voorzover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van horeca-activiteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' tevens voor railverkeer;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-camperplaats' tevens voor een camperplaats voor maximaal 6 campers met bijbehorende voorzieningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'terras' tevens voor een gebouwd terras;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' tevens voor verblijfsgebied;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-kiosk' tevens voor een kiosk;
  • i. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming;
  • j. bijbehorende voorzieningen zoals: in- en uitritten, fly-overs, groen-, sport- en speelvoorzieningen en taluds;
  • k. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen;
  • l. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen;
  • m. voorzieningen ten behoeve van aangrenzende ligplaatsen voor schepen, zoals afmeermiddelen, loopbruggen en (nood)trappen;
  • n. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 31.2.
20.2 Bouwregels
20.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van garageboxen en parkeergarages;
  • b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van kiosken;
  • c. gebouwen en overkappingen ten behoeve van gebouwde terrassen;
  • d. gebouwen en overkappingen ten behoeve van fietsenstallingen;
  • e. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 31.2;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

20.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 20.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. bovengrondse parkeergarages en garageboxen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak', met dien verstande dat:
    • 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het aangegeven bebouwingspercentage mag worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-kiosk' is een kiosk toegestaan met een oppervlakte van maximaal 25 m2, een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 5 meter;
  • c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras' is een gebouwd terras toegestaan waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • d. de bouwhoogte van fietsenstallingen mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • e. aangrenzend aan het hoofdgebouw van de naastliggende bestemming mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter;
  • f. de bouwhoogte van palen, (licht)masten en ballenvangers en geluidwerende voorzieningen mag niet meer dan 15 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, anders dan onder e genoemd, mag niet meer dan 5 meter bedragen. Ter plaatse van de aanduidingen 'brug' en 'railverkeer' mogen bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, hoger zijn.
20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 20.2.2 onder b voor de bouw van een kiosk met dien verstande dat:
    • 1. de bebouwde oppervlakte van een kiosk maximaal 25 m² mag bedragen;
    • 2. de maximale bouwhoogte 5 meter en de maximale goothoogte 3 meter mag bedragen;
    • 3. de activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken;
  • b. lid 20.2.2 onder c voor de bouw van een gebouwd terras met dien verstande dat:
    • 1. het gebouwde terras aan een bestaand gebouwd gebouwd dient te zijn, dat ingevolge deze regels gebruikt mag worden voor een horecabedrijf;
    • 2. de hoogte van het gebouwde terras niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het onder 1 genoemde bestaande gebouw;
    • 3. het terras geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer.