Buitengebied Dorp Lent - 24 (Citadel College en sporthal)

6.4 Externe veiligheid

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Spoor Arnhem-Nijmegen

In het rapport “Externe veiligheid spooromgeving Waalspronggebied ” zijn het plaatsgebonden en het groepsrisico ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor Arnhem-Nijmegen inzichtelijk gemaakt. Op basis van de huidige (2007) en de verwachte (2020) spoorintensiteit van en een scenario met hoge groei is een prognose voor het jaar 2020 opgesteld.

De risico's als gevolg van het vervoer over het spoor zijn beperkt. Uit het onderzoek is gebleken dat het PR als gevolg van het vervoer geen beperkingen oplegt aan de ruimtelijke inrichting van de Waalsprong. Het PR is en blijft lager dan 10-6 per jaar.

Als gevolg van geplande woningbouw neemt het GR in de toekomstige situatie toe, en overschrijdt de oriëntatiewaarde in 2020 met 1,58. Omdat er sprake is van een toename van het risico en een overschrijding van de oriëntatiewaarde, dient hier bij de vaststelling van het bestemmingsplan rekening mee te worden gehouden.

In de Circulaire “Risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen” staat dat bij vaststelling van een ruimtelijk plan ook een stijging van het GR moet worden verantwoord. Voor de verantwoording van de toename van het groepsrisico is het advies van de regionale brandweer betrokken.

Prins Mauritssingel/A325

In het rapport “Analyse externe veiligheid Waalsprong A325” zijn het plaatsgebonden en het groepsrisico ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Prins Mauritssingel inzichtelijk gemaakt. In opdracht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer is onlangs het transport van gevaarlijke stoffen over de Prins Mauritssingel geteld. Op basis van deze tellingen en een scenario met hoge groei is een prognose voor het jaar 2020 opgesteld. De Prins Mauritssingel is beschouwd als gemeentelijke weg (50 km/h met gelijkvloerse kruisingen).

De risico's als gevolg van het vervoer over de A325 zijn zeer beperkt. Uit het onderzoek is gebleken dat het PR als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Prins Mauritssingel geen beperkingen oplegt aan de ruimtelijke inrichting van de Waalsprong. Het PR is en blijft lager dan 10-6 per jaar. Dit is vooral gelegen in het feit, dat lpg voor het risico maatgevend is en het vervoer van lpg over de A325 niet zal toenemen.

Als gevolg van geplande woningbouw neemt het GR in de toekomstige situatie toe, maar blijft ruim (meer dan een factor 100) onder de oriëntatiewaarde. Omdat er in het geval van de Citadel wel sprake is van een toename van het risico, dient hier bij de vaststelling van het bestemmingsplan rekening mee te worden gehouden. In de Circulaire “Risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen” staat dat bij vaststelling van een ruimtelijk plan ook een significante stijging van het GR moet worden verantwoord.

Het brandweeradvies

Maatregelen ter beperking van het groepsrisico, de voorbereiding op een incident, de mogelijkheden van het bestrijden van een incident en de mogelijkheden van zelfredzaamheid worden in de volgende paragraaf uitgewerkt naar aanleiding van het brandweeradvies van de regionale brandweer(zie bijlage). Dit advies is opgesteld naar aanleiding van de totale ontwikkeling van het gebied en niet specifiek gericht op de bouw van een middelbare school en een sporthal. Op enkele punten zal het advies dan ook niet opgaan voor de bouw van het college en de sporthal. In de gevallen waar daar sprake van is wordt in de beoordeling hierna verwezen.

In haar brief van 29 juli adviseert de regionale brandweer om de volgende maatregelen te treffen ter verantwoording van het groepsrisico.

• 1. Het wegenplan inrichtingen conform de richtlijnen voor bereikbaarheid Brandweer Nijmegen;
• 2. Het realiseren van voldoende blus-/koelwatervoorzieningen in het plangebied en nabij de risicobronnen;
• 3. Het realiseren van vluchtwegen die direct van de risicobronnen wegleiden;
• 4. Gebouwen binnen 150 meter vanaf de risicobronnen zoveel mogelijk met een blinde gevel aan de zijde van de risicobronnen realiseren;
• 5. Bestemmingen die specifiek bedoeld zijn voor verblijf door verminderd of niet-zelfredzame personen op minimaal 300 meter vanaf de risicobronnen bestemmen;
• 6. Actieve risicocommunicatie naar (toekomstige) bewoners van het plangebied;
• 7. Het realiseren van een sirene welke is aangesloten op het landelijke sirenenetwerk centraal in het plangebied.

Reactie op het brandweeradvies

ad 1.

Bij de concrete invulling van het bestemmingsplan worden de richtlijnen in acht genomen en het plangebied zodanig ingericht dat er voldoende bereikbaarheid wordt gegarandeerd. De lokale brandweer wordt bij de verdere planuitwerking betrokken om de bereikbaarheid te toetsen en te waarborgen.

ad 2.

Bij de concrete invulling van het bestemmingsplan worden in overleg met de lokale brandweer voldoende blus-/koelwatervoorzieningen in het plangebied aangelegd.

ad 3.

Het wegenplan zoals deze nu in het bestemmingsplan is besproken met de lokale brandweer Nijmegen. Het wegenplan biedt nu voldoende vluchtmogelijkheden die direct van de risicobronnen wegleiden.

ad 4.

De gebruikers van een middelbare school en sporthal worden, gelet op hun leeftijd en hun fysieke staat, niet als verminderd zelfredzaam beschouwd. De bouw van deze objecten binnen de 300 meter contour levert dan ook geen bezwaren op.

ad 5.

De veiligheidsregio Gelderland-Zuid is in samenwerking met alle regionale gemeenten een risicocommunicatie campagne gestart. Onder de naam “Gelderland-Zuid denkt vooruit” zijn er diverse tools ontwikkeld om de inwoners te informeren over de mogelijke risico's en zijn er voor de twee belangrijkste handelingsperspectieven, te weten vluchten en schuilen, instructiekaarten gemaakt. Burgers ontvangen een folder als zij zich inschrijven bij de burgerlijke stand. Deze campagne is inmiddels al gestart.

ad 6.

Afhankelijk van de voortgang van de bouw in de Waalsprong zal dan nader onderzocht worden of en wanneer een extra sirene noodzakelijk is in dit gebied. Eventueel kan worden aangesloten op het cell broadcast systeem.

Verantwoording groepsrisico

Bij beoordeling van risico's is onder andere de vraag aan de orde welke omvang van een ramp, gegeven de kans daarop, aanvaardbaar is. Het gaat uiteindelijk om een afweging van deze risico's tegen de maatschappelijke baten. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico is in de maatschappelijke afweging een ijkpunt.
De groepsrisicoberekeningen tonen aan dat voor het vervoer over de weg het groepsrisico een factor 100 onder de oriëntatiewaarde blijft, voor het vervoer over het spoor stijgt het groepsrisico met een factor 1,58 t.o.v. de oriënterende waarde.

In het afwegingsproces inzake de toename van het groepsrisico zijn bovenstaande overwegingen gemaakt. Alles overwegende wordt geconcludeerd dat het verantwoord en noodzakelijk is om de loacatiete ontwikkelen. Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen hebben kennis genomen van de inhoud van de adviezen van de Regionale Brandweer Gelderland-Zuid en vinden de toename van het groepsrisico door beoogde ontwikkelingen (na het nemen van bovenstaande maatregelen) aanvaardbaar.

Er is dus sprake van een verantwoord risico

Bedrijven en Externe Veiligheid

Er zijn geen bedrijven in de nabijheid die een zondanige veiligheidscontour hebben dat zij beperkingen opleggen aan de bouw van het college en de sporthal opleggen.