Plan: | Buitengebied Valburg - 10 (Windturbines De Grift) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP447-OH01 |
Het MER Waalsprong is opgesteld op een moment dat de ontwikkelingen voor de Waalsprong al in volle gang waren. Ten tijde van het opstellen van deze rapportage waren al besluiten genomen en plannen gemaakt op rijks, provinciaal, en regionaal niveau over de invulling van de Waalsprong. Dit is van invloed op de uitgangspunten voor zowel de bestaande toestand als ook de autonome ontwikkeling.
Het MER Waalsprong 2003 is opgesteld voor de volgende activiteiten:
Een milieueffectrapportage begint met de beschrijving van de bestaande toestand. Als uitgangspunt voor de bestaande toestand is de situatie in de Waalsprong rond mei 2001 genomen. Gelet op de vele besluiten die al genomen waren in 2001 ten aanzien van de ontwikkeling van de Waalsprong is het redelijk om het structuurplan 'Land over de Waal' als autonome ontwikkeling te nemen.
De voorgenomen activiteit (VA) is één van de mogelijkheden waarop de Waalsprong, als geheel, ingevuld kan worden. Ten opzichte van de voorgenomen activiteit zijn een drietal alternatieven ontwikkeld die zodanig verschillend zijn dat een goed beeld van de bandbreedte van de milieueffecten kan worden gevormd. De drie alternatieven zijn:
De variatiemogelijkheden voor de ontwikkelingen in de Waalsprong zijn bekeken aan de hand van bouwstenen, alternatieven en scenario's. Een bouwsteen is een keuze voor een bepaald onderdeel van de ruimtelijke programmatische invulling van de Waalsprong. De bouwstenen zijn zowel thematisch als per deelgebied gerangschikt. Bouwstenen beïnvloeden elkaar en hangen met elkaar samen. De voorgenomen activiteit omvat een aantal m.e.r. (beoordelings)plichtige activiteiten. Voor de ontwikkelingen buiten de Waalsprong die effect hebben op de Waalsprong zijn scenario's gemaakt, voor zover het gaat om ontwikkelingen waarvan niet zeker is dat ze uitgevoerd gaan worden. Van elk scenario zijn de milieueffecten in beeld gebracht. De ontwikkelingen buiten de Waalsprong die de ruimtelijke structuur sterk kunnen beïnvloeden zijn vertaald naar bouwstenen. Aan de hand daarvan is het 4e alternatief 'Stad aan de Rivier' geconstrueerd.
Het Meest Milieuvriendelijke Alternatief (MMA) gaat uit van een evenwicht tussen de voor- en nadelen van spreiding en concentratie. Vanwege de landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden wordt woonpark Ressen niet ontwikkeld. Dit in tegenstelling tot het gebied van de Vossenpels waar wel grootschalige woningbouw wordt gepland. Woningbouw is in het laatste gebied goed in te passen in de bestaande structuur en er bestaan nauwelijks negatieve effecten. In de Landschapszone wordt slechts een beperkt deel van de woningbouwopgave ondergebracht. De verkeersknippen blijven gehandhaafd om de concurrentiepositie van de fiets en het openbaar vervoer te versterken. De Lentse Lus, aansluitend op de Prins Mauritssingel blijft gehandhaafd. Gekozen is voor watervoerende singels. Dit leidt tot het realiseren van een grote centrale waterberging in de Landschapszone. Daarbij is voor de waterkwaliteit en uit kostenoverweging de aanleg van diepe plassen van circa 60 hectare van belang. Deze worden zo vormgegeven dat belangrijke cultuurhistorische lijnen behouden kunnen blijven.
Het MER 2003 dient bij ieder concreet besluit (bestemmingsplan, ontheffing, milieuvergunning, etc.) in acht genomen te worden in die zin dat gekeken wordt hoe de voorgenomen activiteit passend is in hetgeen in onderzocht in het milieueffectrapport. Dit kan leiden tot een evaluatie van hetgeen is onderzocht in combinatie met nieuwe inzichten/onderzoeken. Bij een afwijking van hetgeen is onderzocht in het MER dient dit goed gemotiveerd te worden en moet er gekeken worden of aanvullend onderzoek nodig is.
Voor dit onderzoek zijn als uitgangspunten windturbines genomen die toen leverbaar waren. Van windturbines met een grotere rotordiameter waren niet alle benodigde specificaties beschikbaar. Daarom zijn deze typen toen niet in het MER-onderzoek betrokken
De conclusies van het MER Waalsprong over de effecten van de windturbines zoals voorgesteld in de Voorgenomen activiteit worden in deze paragraaf opgesomd. De conclusies zijn verder uitgewerkt in de thematische paragrafen in dit hoofdstuk.