Plan: | Buitengebied Valburg - 10 (Windturbines De Grift) |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP447-OH01 |
Nijmegen had rond 1985-1990 behoefte aan uitbreiding. Dit werd ook onderkend door zowel het Rijk als de Provincie. In 1992 heeft de provincie Gelderland aan de hand van een milieueffectrapport gekeken waar in de regio Nijmegen uitbreiding van woningbouw en bedrijventerrein het meest op zijn plaats zou zijn. Het gebied van de Waalsprong kwam daar als meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) uit. In de vierde nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) werd vervolgens de taakstelling van realisatie van 10.000 tot 12.000 woningen en 50 ha bedrijventerrein vastgelegd voor het Waalspronggebied.
De Gemeente heeft deze taakstelling uitgewerkt in het stuctuurplan 'Land over de Waal' van 1996. Door aanpassing van de gemeentegrenzen is in die periode eveneens het gehele Waalspronggebied Nijmeegs grondgebied geworden. Als uitwerking van het structuurplan zijn vier masterplannen geschreven die vervolgens zijn uitgewerkt in concrete (bestemmings)plannen. In 2001 bleek echter dat deze concrete plannen volgens de Raad van State niet gedragen werden door een, voor zo'n grootschalige ontwikkeling verplichte, milieueffectrapportage en daarop besloot de gemeente de milieueffecten alsnog te onderzoeken. In die periode is tevens voor de gehele stad het Kansenboek voor de Keizerstad” tot stand gekomen. Deze is in 2008 geactualiseerd door “Ruimtelijke kansen voor een ongedeeld Nijmegen”
Uit het kansenboek “Kansen voor de Keizerstad” volgde in eerste instantie de Milieueffectrapportage 2002, hetgeen de basis vormde voor de bestemmingsplannen Woonpark Oosterhout, Lent Oost en Stadsas Noord. Vervolgens zijn de aanbevelingen uit de MER 2002 verder onderzocht en uitgewerkt in de MER 2003. Deze laatste MER vormt de basis voor de huidige plannen in de Waalsprong. Op basis van deze laatste MER is het Voorkeursmodel Waalsprong 2003 uitgewerkt. Het MER bevat o.a. de bijlagen Windenergie en De Grift.
Naar aanleiding van het milieueffectrapport, de inspraakreacties op het milieueffectrapport en de ontwikkelingen rond de Waalsprong is het toekomstig ruimtelijk beeld van de Waalsprong bijgesteld. De volgende uitgangspunten zijn daarbij richtinggevend geweest:
Deze uitgangspunten hebben geleid tot een ander ontwerp waarbij het centrum van de Waalsprong niet meer in het hart van de Waalsprong is gelegen, maar verschoven is naar de rivier. Hierdoor wordt de Waalsprong niet 'een wijk achter de dijk', maar een deel van Nijmegen aan de overkant van de rivier.
In het zuidelijke deel wordt gebouwd in hoge dichtheden, waarbij aansluiting wordt gezocht bij de andere stedelijke kwadranten binnen de nieuwe stedelijke ring; de binnenstad en het Waalfront. Geleidelijk richting het noordelijk deel wordt de bebouwingsdichtheid lager. Woonpark Ressen wordt niet ontwikkeld. Hierdoor kan er ook bewuster omgegaan worden met de beschikbare ruimte en wordt meer aangesloten bij de identiteit van het gebied.
De ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein aan de noordzijde van de Waalsprong (De Grift) blijft een belangrijk uitgangspunt ook in dit voorkeursmodel. De bestaande gemengde bedrijvigheid langs de Stationsstraat/-weg is uitgangspunt waarbij herstructurering en zorgvuldige ontwikkeling moeten zorgen voor een goede en aantrekkelijke overgang tussen het 'echte' bedrijventerrein en de woningbouw. De uitdaging is om van bedrijventerrein De Grift een representatieve poort van Nijmegen te maken. Globaal zal het uit drie zones bestaan:
Er wordt geen aparte zone aangegeven voor de vestiging van instituten en/of kantoren. Deze functies zijn prima te verweven met andere functies zoals wonen en de al eerder genoemde linten. De twee geplande multifunctionele knopen (knoop Lent en knoop de Grift) worden niet gelijktijdig ontwikkeld. Het is de bedoeling om knoop de Grift in een later stadium pas te ontwikkelen zodat beter aangesloten kan worden bij de behoeften in de markt.
Het ontwikkelingsgebied Waalsprong 2007 kent voor wat het onderwerp Windturbines en bedrijventerrein "De Grift" geen relevante wijzigingen ten opzichte van het Voorkeursmodel.
De Structuurvisie is de opvolger van het Kansenboek, waarin ruimtelijke gevolgen van beleidsbeslissingen werden vastgelegd. De structuurvisie moet nog door de raad worden vastgesteld. In beide staat een drietal kwaliteitsuitgangspunten voor ruimtelijke ontwikkelingen centraal:
In de Structuurvisie zijn drie accenten genoemd die een rol spelen bij alle ruimtelijke ontwikkelingen en ambities: Bruisende Stad, Verleden Verbeeld en Stad in Balans.
De Structuurvisie geeft een concrete invulling aan de inhoudelijke en politieke ambities van de gemeente. Het beschrijft de gewenste ruimtelijke hoofdstructuur van Nijmegen en informeert over programma's en projecten. Welke ontwikkelingen zijn wanneer in de tijd geplaatst en hoe sluiten ze op elkaar aan? De Structuurvisie maakt duidelijk waar de stad op aan koerst. Het gaat een toetsings- en onderbouwingskader voor ruimtelijke (bestemmings)plannen vormen, maar ook een kompas, inspiratie en ontwikkelingskader voor investeringen door gemeente en andere overheden, bedrijven, organisaties en inwoners. Voor de Structuurvisie is geen nieuw beleid ontwikkeld. Alleen de ruimtelijke gevolgen van vaststaand beleid zijn er in samengebracht.
De vooruitblik gaat tot 2030, het uitvoeringsprogramma beslaat vier jaar. Daarna wordt de structuurvisie aangepast aan maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Het beleid is dus niet dichtgetimmerd voor de komende twintig jaar, dat zou zeer onwenselijk zijn. We beschrijven de ambities voor het hele grondgebied van Nijmegen, in relatie tot ontwikkelingen in de regio of (inter)nationaal verband om hierbij aan te sluiten of invloed op uit te oefenen.
Nijmegen kent verschillende bedrijventerreinen, elk met een apart profiel:
Het Nijmeegs beleid over bedrijventerreinen is vastgelegd in de nota “een andere kijk op Nijmeegse bedrijventerreinen” (2003). Kernpunten uit deze nota zijn zuiniger omgaan met de beschikbare ruimte en een relatie leggen met de behoefte van de aanwezige beroepsbevolking. In de nota is de maatschappelijke en ruimtelijk-economische behoefte aan bedrijventerreinen in beeld gebracht en zijn ambities voor zorgvuldig ruimtegebruik verwoord. De grootste behoefte is aan ‘gemengd bedrijventerrein’ (o.a. de Grift en Bijsterhuizen).
Belangrijke uitgangspunten zijn:
Het thema van deze nota “meer werk op minder meter” is nog steeds van kracht. Dat wil zeggen dat er nog steeds ingezet wordt op intensievering van bestaande terreinen en inbreiding voordat wordt overgegaan tot aanleg/ontwikkeling van nieuwe (regionale) bedrijventerreinen.
In de A15 zone komt het Betuws Bedrijvenpark (op grondgebied van gemeente Overbetuwe) vanaf 2009/ 2010 in ontwikkeling. Bedrijven kunnen daar terecht. Een nieuw bedrijventerrein De Grift (Noord en zuid) wordt na 2015 ontwikkeld omdat er vooralsnog voldoende aanbod in de A15 zone is met het op de markt komen van het Betuws bedrijvenpark.
In de A73 zone (Bijsterhuizen) dreigde een tekort aan regionaal bedrijventerrein te ontstaan. De uitgiftesnelheid van bedrijventerrein Bijsterhuizen is de afgelopen 2 jaar fors omhoog gegaan. Op dit moment is sprake van een afnemende vraag naar bedrijventerrein. Op basis van een bijgestelde economische groeiscenario zal een tekort zich naar verwachting pas na 2012 voordoen. Om die reden is besloten om de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein uit te stellen na 2012.
Op 23 september 2008 heeft het college van B & W een ontwikkelingskader voor "De Grift" vastgesteld. Op 22 oktober 2008 is de gemeenteraad daarover geïnformeerd.
Ontwikkelingskader de Grift is een verdere uitwerking van het Voorkeursmodel Waalsprong 2003, het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong, Actualisatie Kansenboek 2007 en Structuurvisie Nijmegen 2010. Het ontwikkelingskader de Grift schetst een economische visie ten aanzien van bedrijventerrein de Grift.
De vastgestelde uitgangspunten zijn:
De Grift Noord:
De Grift Zuid
Bestaande terreinen
In januari 2008 is door de gemeenteraad van Nijmegen de Klimaatnotitie “Een goed klimaat voor verandering” aangenomen.
In de notitie wordt het volgende als uitgangspunt aangegeven m.b.t. duurzame energie:
Het voorgenomen initiatief sluit goed aan bij het actuele gemeentelijk beleid.