direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Water
Plan: Haven- en industriegebied Nijmegen West 1979-56
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP41W56-OH01

Hoofdstuk 5 Water

De watertoets

Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Hierin zijn water en ruimtelijke ontwikkelingen geïntegreerd, conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet.

Binnen de volgende documenten is de watertoets verankerd:

Nota Anders Omgaan met Water (Kabinetsstandpunt over het waterbeleid 21e eeuw, dec. 2000)

Nationaal Bestuursakkoord Water (2 juli 2003)

Landelijke Handreiking Watertoets 2 (RIZA, december 2006)

Waterbeheerplan 2010-2015 (Waterschap Rivierenland 15 december 2008)

Algemeen

Het plangebied maakt deel uit van de bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het gebied Biezen (Oud-west). Voor dit gebied zijn het “Waterplan Nijmegen (2001) & Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 t/m 2016” relevant. Er vinden geen wijzingen plaats als gevolg van de voorgenomen bestemming.

Oppervlaktewater

Het planbgebied ligt op korte afstand van het Maas-Waalkanaal. Voor binnenvaarwegen van CEMT-klasse V, zoals het Maas-Waalkanaal geldt een overlegzone van 25 meter vanaf de
vaarwegbegrenzing. Binnen dit gebied moet het Rijk als vaarwegbeheerder als belanghebbende in de zin van artikel 10 BRO gezien worden.

Het bestemmingsvlak en het bouwvlak zijn gelegen op respectievelijk 24 en 25 meter van de vaarwegbegrenzing. Buiten het bouwvlak, op minder dan 25 meter van de vaarwegbegrenzing, mogen erfafscheldlngen en bouwwerken, geen gebouw en overkappingen zijnde, worden opgericht. Binnen deze zone geldt een bouwverbod, alwaar na instemming van de rivierbeheerder ontheffing kan worden verleend.

In het bestemmingsplan is hiervoor de aanduiding “vrijwaringszone-vaarweg” opgenomen voor de strook grond buiten het bouwvlak.

Grondwater

Het plangebied bevindt zich in niet een grondwaterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP41W56-OH01_0007.png"

Uitgangspunt bij nieuwe stedelijke in- en uitbreidingen is dat er grondwaterneutraal wordt gebouwd. Dat wil zeggen dat de oorspronkelijke grondwaterstanden en -stromen in de omgeving niet wijzigen. Dit kan bereikt worden door:

- een grondwatergerelateerde locatiekeuze: geen stedelijke uitbreidingen in gebieden met (kans op) hoge grondwaterstanden;

- maatregelen te treffen bij bouwrijp maken en tijdens de bouw (ophogen, goede structuur van het oppervlaktewatersysteem, voorkomen verdichting bodemstructuur);

- een waterproof bouwkundig ontwerp van woningen en gebouwen (bijvoorbeeld kruipruimteloos)

Om grondwateroverlast in bestaand stedelijk gebied te beperken zet het waterschap in eerste instantie in op bouwkundige maatregelen. Pas als dit onvoldoende soelaas biedt komen drainerende of onttrekkende oplossingen in beeld.

Dit sluit niet uit dat er niet ondergronds gebouwd mag worden, mits er voldoende technische maatregelen worden getroffen zodat de bouw waterdicht is.

Riolering/ hemelwater

De riooltechnische ontsluiting van het plangebied bevindt zich aan de Nijverheidsweg. De riolering is uitgevoerd als verbeterd gescheiden gescheiden stelsel. In het kader van het bevorderen van het duurzaam omgaan met water geldt als gemeentelijk beleid, om schoon hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. Schoon hemelwater dient in de bodem te worden geïnfiltreerd. Bij infiltratie van hemelwater dient waar mogelijk conform convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000, gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen.

Voor plannen waarbij geïnfiltreerd wordt en geen ontheffing wordt verleend, moet een waterhuishoudkundig plan bij de gemeente worden ingediend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP41W56-OH01_0008.png"

Gebied waarbinnen de afkoppelnota geldt.