direct naar inhoud van 3.6 Waterhuishouding
Plan: Buitengebied Valburg - 15
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP144W15-OH01

3.6 Waterhuishouding

3.6.1 Watertoets

In het kader van de watertoets heeft het overleg met het waterschap plaatsgevonden en is de volgende inhoud voor de waterparagraaf vastgesteld.

3.6.2 Algemeen

Het plangebied maakt deel uit van de bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het gebied De Waalsprong. Voor dit gebied zijn het Waterplan Nijmegen (2001) en Waterhuishoudkundig inrichtingsplan Waalsprong 2009 relevant.

3.6.3 Oppervlaktewater
3.6.3.1 Algemeen beleidskader

Het plangebied maakt qua watersysteem onderdeel uit van het systeem voor de gehele Waalsprong. Voor het sportpark Oosterhout (Nieuwe Balveren) is in 2008 een Waterhuishoudkundig plan opgesteld waarvan het plangebied deel uitmaakt. De ontworpen waterberging hield al rekening met de nu geplande inbreiding met bedrijven. Voor de ontwikkeling van het sportpark met drie bedrijven is het waterhuishoudkundig plan geactualiseerd naar de situatie van 2011. Het grote onderliggend waterhuishoudkundige kader is de Waterhuishoudkundige Inrichtingsplan Waalsprong (WIW 2009)

In deze paragraaf wordt het hoofdprincipe van het systeem Waalsprong kort toegelicht met de gevolgen voor de inrichting van het systeem voor Sportpark Nieuwe Balveren.

3.6.3.2 Systeem Waalsprong

Het watersysteem in de Waalsprong is een zelfvoorzienend systeem dat alleen in extreme gevallen water afvoert naar de Linge. De A-watergang naast het Sportpark Nieuwe Balveren is de hoofdafvoer van het watersysteem van de Waalsprong.

Het systeem Waalsprong bestaat na realisatie uit 3 grote plassen en een systeem van singels. Het minimum waterniveau in de singels is 7,60 m+NAP waardoor er altijd 1 m water aanwezig is. Het teveel of te weinig aan water wordt opgevangen in de drie grote plassen. Bij te weinig water in de singels wordt water uit de plassen het systeem ingepompt. Bij teveel aan water in de singels wordt het water in de plassen geborgen. Het pompsysteem zorgt er tevens voor dat de singels voldoende doorspoelen en er geen stagnant water ontstaat.

3.6.3.3 Watersysteem sportpark Nieuwe Balveren

Het minimale waterniveau van de watervoerende watergangen is 7,60 m+NAP. Het gemiddelde waterniveau is 7,90 m+NAP. Bij regenperioden stijgt het water gemiddeld eens per jaar tot 8,15 m+NAP. Bij een zomerbui met een herhalingstijd van 1 keer per 10 jaar (T=10), stijgt de waterstand in de singels in het deelsysteem Oosterhout tot NAP +8,25 m.

Het watersysteem van sportpark Oosterhout bestaat uit wadi's, zaksloot-wadi's, droogvallende watergangen met als bodemhoogte 7,5 - 8,0 m+NAP en watervoerende watergangen met als bodemhoogte 6,6 m+NAP.

3.6.3.4 Deelsysteem Bedrijventerrein Griftdijk

Het bedrijventerrein bestaat uit drie bedrijven die het regenwater bovengronds aanleveren naar de wadi en zaksloot-wadi's langs de Griftdijk. Voor de achterkant van het plangebied ten opzicht van de Griftdijk is het toegestaan dat regenwater voor maximaal 20% van het verharde oppervlak afwatert naar de berm. De zaksloot-wadi functioneert op dezelfde wijze als een wadi maar is in zijn verschijningsvorm een landschappelijke voortzetting van de watergang in het plangebied. De wadi's en zaksloot-wadi's storten bij hevige regenval over naar aanwezige bestaande watergangen van het watersysteem van het sportpark. De uitgangspunten en het ontwerp van het watersysteem en het filtersysteem met wadi's is vastgelegd in het Waterhuishoudingsplan sportpark Nieuwe Balveren (registratienummer 11.0005112).

3.6.3.5 Benodigde berging

Het watersysteem van het sportpark gaat deel uitmaken van het watersysteem voor de gehele Waalsprong. In het Waterhuishoudkundig Inrichtingsplan Waalsprong (WIW) 2006 is door GEM, gemeente en Waterschap Rivierenland onder andere vastgelegd hoe met de waterberging wordt omgegaan. De specifieke waterbergingnormen voor de Waalsprong op hoofdlijnen zijn:

  • Westlandbui: 100 mm in 24 h: minimale drooglegging is 10 cm
  • Zomerbui Buishand en Velds T=10 + 10 % : minimale drooglegging is 70 cm
  • Maximale landelijke afvoernorm Waalsprong is 0,5 l/sec.ha

Voor overige ontwerpcriteria wordt verwezen naar WIW 2009, bijlagenrapport, hoofdstuk 14. (kenmerk 9T9874.A0/R004/ONK/EJA/Nijm)

De minimale (filter) berging van een wadi bedraagt 10 mm, uitgedrukt als 10 mm berging over het verharde oppervlak dat afwatert naar de wadi. (WIW 2009)

Het WIW 2009 functioneert als toetsingskader voor de water- en filterberging. In het Waterhuishoudingsplan (WHP) Sportpark Nieuwe Balveren (d.d.4 maart 2011) is de filter- en waterberging in het plangebied berekend en ontworpen. In paragraaf 3.3 onder “4. verdeling verhard oppervlak” is de toename van het verharde oppervlak aangegeven.

In dezelfde paragraaf onder “6 resultaat berekeningen” is aangegeven dat zowel aan de waterbergingseis en filterbergingseis wordt voldaan.

Voor meer details wordt verwezen naar het Waterhuishoudkundig plan van het sportpark (registratienummer 11.0005112) Het waterschap Rivierenland heeft akkoord gegeven op deze berekening.

3.6.3.6 Waterkwaliteit

Bij het afkoppelen van regenwater dient waar mogelijk conform het convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000, gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen. Eventueel toe te passen groene daken dienen via een wadi of zaksloot wadi te lozen op oppervlaktewater zodat voedingsstoffen worden afgevangen.

3.6.4 Grondwater

Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. De afstand ten opzicht van de Waal is ca 2 km en de invloed van de kwel is zeer beperkt. De oude meetreeksen van 1952-1985 geven een grondwaterstand van gemiddeld 1,3 m-mv aan. Deze informatie is niet betrouwbaar meer omdat door de ontwikkeling van de Waalsprong veel veranderd is en nog veel veranderd gaat worden. Voor voldoende drooglegging en voor het voldoen aan de ontwateringseisen zal het minimale aanlegniveau ca. 9,00 m+NAP worden.

3.6.5 Maaiveldniveaus en bouwpeilen

Het gemiddelde maaiveld na aanleg van het sportpark bedraagt 9,30 m+NAP. Voor landschappelijke aansluiting en ter voorkoming van wateroverlast is het minimale maaiveldniveau 9,30 m+NAP. Het maaiveldniveau kan boven dit niveau stijgen als voor creatie van verhang voor bovengrondse afvoer van regenwater nodig is. Het benodigde verhang bij bovengrondse afvoer danwel inwendig is lijnvormige oppervlakkige afvoer bedraagt minimaal 5 promille. Het bouwpeil bedraagt minimaal 20 cm boven het hoogstgelegen maaiveldniveau bij het gebouw.

3.6.6 Riolering

Rond het gebied is geen vrijverval stelsel aanwezig voor afvoer van het huishoudelijke afvalwater. In de Oude Groenestraat ligt een persleiding van het Waterschap Rivierenland. Op de persleiding mag van het waterschap geen aansluiting gemaakt worden. De riooltechnische ontsluiting van het sportpark bevindt zich aan de Oude Groenestraat/ Bellefleurstraat te Nijmegen. Vanuit het sportpark loopt een persleiding vanaf de sportaccommodatie en een persleiding vanaf de tijdelijke school naar de aansluiting op het vrij verval stelsel op kruising Oude Groenestraat/Bellefleurstraat in de wijk de Boomgaard. Meer detailinformatie is toegevoegd in bijlage 6 van het Waterhuishoudingsplan Nieuwe Balveren, registratienummer 11.0005112. Voor de drie bedrijven zal het afvalwater worden ingezameld en worden aangesloten op het persriool van de school dan wel op het vrijverval stelsel van de Boomgaard. In een op te stellen rioleringsplan wordt het ontwerp nader vastgelegd.