direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Dorp Lent - 11 (Definitieve locatie Station Nijmegen Lent e.o.)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP141W11-OH01

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het Bro-overleg ex artikel 3.1.1 is het concept van het ontwerp-bestemmingsplan toegezonden aan de Provincie Gelderland, Rijkswaterstaat, de Inspectie VROM, het Waterschap Rivierenland, Prorail Noord-Oost, Stadsregio Arnhem-Nijmegen, GEM Waalsprong en Platform Waalsprong.

De volgende overlegpartners hebben een reactie gegeven op het plan:

GEM Waalsprong

De Grondexploitatie Maatschappij Waalsprong bedankt de gemeente voor het in gelegenheid stellen om te reageren op het concept-ontwerpbestemmingsplan. Ze kan instemmen met het plan.

Provincie Gelderland

De provinciale afdelingen achten het onderhavige concept-ontwerpbestemmingsplan een plan van lokale aard. Zij zien vanuit de provinciale verantwoordelijkheid (conform de op 19 maart 2008 door Provinciale Staten vastgestelde Wro-agenda) geen reden om hierover advies uit te brengen.

Inspectie VROM

Het plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid.

Kamer van Koophandel Centraal Gelderland

In grote lijnen kan de Kamer instemmen met onderhavig bestemmingsplan. Haar opmerkingen hebben betrekking op onderstaande onderdelen:

De planvorming wordt gesplitst in een tweetal fases. De eerste fase betreft de realisatie van de verkeersbestemmingen. Met voorliggend bestemmingsplan wordt dit mogelijk gemaakt. Fase 2 betreft de stedenbouwkundige invulling van het plangebied. Voor deze ontwikkelingen zullen aanvullende bestemmingsplanprocedures noodzakelijk zijn (na 2013). Daarnaast wordt de realisatie van de westzijde van het stationsplein opgenomen in het bestemmingsplan Citadel / Hof van Holland.

Hoewel de Kamer het positief vindt dat de gemeente dit plan nu reeds in procedure brengt om er op die manier voor te zorgen dat de verkeersstructuur tijdig gereed is om bij andere ontwikkelingen, zoals de Stadsbrug, aan te kunnen sluiten, vindt de Kamer het wel jammer dat niet alle functies in het plangebied op dit moment kunnen worden meegenomen. Er is toekomstig sprake van een aantal vastgoedontwikkelingen in het gebied welke in dit plan nog niet verder worden uitgewerkt. Het is op dit moment daarom niet mogelijk om de planvorming integraal te beoordelen.

Reactie gemeente

Het programma voor het vastgoeddeel is niet uitgekristalliseerd. Ten aanzien van het vastgoed is in dit bestemmingsplan in paragraaf 4.6.2 en 4.6.3 een globale impressie gegeven op welke wijze dit na 2013 zal worden ingevuld. Het betreft hierin een ruimtelijke verkenning van mogelijkheden waar in de toekomst besluitvorming moet plaatsvinden.

In relatie met de infrastructurele opgave is het dan ook te prematuur en onzeker om uit te gaan van bepaalde functies en ontwikkelingen in het gebied. Dit bestemmingsplan gaat dan ook van de voorzieningen uit die voor het station benodigd zijn en waarover ook duidelijk heerst.

Op voorhand vraagt de Kamer de plannen goed op elkaar af te stemmen. Dit om op dit moment voldoende rekening te houden met toekomstige functies (vastgoedontwikkelingen die verkeer aantrekken). De uitvoering van het huidige bestemmingsplan, maar ook nabijgelegen plannen zal gefaseerd gaan plaatsvinden. De planning van deze fasering is volgens de Kamer erg belangijk omdat bereikbaarheid (zoals bijv. aansluiting van de Snelbinder, huidig gebruik van Lentse Lus), maar ook voorzieningen (zoals het huidige station en de parkeerplaatsen) geborgd moeten worden of goede alternatieven voorhanden moeten zijn. Eén en ander zal zeer goed op elkaar moeten worden afgestemd. De Kamer verzoekt de gemeente bij dit plan een faseringsplan op te stellen, dat aansluit op andere projecten in de nabije omgeving, zodat de verschillende fases goed gepland en afgestemd kunnen worden.

Reactie gemeente

Met dit bestemmingsplan wordt de realisatie van het definitieve station Lent inclusief voorzieningen zoals (fiets-)parkeren, taxivoorzieningen, bushaltes etc. gerealiseerd. Tijdens de uitvoering kan het plangebied ook dienst doen als gebied voor tijdelijke routes, zodat de bereikbaarheid van Nijmegen niet nadelig wordt beïnvloed. Om de bereikbaarheid van Nijmegen en de directe omgeving te kunnen waarborgen wordt voor het project een faseringsplan voor de bouwperiode opgesteld. Dit betreft een uitwerking van de ontwerpopgave en maakt daarin geen deel uit van het bestemmingsplan.

Voor de afstemming tussen de afzonderlijke projecten binnen de Waalsprong heeft de gemeente Nijmegen in 2010 een bereikbaarheidscoördinator aangesteld. Met deze bereikbaarheidscoordinator wordt de bouwfasering en de effecten op de bereikbaarheid besproken en vastgesteld. Juist de bereikbaarheidscoördinator heeft als taak om de effecten van diverse projecten in beeld te brengen zodat daarin keuzes gemaakt kunnen worden.

Splitsingspunt

In het bestemmingsplan komt naar voren dat de verkeerstechnische T-aansluiting van de Graaf Allardsingel op de Prins Mauritssingel, het zogenaamde Splitsingspunt, van wezenlijk belang is voor de verkeersstructuur van dit gebied. Gelet op de verkeersstudies die in het verleden in het kader van de MER's en eerdere bestemmingsplannen hebben plaatsgevonden, voorziet de Kamer dat het Splitsingspunt een zeer belangrijk verkeersknooppunt wordt waar de verkeersdruk zeer hoog is. Het is volgens de Kamer van wezenlijk belang dat het Splitsingspunt integraal wordt bekeken met de verkeersaansluitingen grenzend aan het plangebied (deze vallen nu geheel of gedeeltelijk buiten dit plangebied). De aansluiting met de Laauwikstraat valt nu bijv. buiten het plangebied, maar het is wel van belang de verkeerssituatie integraal te bekijken.

Verder baart de bereikbaarheid op deze plek tijdens de ombouw de Kamer zorgen. Immers, het tracé vanuit het noorden richting splitsingspunt is gewijzigd waardoor het nu niet mogelijk is het splitsingspunt aan te leggen zonder dat het verkeer op de Prins Mauritssingel hier ernstige hinder van ondervindt. Ook de aansluiting van Griftdijk Zuid op de Prins Mauritssingel wordt gewijzigd en Griftdijk Noord wordt zelfs gedurende langere tijd geheel afgesloten. Gezien het feit dat de Prins Mauritssingel één van de belangrijkste invalsroutes van Nijmegen is (23% van het verkeer komt via deze route de stad binnen), vraagt de kamer de gemeente hier serieus rekening mee te houden.

Reactie gemeente

De bereikbaarheid is een belangrijk onderwerp wat veel aandacht vraagt. Met de bereikbaarheidscoördinator worden eisen bepaald waaraan het project moet voldoen.

Het geheel voorkomen van overlast kan, gezien de omvang van de ingreep, niet worden gegarandeerd. In het eerder genoemde faseringsplan voor de bouwperiode worden aan de bereikbaarheid en doorstroming stringente eisen gesteld.

P&R

De gemeente geeft aan dat de P&R beschikt over 114 parkeerplaatsen. De gemeente gaat daarbij uit van hetzelfde aantal parkeervoorzieningen welke er op dit moment, bij het tijdelijke station, aanwezig zijn. De Kamer is onduidelijk welk doel de gemeente precies beoogt met de P&R functie bij het nieuwe station. Is de P&R bij het nieuwe station bedoeld als transferium (aansluiting auto op trein), om het tekort aan parkeervoorzieningen in de binnenstad van Nijmegen op te lossen of heeft deze mede functie om het fileleed te verlichten, waarbij automobilisten parkeren en hun reis vervolgen met openbaar vervoer (bijv. HOV of Waalsprinter)?

In het laatste geval is de Kamer van mening dat er beter voor gekozen kan worden om de P&R-functie in Ressen en/of station Elst uit te breiden. Haar verwachting is dat als er sprake is van filevorming deze, zoals hierboven ook aangegeven, voor de T-splitsing zal plaatsvinden. Om bij de P&R te komen is het fileleed al geleden. Dit pleit ervoor om de P&R-functie in Ressen en station Elst uit te breiden. Wanneer de P&R functie bedoeld is als transferium vraagt de Kamer zich af of 114 parkeerplaatsen niet te beperkt is.

De Kamer verzoekt de gemeente de planvorming ten aanzien van de P&R te verduidelijken en hierbij tevens aan te geven met hoeveel reizigers (per jaar) rekening wordt gehouden.

Reactie gemeente

Zoals reeds is aangegeven bestaat het huidige P&R-terrein uit 114 parkeerplaatsen. De reden dat er eenzelfde aantal is opgenomen, ligt in het feit dat we hierbij uitgaan van een verplaatsing. Daarbij is het aantal van ca. 110 vooralsnog gehandhaafd. Voor de eindsituatie dient onderzocht moeten worden wat de daadwerkelijke parkeerbehoefte is en of daaraan nog extra capaciteit moeten worden toegevoegd, wanneer sprake is van een transferiumfunctie.

Wegwerkzaamheden

Aangaande de (weg)werkzaamheden in het plangebied vraagt de Kamer de gemeente deze goed af te stemmen met de overige (weg)werkzaamheden in de Waalsprong. Binnen een korte tijdsperiode zal een omvangrijk aantal plannen tegelijkertijd of vlak na elkaar in uitvoering worden gebracht.

De bereikbaarheid van het gebied, maar ook van de regio, tijdens deze periode van werkzaamheden baart de Kamer zorgen. De Kamer acht een integrale visie van de bereikbaarheidscoördinator op de bereikbaarheid tijdens de uitvoering van de vele plannen in het gebied noodzakelijk voordat bestemmingsplannen verder in procedure worden gebracht. Ten aanzien van de aan- en afvoer van materialen vraagt de Kamer de gemeente deze zoveel mogelijk via de Waal te laten plaatsvinden om de hinder zoveel mogelijk te beperken en bereikbaarheid van het gebied te borgen.

Reactie gemeente

Wij verwachten niet dat het aan- en afvoeren van materialen via het water ten behoeve van de realisatie van het Knoop Lent, in verband met overslag en voor- en natransport, leidt tot verbetering van de bereikbaarheid.

Platform Waalsprong

Het Platform kan in grote lijnen instemmen met het voorliggende plan.

Met betrekking tot bepaalde onderdelen plaatst het Platform de volgende opmerkingen:

Planvorming:

De planvorming vindt plaats in twee fases. De realisatie van de verkeersbestemmingen en later de stedenbouwkundige inrichting van het plangebied. Op zich kan het Platform het waarderen dat de verkeersstructuur nu al gerealiseerd gaat worden. Het gevolg is echter wel dat door deze aanpak niet alle (toekomstige) functies in het plangebied kunnen worden meegenomen. Eerst het verkeerstechnische gedeelte realiseren, zonder de bebouwing en inrichting, kan in dit complexe gebied makkelijk tot problemen leiden. De plannen moeten, ondanks de tijd die er tussen ligt, hoe dan ook goed met elkaar worden afgestemd. De verkeersbestemmingen, zoals die nu aan de orde zijn, leggen mogelijk beperkingen op aan de stedenbouwkundige invulling later. Het Platform vraagt de gemeente aandacht voor een juiste afstemming van de plannen.

Reactie gemeente

Het programma voor het vastgoeddeel is niet uitgekristalliseerd. Ten aanzien van het vastgoed is in dit bestemmingsplan in paragraaf 4.6.2 en 4.6.3 een globale impressie gegeven op welke wijze dit na 2013 zal worden ingevuld. Het betreft hierin een ruimtelijke verkenning van mogelijkheden waar in de toekomst besluitvorming moet plaatsvinden.

In relatie met de infrastructurele opgave is het dan ook te prematuur en onzeker om uit te gaan van bepaalde functies en ontwikkelingen in het gebied. Dit bestemmingsplan gaat dan ook van de voorzieningen uit die voor het station benodigd zijn en waarover ook duidelijk heerst.

Integrale afstemming:

Het splitsingspunt wordt een zeer belangrijk verkeersknooppunt. Verkeersaansluitingen (zoals de aansluiting Laauwikstraat – Prins Mauritssingel), die grenzen aan het plangebied zijn nu niet meegenomen.

De westzijde van het stationsplein wordt geregeld in het bestemmingsplan Citadel.

De realisatie van de ongelijkvloerse kruising Prins Mauritssingel is geen onderdeel van dit plan en moet middels een apart bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.

Het gebied aan de oostzijde van de Prins Mauritssingel (bij de aansluiting Laauwikstraat) is niet meegenomen en krijgt later een eigen bestemmingsplan procedure.

Alleen al voor realisatie van de knoop Lent zijn meerdere bestemmingsplannen nodig.

Door dit alles is een integrale beoordeling niet mogelijk, terwijl dit juist zo noodzakelijk is. Het is van het grootste belang dat de verkeerssituatie integraal wordt bekeken.

Reactie gemeente

Het bestemmingsplan behandelt datgeen waar nu besluitvorming over is. Er is reeds een vigerend bestemmingsplan voor het splitsingspunt beschikbaar (BP Graaf Alardsingel) Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het definitieve station Lent en daarbij benodigde voorzieningen nabij het station en voorzieningen om de uitvoering te kunnen realiseren. Wij begrijpen dat de opeenvolging van bestemmingsplannen uit oogpunt van overzichtelijkheid niet ideaal is. Wij zullen er ons voor inspannen om de integraliteit zoveel mogelijk te waarborgen.

Fasering:

De uitvoering van het onderhavige bestemmingsplan, maar ook alle andere plannen in de omgeving zal gefaseerd gaan plaatsvinden, omdat de bereikbaarheid (zoals bijvoorbeeld de aansluiting van de Snelbinder, het gebruik van de Lentse Lus) en de voorzieningen (zoals het bestaande station en de parkeerplaatsen) gewaarborgd moeten blijven. Eén en ander zal goed op elkaar afgestemd moeten worden, ook tussen de gemeente Nijmegen en Pro-Rail. Het Platform dringt er bij de gemeente op aan dat er op korte termijn een faseringsplan wordt opgesteld en inzichtelijk wordt gemaakt.

Reactie gemeente

Met dit bestemmingsplan wordt de realisatie van het definitieve station Lent inclusief voorzieningen zoals (fiets-)parkeren, taxivoorzieningen, bushaltes etc. gerealiseerd. Tijdens de uitvoering kan het plangebied ook dienst doen als gebied voor tijdelijke routes, zodat de bereikbaarheid van Nijmegen niet nadelig wordt beïnvloed. Om de bereikbaarheid van Nijmegen en de directe omgeving te kunnen waarborgen wordt voor het project een faseringsplan voor de bouwperiode opgesteld. Dit betreft een uitwerking van de ontwerpopgave en maakt daarin geen deel uit van het bestemmingsplan.

Voor de afstemming tussen de afzonderlijke projecten binnen de Waalsprong heeft de gemeente Nijmegen in 2010 een bereikbaarheidscoördinator aangesteld. Met deze bereikbaarheidscoördinator wordt de bouwfasering en de effecten op de bereikbaarheid besproken en vastgesteld. Juist de bereikbaarheidscoördinator heeft als taak om de effecten van diverse projecten in beeld te brengen, zodat daarin keuzes gemaakt kunnen worden.

Bereikbaarheid tijdens de uitvoering:

De bereikbaarheid voor alle modaliteiten tijdens de aanleg is een grote zorg. Het tracé vanuit het noorden richting het splitsingspunt is immers gewijzigd waardoor het niet meer mogelijk is om het splitsingspunt aan te leggen zonder dat het verkeer op de Prins Mauritssingel hier ernstige hinder van ondervindt. Ook de aansluiting van de Griftdijk Zuid op de Prins Mauritssingel wordt gewijzigd en de Griftdijk Noord wordt zelfs gedurende langere tijd geheel afgesloten. Het Platform vraagt de gemeente goed naar de situatie ter plekke te kijken. Het belang van de Prins Mauritssingel als invalsroute is duidelijk.

Ook is tijdens de aanlegfase een afstemming met alle bouwverkeer van alle andere projecten in de Waalsprong noodzakelijk. De beheersbaarheid van het totaal aan projecten/werkzaamheden baart grote zorgen. De bereikbaarheid van het gebied staat, doordat er binnen een betrekkelijk klein gebied zoveel plannen praktisch tegelijkertijd moeten worden uitgevoerd, onder zeer grote druk. Alvorens bestemmingsplannen verder in procedure worden gebracht dient er, een integrale visie van de bereikbaarheidscoördinator te komen op de bereikbaarheid tijdens de uitvoering van de talrijke plannen. De hinder moet zoveel mogelijk worden beperkt en de planning van de uitvoering van de verschillende plannen daarop afgestemd.

Reactie gemeente

De bereikbaarheid is een belangrijk onderwerp wat veel aandacht vraagt. Met de bereikbaarheidscoördinator worden eisen bepaald waar het project aan moet voldoen.

Het geheel voorkomen van overlast kan, gezien de omvang van de ingreep, niet worden gegarandeerd. In het eerder genoemde faseringsplan voor de bouwperiode worden aan de bereikbaarheid en doorstroming stringente eisen gesteld.

Eerder heeft het Platform al vragen en opmerkingen op detailniveau bij de gemeente ingediend. Dit overzicht kan als een aanvulling op bovenstaande reactie worden beschouwd:

Algemeen:

- Er is absoluut behoefte aan een verdere toelichting op het plangebied, het ruimtegebruik en de verschillende geplande functies. De bijgevoegde schets geeft onvoldoende duidelijkheid.

- De planvorming wordt gesplitst in twee fases. Allereerst worden de verkeersbestemmingen geregeld (het voorliggende ontwerpbestemmingsplan) en later de stedenbouwkundige invulling. Hierdoor worden niet alle (toekomstige) functies in het plangebied meegenomen. Eerst het verkeerstechnische gedeelte realiseren, zonder bebouwing (kantoren etc.), kan voor dit complexe gebied tot problemen in de toekomst leiden. Het is niet ondenkbeeldig dat bepaalde toekomstige functies onverwacht veel verkeersbewegingen met zich mee brengen. De plannen moeten hoe dan ook op elkaar worden afgestemd. Gevolg van de gekozen procedure is dat het niet mogelijk is de planvorming nu integraal te beoordelen.

- Het splitsingspunt wordt een zeer belangrijk verkeersknooppunt. Het is een must dat er een integrale afstemming plaats vindt met alle verkeersaansluitingen, die nu niet zijn meegenomen maar grenzen aan het plangebied.

- Tijdens de aanlegfase is een afstemming met alle bouwverkeer van alle andere projecten in de Waalsprong noodzakelijk. De beheersbaarheid van het totaal aan projecten/werkzaamheden baart ons grote zorgen.

Verdere vragen/opmerkingen:

- Er is enige verwarring over de data waarop projecten gerealiseerd moeten zijn.

  • station eind 2013 in gebruik (blz 3)
  • Stadsbrug medio 2013 geopend (blz 35)
  • "met dit bestemmingsplan wordt de realisatie van het Splitsingspunt, een nieuw station en de inrichting van de bijbehorende (stations)omgeving mogelijk gemaakt (blz36) Deze voorzieningen moeten uiterlijk 2013 gereed zijn, voor het moment van opening van de stadsbrug."

Wat moet nou als eerste klaar zijn en wanneer? De Stadsbrug medio 2013?, het station eind 2013 maar voor de Stadsbrug?

- Hoe wordt de planning/volgorde in deze korte tijd. De Lentse lus moet blijkbaar al vroeg gesloopt worden, om de T-splitsing te kunnen maken. Met de nieuwe fietstunnel wordt pas na 2013 gestart. Hoelang is er geen extra oversteek? Enkele jaren?

- De snelbinder moet verlaagd worden naar maaiveldniveau. Hoe lang duurt dat? Hoe lang kan de snelbinder niet gebruikt worden?

- Het is niet duidelijk hoe de afwikkeling van het fietsverkeer van/naar de snelbinder binnen het plangebied plaats gaat vinden, zeker niet richting Lent Oost.

- De trap van de Snelbinder aan de Oosterhoutsedijk moet in het kader van de Dijkteruglegging ook worden vernieuwd. Hoe bewaken we dat de Snelbinder er als fietsverbinding niet maanden uit ligt door de aanleg van de Knoop Lent en de Dijkteruglegging?

- Het plan regelt de realisatie van de verkeersbestemmingen in het plangebied. Daarbij valt echter op dat weer niet alles in het plangebied wordt gerealiseerd, zoals bijvoorbeeld de ongelijkvloerse kruising PMS!

- Hoe wordt ten tijde van de aanleg het verkeer van de Griftdijk afgewikkeld? Via de ovatonde alleen? Dat zou een grote omrij-factor kunnen gaan betekenen voor bewoners aan de westzijde van het spoor.

- Zolang er geen bebouwing rondom het station staat, zal de geluidsoverlast (railverkeer) de norm zeker overschrijden, hoe denkt de gemeente hier in de 'tussenfase' mee om te gaan?

- Hoe denkt de gemeente de vri-installatie aan te kunnen passen voor langzaam verkeer, zolang er geen ongelijkvloerse kruising is richting Laauwikstraat? Deze is momenteel al niet optimaal en zou kunnen verslechteren als het langzaam verkeer alleen nog maar gebruik maakt van de kruising PM-singel/Laauwikstraat.

- Prorail moet de onderdoorgang van het spoor maken, het station en stationsplein. (Geldt dat ook voor het verlagen van de Snelbinder?) De Gemeente het splitsingspunt en de sloop van de Lentse Lus. Hoe is dat te combineren? Je kunt wel de Lus slopen, maar niet de aansluitingen/op- en afrit want er zal toch verkeer naar de Griftdijk moeten. Wanneer worden die overigens afgesloten i.v.m. de aanleg van het splitsingspunt?

- De 6,053 miljoen euro in het programma mobiliteit was geprogrammeerd voor fietsverbindingen tussen oost en west Lent. Dit gaat nu naar de fietsbrug Graaf Alardsingel. Is er nog geld voor de fietstunnel bij de Laauwikstraat en een nieuwe tunnel tussen oost en west Lent?

- In het Raadsbesluit Verkeersstructuur Waalsprong 2007 is sprake van een zuidelijke T-splitsing en (als de bijdragen van derden voldoende zijn) van een zuidelijke rotonde onder het spoor. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de bijdrage van derden?

- Het uitgangspunt is de verkeersstructuur 2007. Inmiddels is ook de aanleg van de dorpensingel oost weer aan de orde. Het is zaak dat de allerlaatste ontwikkelingen en de actuele besluitvorming dienaangaande in elk geval in het definitieve bestemmingsplan worden meegenomen. In het collegebesluit van 9 november 2010 wordt aangekondigd dat er op korte termijn een voorstel volgt. De beschrijving van de verkeerstructuur onder 4.1.7 op bladzijde 34 lijkt daarom enigszins aangepast te moeten worden. Mogelijk zijn er ook consequenties die vermeld dan wel verwerkt moeten worden.

- Er moet absoluut duidelijkheid komen over de inrichting aan de oostzijde van de PMS. Nu is het onmogelijk de situatie in de omgeving van het station integraal te beoordelen.

- Dit geldt in zekere zin ook voor het stationsplein. Om een goed inzicht te krijgen zouden zowel de oost als de westzijde van het stationsplein meegenomen moeten worden.

- Is er een ontsluiting van het stationsplein naar de T-splitsing?

- Er is sprake van een P & R met 114 parkeerplaatsen. Een verduidelijking is nodig!

- Hoeveel fietsparkeerplaatsen zijn er in de tijdelijke situatie voorzien?

Reactie gemeente

Het projectteam heeft inmiddels met het Platform gesproken over deze afzonderlijke punten. De afspraak is gemaakt dat het Platform wordt geïnformeerd wanneer de voortgang of nieuwe ontwikkelingen daar aanleiding toe geven. Met name de bouwfasering zal nader met het Platform worden besproken.