Plan: | Buitengebied Dorp Lent - 33 (Woning naast nummer 46) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP140W33-VG01 |
In het kader van de watertoets heeft het overleg met het waterschap plaatsgevonden en is de volgende inhoud voor de waterparagraaf vastgesteld.
Het plangebied maakt deel uit van de bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het gebied Lent. Voor dit gebied zijn het “Waterhuishoudkundig Inrichtingsplan Waalsprong 2009” relevant. Er vinden geen wijzingen plaats als gevolg van de voorgenomen bestemming.
Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig.
Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied.
Uitgangspunt bij nieuwe stedelijke in- en uitbreidingen is dat er grondwaterneutraal wordt gebouwd. Dat wil zeggen dat de oorspronkelijke grondwaterstanden en -stromen in de omgeving niet wijzigen. Dit kan bereikt worden door:
Om grondwateroverlast in bestaand stedelijk gebied te beperken zet het waterschap in eerste instantie in op bouwkundige maatregelen. Pas als dit onvoldoende soelaas biedt komen drainerende of onttrekkende oplossingen in beeld.
De riooltechnische ontsluiting van het plangebied bevindt zich aan de achterzijde van het perceel aan de Oosterhoutsedijk 64. De riolering is uitgevoerd als duurzaam gescheiden stelsel. In het kader van het bevorderen van het duurzaam omgaan met water geldt als gemeentelijk beleid, om schoon hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel. Bij afkoppeling van schoon hemelwater dient waar mogelijk conform convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000, gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen. Infiltratie van schoon hemelwater is op deze locatie niet mogelijk, het schone hemelwater wordt op het oppervlakte water geloosd. Aangrenzend aan het betreffende perceel is alleen een vuilwaterriool aanwezig. Hemelwater zal op eigenterrein moeten worden verwerkt of doormiddel van het aanleggen van een hemelwater riool tot aan het betreffende perceel. Direct lozen op oppervlakte water is niet mogelijk.
Ter voorkoming van wateroverlast mag uitsluitend worden gebouwd en verharding worden aangelegd als de berekende retentiecapaciteit in oppervlaktewater, voor de berging van hemelwater, in dan wel buiten het plangebied gerealiseerd wordt.
Een belangrijke taak van het Waterschap is de zorg van voor de functie van waterkeringen en daarmee voor de veiligheid van het gehele beheergebied. Het waterschap geeft daarbij ook uitvoering aan wet- en regelgeving van rijk en provincies. De waterkeringen hebben vaak een bovenregionaal belang. In het plangebied is een beschermingszone voor een waterkering gelegen. Op deze zone is een aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' gelegd. In de aanduiding zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bedoeld voor het keren van water door dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de nabijgelegen waterkering. Indien het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad kent het bestemmingsplan de mogelijkheid om met een omgevingsvergunning af te wijken. Alvorens met een omgevingsvergunning af te wijken moet Burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij de beheerder van de waterkering over de vraag of door de voorgenomen activiteit(en) het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en welke voorwaarden aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
De keur van Waterschap Rivierenland, geeft onder andere aan welke beperkingen en verboden er op en rond de waterkering gelden. Tevens geeft de keur aan eigenaren en andere gerechtigden aan welke zaken zij dienen te gedogen en welke geboden eigenaren dienen te volgen. Tenslotte geldt dat op de eigendommen van het waterschap geen (bouw) activiteiten worden toegestaan. Het bestuur van het waterschap kan ontheffing verlenen van de in de Keur gestelde verboden.
Ontheffingsbeleid
Voor handelingen die voldoen aan de algemene regels gesteld in het Keur is geen ontheffing nodig; deze kunnen afgedaan worden met een melding. Van alle verboden werken en/of werkzaamheden die niet voldoen aan de criteria van de algemene regels, moet ontheffing worden aangevraagd. Eventuele ontheffingen worden alleen verleend als waterstaatkundige belangen niet in het gedrang komen. Om op dit punt zoveel mogelijk duidelijkheid en zekerheid te bieden zijn duidelijke, vaste uitgangspunten geformuleerd en vastgelegd in beleidsregels.