direct naar inhoud van Artikel 4 Tuin
Plan: Kwakkenberg 1994 - 4 (Kwakkenbergweg 62)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP13W4-OH01

Artikel 4 Tuin

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. ter plaatse van de nadere aanduiding 'ontsluiting' voor een in- en uitrit.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. erfafscheidingen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

4.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 4.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen.
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde ter plaatse en ten behoeve van de aanduiding 'ontsluiting' mag niet meer bedragen dan 2,5 meter.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van deze gronden wordt in ieder geval verstaan een gebruik ten behoeve van het parkeren.

4.4 Aanlegvergunningenstelsel

Het is verboden op of in de in lid 4.1bedoelde grond zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:

  • a. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter;
  • b. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen;
  • c. het verlagen van het waterpeil;
  • d. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten;
  • e. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
  • f. het aanleggen van bomen, bos of boomgaard, of het rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
  • g. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • h. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

4.4.1 Uitzonderingen

Het in lid 4.4 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:

voor zover het werkzaamheden in de bodem betreffen tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld ten behoeve van eventueel aan te leggen, verbreden of verharden wegen, voet- of rijwielpaden en bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde ter plaatse van de aanduiding (os);