Gemeente: | Nijmegen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Team: | |
Contact: |
het bestemmingsplan Nijmegen Kanaalhavens - 7 (Waal Energie) met identificatienummer NL.IMRO.0268.BP10007-ON01 van de gemeente Nijmegen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie;
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
rechtspersoon die is opgericht met als doel het beheer van de gronden binnen de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - beheersorganisatie' en die houder is van de natuurvergunning op grond van de Wet natuurbescherming;
(beperkt) kwetsbare objecten volgens artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect, met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
(complex van) bedrijfsgebouw(en) voor grootschalige elektriciteitsopwekking met de daarbijbehorende andere gebouwen, bouwwerken en werken, zoals kantoorgebouwen;
kantoren, laboratoria en activiteiten in het kader van training en opleiding ten dienste van (of gerelateerd aan) de andere toegelaten activiteiten, dan wel activiteiten in het kader van stadsdistributie;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder;
voorzieningen ter reductie van de geluidbelasting, zoals geluidswallen, geluidschermen en daarmee naar aard en omvang vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
elektriciteitsproductie met een of meer elektriciteitsproductie-installaties en de daarmee verbonden werken en infrastructuur, uitgezonderd elektriciteitsproductie-installaties die elektriciteit opwekken door biomassa, kolen, geothermie en splijting of versmelting van atoomkernen en uitgezonderd elektriciteitsproductie-installaties die elektriciteit opwekken door middel van windenergie;
hexagoon als bedoeld in het rekeninstrument AERIUS (zie www.aerius.nl);
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals ten behoeve van de levering van elektriciteit, gas, warmte, drinkwater en telecommunicatiediensten, alsmede ten behoeve van riolering en afvalinzameling;
activiteit waarvoor maximaal 25% van de oppervlakte van een bouwperceel als zodanig mag worden gebruikt;
een geluidbron, bestaande uit deelbronnen die regelmatig zijn verdeeld over een bepaald oppervlak, waarbij een zekere bronhoogte en brondichtheid wordt aangehouden;
de grens van een bouwperceel;
de situatie waarbij de voor de geluidproductie, geurbelasting en/of stikstofdepositie relevante omstandigheden kenmerkend zijn voor een bedrijfsvoering conform de maximaal vergunde capaciteit;
gedeelte van de openbare ruimte dat hoofdzakelijk is bestemd en is ingericht voor langzaam verkeer, doch in ondergeschikte mate tevens fungerend als erftoegangsweg;
bedrijvigheid die voor goederenoverslag of productieactiviteiten afhankelijk is van een vestigingslocatie direct aan vaarwater met een kade;
bedrijvigheid die voor goederenoverslag of productieactiviteiten mede afhankelijk is van een vestigingslocatie in de directe nabijheid van een kade;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit.
Dit bestemmingsplan met verbrede reikwijdte is gericht op:
In dit plan wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons;
de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald:
De beschikbare geluidruimte wordt als volgt berekend: de geluidproductie van een activiteit op een kavel wordt teruggerekend naar oppervlaktebronnen met een bronsterkte in dB(A)/m2. Deze oppervlakte- bronnen emitteren geluid volgens het spectrum industrielawaai, hebben een hoogte van 2 m boven het plaatselijk maaiveld en een verdeling van ten minste één deelbron per 5 m in de x en y richting (per 25 m2 een deelbron).
Binnen Bedrijventerrein zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Voor het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de activiteiten in artikel 7.1 gelden de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan voor het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de activiteiten in artikel 7.1 met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) als volgt afwijken van de voorwaarden in artikel 7.2:
Voor het bouwen van bouwwerken voor de activiteiten in artikel 7.1 gelden de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan voor het bouwen van bouwwerken voor de activiteiten in artikel 7.1 met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) als volgt afwijken van de voorwaarden in artikel 7.4:
Burgemeester en wethouders mogen, op grond van het besluit van de gemeenteraad ex artikel 7c lid 13 Besluit uitvoering Crisis- en Herstelwet, de voorwaarden in artikel 7.2 onder c wijzigen, als de programmering van werklocaties in regionaal verband daartoe aanleiding geeft, en mogen de toegestane maximale oppervlaktes daarmee in overeenstemming brengen, mits wordt voldaan aan de overige voorwaarden behorende bij de programmering als hiervoor bedoeld.
Binnen Groen zijn de volgende activiteiten toegestaan:
Voor het bouwen van bouwwerken voor de activiteiten in artikel 8.1 gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een ondergrondse hoogspanningsleiding.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de belangen van de leiding(en) hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden op of in de in artikel 9.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in artikel 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de belangen van de leiding(en) hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden op of in de in artikel 10.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in artikel 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de belangen van de leiding(en) hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leiding(en) niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebieden met een hoge archeologische verwachting).
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming Waarde - Archeologie 2 uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.1 voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals:
Het is verboden op of in de in artikel 11.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in artikel 11.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover op grond van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden van, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.2.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder(s) omtrent de vraag of door voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor :
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de waterstaatkundige belangen niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de rivierbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de waterstaatkundige belangen niet onevenredig worden geschaad en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden op of in de in artikel 13.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Het in artikel 13.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 13.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de waterstaatkundige belangen hierdoor niet onevenredig worden geschaad.
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de rivierbeheerder omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de waterstaatkundige belangen niet onevenredig worden geschaad en omtrent de eventueel te stellen voorwaarden.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - geluidreservering 1', 'overige zone - geluidreservering 2', overige zone - geluidreservering 3' en 'overige zone - geluidreservering 4' zijn behalve voor de daar toegelaten bestemming(en), mede bestemd voor het verdelen van de totale beschikbare geluidruimte in het plan.
Het bevoegd gezag kan ter bescherming van de beschikbare geluidruimte nadere eisen stellen aan:
Onder gebruik van de gronden in strijd met de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - geluidreservering 1', 'overige zone - geluidreservering 2', overige zone - geluidreservering 3' en 'overige zone - geluidreservering 4' wordt in ieder geval begrepen:
tabel 12.1
beschikbare geluidruimte | dagperiode in dB(A)/m² |
avondperiode in dB(A)/m² |
nachtperiode rin dB(A)/m² |
overige zone - geluidreservering 1 | 60 | 55 | 50 |
overige zone - geluidreservering 2 | 60 | 55 | 50 |
overige zone - geluidreservering 3 | 53 | 52 | 48 |
overige zone - geluidreservering 4 | 65 | 65 | 65 |
figuur 12.1
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) als volgt afwijken van de voorwaarden in artikel 14.4:
Bij het verrichten van een activiteit waarbij emissies naar de lucht plaatsvinden, wordt voldaan aan de waarden voor toelaatbare geur als gevolg van die activiteit conform tabel 13.1. De waarden gelden op een afstand van 50 meter vanaf de bestemmingsgrens.
tabel 13.1
afstand vanaf bestemmingsgrens (m) | als 98 percentiel | als 99.9 percentiel | |
geurruimte zone 3 | 50 | 1 ouE/m3 | 4 ouE/m3 |
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning (bestemmingsplanactiviteit) als volgt afwijken van de waarden in artikel 15.1, onder de volgende voorwaarden:
tabel 13.2
aard van de geur | grenswaarde (als 98 percentiel) |
|
zeer hinderlijk | - | |
hinderlijk | 1,5 ouE/m3 | |
minder hinderlijk | 5 ouE/m3 | |
niet hinderlijk | 15 ouE/m3 |
Met het oog op beperking van stikstofdepositie kan het bevoegd gezag een nadere eis stellen aan een op grond van Artikel 4 gemelde activiteit, op het gebied van de inzet van verschoningstechnieken of het nemen van andere maatregelen.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - stikstofdepositie containeroverslag' mag de stikstofdepositie vanwege containeroverslag niet meer bedragen dan de bestaande, rechtens toegelaten stikstofdepositie.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - stikstofdepositie elektriciteitscentrale' mag de stikstofdepositie vanwege een elektriciteitscentrale niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel voor de specifieke hexagonen is aangegeven, met inachtneming van artikel 7.2 onder a wanneer het gebruik als bedoeld in artikel 7.1 onder a een elektriciteitscentrale betreft.
Hexagoon | Depositiewaarde (mol/ha/jr) |
3811252 | 6,542 |
3812779 | 8,47 |
3817365 | 4,552 |
3818891 | 1,928 |
3800540 | 1,386 |
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - stikstofdepositie uitgeefbaar terrein' mag de stikstofdepositie vanwege de activiteiten binnen genoemde aanduiding niet toenemen, tenzij de toename van stikstofdepositie is vergund op grond van de Wet natuurbescherming op het moment van vaststelling van dit plan.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine' liggen binnen de 10-6 per jaar PR-contour als gevolg van een windturbine. Ter plaatse zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in de binnen deze aanduiding voorkomende bestemmingen geldt dat, ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - windturbine', nieuwe kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - windturbine' liggen binnen de 10-5 per jaar PR-contour als gevolg van een windturbine. Ter plaatse zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor:
In afwijking van het bepaalde in de binnen deze aanduiding voorkomende bestemmingen geldt dat, ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - windturbine', kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten niet zijn toegestaan.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Overige zone - zoekgebied parkeren' zijn de gronden aangeduid als zoekgebied voor een parkeergarage.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Nijmegen Kanaalhavens - 7 (Waal Energie).