In het Besluit
externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is geregeld dat bij voorgenomen
ruimtelijke ontwikkelingen in de buurt van een risicobron een
risicoanalyse (qra) moet worden uitgevoerd. Voor het opstellen van het
bestemmingsplan voor De Flier in 2013 zijn de onderstaande vier
risicobronnen nader onderzocht en verantwoord; hierbij is gebruik
gemaakt van de qra die destijds door DHV is uitgevoerd, genaamd
'Bestemmingsplan De Flier onderzoek externe veiligheid
Risicoberekeningen.
De vier risicobronnen qua externe veiligheid zijn:
- Rijksweg A28
Het
bedrijventerrein De Flier wordt ontwikkeld langs de A28 en bevindt zich
op een afstand van enkele tientallen meters van deze snelweg. Bovendien
ligt er tussen de snelweg en het bedrijventerrein een waterpartij. Ook
tussen de afrit van de snelweg en het bedrijventerrein is een
sloot/water gelegen.
- Aardgastransportleiding A-510-01
Aan de zuidzijde
van het plangebied wordt het bedrijventerrein doorsneden door een
hoofdaardgastransportleiding. In overleg met de Gasunie zijn hiervoor
maatregelen van strikt beheer afgesproken, waardoor de PR 10-6 contour
weer wordt teruggevoerd tot op de leiding. Ook het aanbrengen van extra
gronddekking is een optie voor het beperken van het plaatsgebonden
risico en het groepsrisico. Hiermee nemen de risico's voor externe
veiligheid weer acceptabele normen aan.
- Spoorlijn Amersfoort-Zwolle
Hiervoor is
géén verantwoording nodig, omdat de spoorlijn te ver is
verwijderd van het plangebied om hierop invloed te hebben bij het
vervoer van gevaarlijke stoffen.
- LPG-tankstation (geprojecteerd)
Aangezien het
hier om een nog te bouwen LPG-tankstation gaat op het naastgelegen
bedrijventerrein Arkerpoort is het formeel niet nodig om hiervoor een
verantwoording van het groepsrisico uit te voeren. Vanuit een goede
ruimtelijke ordening wordt dit echter wel nodig geacht en vandaar dat
er een beperkte verantwoording is gedaan in het bestemmingsplan voor De
Flier uit 2013.
Ten aanzien van de aardgastransportleiding wordt het volgende gesteld.
Plaatsgebonden risico PR 10-6
Voor het
onderdeel “aardgastransportleiding” is mede op advies van
de Gasunie het voorstel gedaan om een extra gronddekking van 20 cm aan
te brengen boven op de gasleiding, tijdens het aanleggen van
bedrijventerrein De Flier. Deze maatregel is in de qra
“Kwantitatieve risicoanalyse maatregelen hoge druk
aardgasleidingen De Flier Nijkerk” door SoundForceOne uitgewerkt
(zie
bijlagen bij toelichting bijlage 3). In paragraaf 4.1 van deze qra is een grafische weergave vermeld in figuur 3 van de PR10
-6 contouren voordat de extra gronddekking is aangebracht; er lopen 2 PR 10
-6
contouren over het plangebied. Na het aanbrengen van de extra
gronddekking van 20 cm geeft figuur 4 de nieuwe situatie grafische weer
qua PR10
-6 contouren; het blijkt dat er geen PR 10
-6
contouren meer over het plangebied lopen. Qua plaatsgebonden risico is
het probleem daarmee opgelost. Wel moet de bebouwingsvrije zone van 5
meter aan weerszijden van de gasleiding ook daadwerkelijk worden
vrijgehouden van bebouwing. Boven de gasleiding mag wel eventueel
bestrating worden aangelegd (klinkers voor wegen of parkeervakken),
maar geen asfalt en dus ook geen gebouwen.
Beperkte verantwoording groepsrisico
Verder wordt in
paragraaf 5 “Conclusies en aanbevelingen” van de qra
aangegeven dat een beperkte verantwoording van het groepsrisico
hiervoor voldoende is. Hieronder worden de vier verplichte onderdelen
van de beperkte verantwoording nader uitgewerkt:
- Aanwezige dichtheid van personen
In bijlage 1 van
de qra van SoundForceOne is informatie te vinden over de aannames van
de bevolkingsdichtheid rond de gasleiding. Voor bedrijventerrein De
Flier wordt uitgegaan van de standaardnorm voor personendichtheid qua
werken op bedrijventerreinen van 200 personen per hectare en 25
personen/ha qua wonen. De werkelijke personendichtheid is nog niet te
meten, omdat De Flier nog in ontwikkeling is. De bevolkingsgegevens
binnen de 1% letaliteitsafstand zijn in kaart gebracht, waarbij tevens
gebruik is gemaakt van de bevolkingsgegevens uit bijlage 1 van de qra
bij het bestemmingsplan voor De Flier uit 2013.
- Hoogte van het groepsrisico
Voor de
gasleiding is een groepsrisico berekend van 1.09. Dit is net boven de
norm van een oriëntatiewaarde van 1. Aangezien het effect bij een
eventuele lekkage en ontploffing van de gasleiding erg groot is, is op
advies van de Gasunie een gronddekking van 20 cm bovenop de gasleiding
doorgerekend. Hiermee komt de oriëntatiewaarde uit op een waarde
onder de norm, namelijk 0,725. Dit is een afname van meer dan 10%. In
figuur 5 en 6 van de qra is dit grafisch weergegeven.
- Bestrijdbaarheid
Naast het
aanbrengen van voldoende bluswatervoorzieningen via blusleidingen
en/of- vijvers is het van belang voor een goede bestrijdbaarheid van
een mogelijke ramp dat er goede rampenbestrijdingskaarten (voor de
gasleiding en ook voor het geplande LPG-tankstation op het aangrenzende
bedrijventerrein Arkerpoort) beschikbaar zijn bij de lokale brandweer
en dat zij hiermee uit de voeten kunnen (o.a. door oefensessies). Ook
moet er bij de aanleg van het bedrijventerrein aandacht zijn voor een
goede infrastructuur. De locatie moet goed bereikbaar zijn bij een
mogelijke ramp en er moeten voldoende opstelplaatsen zijn voor de
hulpverleners.
Via het opstellen
van een inzetplan kan een goed overzicht worden gemaakt van deze
infrastructuur; aanrijd- en evacuatieroutes, bluswatervoorziening en
bereikbaarheid daarvan. Ook aandachtspunten en risico's moeten hierbij
worden benoemd. Wat betreft de bluswatervoorzieningen zal gebruik
worden gemaakt van ondergrondse brandkranen op het waterleidingnet en
ook van voorbereide watertappunten voor het gebruik van het aanwezige
open water op het bedrijventerrein als bluswater.
Qua
bereikbaarheid/infrastructuur is het van belang dat er een tweede
ontsluiting van het gebied gerealiseerd wordt. Dit hoeft geen
permanente mogelijkheid te zijn. Een toegang via 'verhard' openbaar
groen, bijvoorbeeld met zogenaamde graskeien, is daarvoor een goede
optie. Hiermee wordt voorkomen dat de hulpdiensten zich vastrijden in
'vluchtend' verkeer. Door een tweede (nood)ontsluiting ontstaat er een
mogelijkheid tegengestelde verkeersstromen te scheiden. Deze
voorzieningen worden dan ook verwerkt in het eerder genoemde
inzetplan.
- Zelfredzaamheid
Het gaat hierbij
om de mate waarin de rond de risicobron aardgasleiding aanwezige
personen zich bij een eventuele ramp zelfstandig in veiligheid kunnen
brengen. Hierbij is het raadzaam om voor beide bedrijventerreinen (De
Flier en Arkerpoort) als geheel diverse (gezamenlijke) bijeenkomsten te
organiseren, waarbij aandacht wordt besteed aan vluchtroutes, BHV e.d.
Ook het
aanbrengen van alarmering is van belang om rekening te houden met
vluchtroutes van de bron af. Aangezien over het algemeen de werknemers
op een bedrijventerreinen voldoende mobiel en zelfstandig zijn, wordt
er vanuit gegaan dat zij zichzelf in principe voldoende in veiligheid
kunnen brengen, als dat nodig mocht zijn.
Voor de gebouwen
die langs de gasleiding liggen, geldt dat er hierbij ook van de bron af
gevlucht moet kunnen worden. Dat betekent dat ook deze
gebouwen/kantoren een vluchtroute moeten hebben aan de andere zijde van
het gebouw, dan waar de risicobron zich bevindt. Waar mogelijk kunnen
deze gebouwen extra brandwerend en explosiebestendig gemaakt worden.