direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Jachthaven de Zuidwal
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0097-0001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Zeil- en motorbootvereniging De Zuidwal voorziet de herinrichting en uitbreiding van jachthaven De Zuidwal. De huidige grotere schepen worden verplaatst naar een nieuwe havenkom, waardoor in de bestaande havenkom ruimte vrijkomt voor kleinere, ondiepe schepen. De netto-uitbreiding van de jachthaven bestaat uit 99 ligplaatsen. De nieuwe havenkom is niet mogelijk binnen het huidige geldende bestemmingsplan. Om de ontwikkeling mogelijk te maken wordt voor het gehele terrein van De Zuidwal dit bestemmingsplan voorbereid.

Ook maakt een nieuwe schepenstalling deel uit van de ontwikkelingsplannen van jachthaven De Zuidwal. Deze schepenstalling komt te liggen op het huidige terrein van het naastgelegen recreatiepark Bad Hulckesteijn en wordt mogelijk gemaakt binnen het bestemmingsplan Bad Hulckesteijn dat parallel aan dit bestemmingsplan voor jachthaven De Zuidwal in voorbereiding is.

1.2 Ligging projectgebied

Jachthaven De Zuidwal ligt in de meest noordelijke punt van de gemeente Nijkerk. De jachthaven ligt ingeklemd tussen:

  • noordzijde: het Nijkerkernauw;
  • westzijde: de Arkervaart;
  • oostzijde: recreatiepark Bad Hulckesteijn;
  • zuidzijde: de Zeedijk.

1.3 Opzet bestemmingsplan

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart) en regels en gaat vergezeld van deze toelichting. Op de verbeelding zijn de bestemmingen door middel van kleuren en tekens aangegeven. De regels bevatten de materiële inhoud van de bestemmingen. Deze bestemmingsplanonderdelen vormen tezamen het juridische toetsingskader voor ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. De toelichting bevat met name de aan het plan ten grondslag liggende gedachten.

Dit plan is conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vormgegeven volgens de SVBP 2012 (Standaard voor vergelijkbare Bestemmingsplannen(Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen?)). Het SVBP geeft voorschriften over inrichting van de verbeelding (kleuren en tekens) en de opbouw van de regels.

Diverse facetbelangen zijn door andere regelgeving gewaarborgd, bijvoorbeeld de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet milieubeheer (Wm). Het is niet nodig dat het bestemmingsplan dezelfde waarborgen nogmaals schept.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0001.png"

Figuur 1.1. Ligging plangebied (Bing Maps)

1.4 Vigerend regime

In het projectgebied is het volgende planologische regime van toepassing:

  • bestemmingsplan Nieuw-Hulckesteijn, vastgesteld door de gemeenteraad op 28 september 1972 en nadien enkele malen herzien, waarvan de 1e herziening, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 mei 1978, van betekenis is voor onderhavig plangebied.

Voor het plangebied geldt de bestemming 'Watersportcentrum'.

1.5 Mer-beoordelingsprocedure

Het Besluit m.e.r.

In het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten wanneer mer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Op grond van bijlage D (activiteit 10.1) uit dit Besluit is de uitbreiding van een jachthaven met 100 ligplaatsen of meer mer-beoordelingsplichtig. Het bestemmingsplan vormt hierbij het mer-beoordelingsplichtige besluit.

De beoogde herontwikkeling van jachthaven De Zuidwal voorziet in een uitbreiding van 99 ligplaatsen. Op basis van vast jurisprudentie geldt dat bij een klein verschil met de drempel voor mer-beoordelingsplicht toch een mer-beoordeling moet worden opgesteld. Verder moet in het kader van het ruimtelijk plan dat de ontwikkeling mogelijk zal maken, de aanvaardbaarheid van de effecten van dezelfde natuur- en milieuaspecten te worden onderbouwd als die (?) in de mer-beoordeling. Ook de diepgang waarmee dat gebeurt, verschilt niet wezenlijk met de diepgang van een mer-beoordeling. In beide gevallen zullen met name de effecten op de omringende natuur uitgebreid in beeld moeten worden gebracht. De mer-beoordeling kan het natuur- en milieuhoofdstuk in het ruimtelijk plan vervangen. Om deze redenen wordt voor de uitbreiding van de jachthaven een mer-beoordeling opgesteld.

Geen planmer-procedure noodzakelijk

Onder omstandigheden kan het vaststellen van een bestemmingsplan ook planmer-plichtig zijn. Dit is het geval indien er vanwege de natuurbeschermingswetgeving een passende beoordeling nodig is. Dit is voor de beoogde herontwikkeling niet nodig: uit de voortoets (zie hoofdstuk 4 van de mer-beoordeling) blijkt dat er geen significante effecten optreden. Wanneer aangetoond is dat er geen significante effecten optreden is een passende beoordeling niet nodig. Voor de uitbreiding van de jachthaven is dus geen planmer-procedure nodig.

Relatie met het eerder opgestelde MER Nieuw Hulckesteijn

In het verleden zijn voor het gebied Nieuw Hulckesteijn plannen ontwikkeld (verplaatsen en uitbreiden van de jachthaven, vernieuwen van het dagrecreatieterrein, herontwikkeling van de verblijfsrecreatie). Hierbij werd uitgegaan van een grotere ontwikkeling (omvangrijker programma) in een groter gebied. Hiervoor is in 2010 een MER opgesteld, omdat dit onder de destijds vigerende mer-wetgeving verplicht was. Voor de beoogde ontwikkeling uit 2010 is in het verleden een ontwerpbestemmingsplan opgesteld. Dit bestemmingsplan is echter nooit vastgesteld, waardoor deze ontwikkeling niet planologisch is verankerd. De verschillende initiatieven zijn uiteen gevallen, mede als gevolg van de surseance van betaling van de bestaande camping.

Inmiddels is de ontwikkeling van de jachthaven (en het naastgelegen verblijfsrecreatieterrein, zie paragraaf 2.3(in de toelichting zit geen 2.3!)) kleinschaliger van aard dan destijds was bedacht. Bovendien is het Besluit m.e.r. inmiddels gewijzigd, waardoor dergelijke ontwikkelingen - overigens ook de oude plannen - niet meer rechtstreeks mer-plichtig zijn (maar slechts mer-beoordelingsplichtig).

De beoogde ontwikkelingen anno nu zijn anders dan die uit het MER 2010. Bovendien is de milieu-informatie uit het MER 2010 voor verschillende milieuaspecten niet meer actueel. Tevens worden geen onoverkomelijke milieueffecten verwacht die op voorhand een volledige mer-procedure noodzakelijk maken. Er is dan ook voor gekozen om het bestaande MER niet meer aan te vullen, maar de procedure te volgen zoals deze volgens de nu vigerende wetgeving noodzakelijk is: de mer-beoordelingsprocedure.

1.6 Leeswijzer

Deze toelichting bestaat uit de volgende onderdelen:

  • hoofdstuk 2 beschrijft de huidige situatie van het plangebied en licht toe waaruit de beoogde toekomstige situatie zal bestaan;
  • hoofdstuk 3 toetst het plan aan de geldende beleidskaders op rijksniveau en provinciaal en gemeentelijk niveau;
  • hoofdstuk 4 toetst het plan aan de geldende regelgeving op het gebied van omgevingsnormen, zoals geluid, de verkeerssituatie, milieuhinder, et cetera;
  • hoofdstuk 5 vormt de toelichting bij het juridische gedeelte van het bestemmingsplan: de regels en de verbeelding;
  • hoofdstuk 6 beschrijft de maatschappelijke en financiële haalbaarheid van het plan.
  • hoofdstuk 7 gaat in op de bestemmingsplanprocedure waarbij de ingediende vooroverlegreacties en zienswijzen worden behandeld.

Het rapport mer-beoordeling Jachthaven de Zuidwal (zie bijlage 1 en 2) vormt in feite ook een uitgebreid milieuhoofdstuk voor het bestemmingsplan. Wel is in deze toelichting van dit bestemmingsplan een samenvatting van het rapport mer-beoordeling opgenomen.

Tot slot bevat deze toelichting verschillende bijlagen.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

2.1.1 De bestaande jachthaven

Een luchtfoto van het plangebied en de directe omgeving is weergegeven in figuur 1.1 in het vorige hoofdstuk en meer in detail in figuur 2.1 hieronder.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0002.png"

Figuur 2.1. Ligging plangebied.

Het gebied wordt aan de oostzijde begrensd door het terrein van recreatiepark Bad Hulckesteijn en daarnaast de N301 (Berencamperweg) die Flevoland met de A28 verbindt. Aan de zuidzijde wordt de locatie begrensd door de Zeedijk, waar ten zuiden het Natura 2000-gebied Arkemheen ligt. Aan de noordzijde vormt het Nijkerkernauw de begrenzing. Aan de noordoostzijde van het plangebied bevindt zich de voormalige werkhaven van Rijkswaterstaat. Meer noordoostelijker ligt de Nijkerkersluis. Deze verbindt het Nijkerkernauw met het Nuldernauw. Het Nuldernauw is onderdeel van het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren.

Het plangebied wordt aan de westzijde begrensd door het deel van de Arkervaart dat ten noorden van de Arkersluis ligt. Aan de westzijde van de Arkervaart ligt het dagrecreatieterrein Nieuw Hulckesteijn met pannenkoekenrestaurant 'Orangerie Nijkerk aan Zee'. Halverwege de haven ligt aan de westzijde van de Arkervaart aan de kade het onderkomen van de Waterscouting Nijkerk (Zeeverkenners). Ook liggen aan deze zijde van de Arkervaart 30 passantenplaatsen voor recreanten en beroepsvaart en de bestaande roeibotenhaven van hengelsportvereniging 'Hoop op geluk'.

De bestaande jachthaven is een verenigingshaven met 220 ligplaatsen waar vraag is naar uitbreiding van ligplaatsen. Deze vraag komt voornamelijk uit Nijkerk zelf.

2.1.2 Verkeersontsluiting

Het verkeer bereikt zowel de jachthaven als het naastgelegen recreatiepark vanaf de Zeedijk via de weg Hulckesteijn waarop eveneens het verkeer van de jachthaven wordt afgewikkeld. Ook het verkeer van de werklocatie van Rijkswaterstaat (zie onderstaand) en vier burgerwoningen (voormalige sluiswachterswoningen) wordt via deze weg afgewikkeld richting de Zeedijk en de N301.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0003.png"

Figuur 2.2 Verkeersontsluiting en bestemmingen

2.1.3 Parkeren

Parkeren gebeurt op de strook direct langs de afrastering die het jachthaventerrein van de weg Hulckesteijn scheidt. Op deze strook worden in de winter ook schepen gestald. Deze parkeerplaatsen zijn voldoende voor de gebruikers van de jachthaven.

2.1.4 Water

De jachthaven is direct ontsloten via de naastgelegen vaart die de Arkersluis met het Nijkerkernauw verbindt. De aanlegsteigers van de jachthaven liggen in het verbrede deel van deze vaart.

2.1.5 Huidige jachthavenstructuur

De jachthaven is een langgerekt perceel langs de Arkervaart, bestaande uit een kade en een havenkom. Aan de zuidzijde tegen de Zeedijk staat een overkapping waar de hellingwagen is ondergebracht. De entree tot de jachthaven ligt aan de noordzijde van het perceel. Daar is ook een verenigingsgebouw met kantine gelegen. Op dit deel van het terrein staat ook een mastenloods, een propaangastank van 1.200 liter ten behoeve van het verenigingsgebouw en een pompstation met diesel en benzine.

2.1.6 Gevoelige gebieden en waarden

Ten zuiden van het plangebied, aan de overzijde van de Zeedijk, ligt het Natura 2000-gebied Arkemheen. Ten oosten van de sluis ligt het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren. De Veluwerandmeren zijn tevens aangewezen als “wetland”. Het plangebied zelf ligt buiten de Natura 2000-gebieden en buiten het Gelders Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelingszone zoals deze door de provincie is aangegeven. Verwezen wordt naar figuur 2.3.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0004.png"

Figuur 2.3 Ligging ten opzichten van de Ecologische HoofdStructuur (Gelders Natuurnetwerk)

Het plangebied behoort conform de provinciale Omgevingsvisie tot het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland.

Het plangebied heeft volgens de gemeentelijke archeologische beleidskaart grotendeels een lage verwachting. Alleen de uiterste noordrand heeft een hoge verwachtingswaarde.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0005.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0006.png"

Figuur 2.4 Uitsnede archeologische beleidskaart gemeente Nijkerk

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0007.png"

Figuur 2.5 Schetsvoorstel inrichting recreatiepark & jachthaven

2.2 Kenmerken van het project: de beoogde ontwikkeling

2.2.1 Uitbreiding van de bestaande jachthaven

De bestaande jachthaven heeft uitbreidingsplannen, waarbij in een nieuwe diepere havenkom ter hoogte van de bestaande noordelijk gelegen landtong 75 nieuwe ligplaatsen worden gerealiseerd. Doordat de huidige grotere schepen worden verplaatst naar de nieuwe havenkom, ontstaan er in de bestaande jachthaven circa 24 extra ligplaatsen voor kleinere schepen. De netto uitbreiding bedraagt hiermee 99 ligplaatsen.

Op onderstaande luchtfoto is de locatie van de noordelijke uitbreiding weergegeven:

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0008.png"

Figuur 2.6: Huidig gebruik van noordelijk gelegen gebied jachthaven

Het terrein noordpunt heeft een totaal oppervlakte van circa 1,4 ha. Hiervan is circa 0,9 ha land en 0,5 ha water. Ten behoeve van de geplande herontwikkeling is men voornemens circa 0,6 ha landbodem te ontgraven tot circa 2,5 meter onder maaiveld. Circa 3.300 m2 is momenteel voorzien van een (half)verharding.

Bij de huidige ontsluiting van de weg 'Hulckesteijn' is de aankoop van een deel van het huidige campingterrein voorzien. Dit deel zal worden herontwikkeld tot (winter)stallingsplaats voor schepen. Hierdoor kan de huidige winterstalling op de kade verplaatst worden waardoor de jachthaven met Bad Hulckesteijn een ruimtelijker geheel zal vormen en beide recreatieve voorzieningen meer interactie krijgen. Het terrein van de schepenstalling kan op drukkere dagen tevens deels worden ingezet als parkeerterrein. Drukke dagen doen zich voor op het moment dat de meeste schepen uit de winterstalling zijn en er dus ruimte om te parkeren aanwezig zal zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0009.png"

Figuur 2.7: Voorziene aankoop terrein . ten behoeve van jaarrond stalling schepen

2.2.2 Verruiming grenzen

De jachthaven zal zijn grenzen verruimen in noordelijke richting door het betrekken van de huidige landtong (overigens biedt het huidige bestemmingsplan hiervoor deels al mogelijkheden). Aan de zuidzijde nabij de Zeedijk is op het terrein van Bad Hulckesteijn nieuwe schepenstalling voorzien. De huidige begrenzing van het gebied wordt daarmee enigszins veranderd. Qua inrichtingsgrenzen zijn geen andere veranderingen voorzien. Op het voorstaande schetsvoorstel (figuur 2.5) is de huidige en toekomstige begrenzing visueel weergegeven.

2.2.3 Aansluiting van de jachthaven op het recreatiepark Bad Hulckesteijn en verplaatsing entree

De weg Hulckesteijn scheidt het recreatiepark van de jachthaven. De jachthaven wordt van deze openbare weg gescheiden door een circa 2,5 meter hoog hek dat over de volledige hoogte is voorzien van schrikdraad. Dit hek is geplaatst nadat de jachthaven in het verleden veel met diefstal werd geconfronteerd.

Om het recreatieterrein en de jachthaven visueel meer met elkaar te verbinden, is gezocht naar een oplossing waarbij het zicht niet wordt onderbroken door het hekwerk en tegelijkertijd toch de veiligheid van de jachthaven kan worden gewaarborgd. Hiertoe zal het hek tussen Brasserie De Vuurtoren op recreatiepark Bad Hulckesteijn en het Nijkerkernauw worden vervangen door een vier meter brede watergang. Om een fraaie landschappelijke overgang te creëren, wordt de nieuwe watergang vormgegeven met een robuuste harde zijde aan de jachthaven en een natuurlijk vormgegeven begroeide oever met een flauw talud aan het recreatiepark die overgaat in een groene zone tot aan de tuinen van de recreatiewoningen. Het toepassen van een kademuur heeft nog een andere belangrijke reden. Doorwaden van de watergang is hierdoor niet zonder meer mogelijk. Samen met een middendiepte van de watergang van 1,5 meter wordt ongewenste betreding van het terrein van de jachthaven optimaal voorkomen en vormt de watergang eenzelfde garantie voor de veiligheid als het huidige hekwerk met schrikdraad. Nabij de Zeedijk wordt in een nieuwe schepenstalling voorzien ten behoeve van het stallen van schepen die anders het zicht vanaf Bad Hulckesteijn op de haven zouden verhinderen.

Verder wordt voorzien in een directe voetgangersverbinding tussen het park en de jachthaven. Deze is voorzien ter hoogte van het verenigingsgebouw van de jachthaven. De toekomstige uitbreiding van jachthaven De Zuidwal ligt deels voor de kust van Bad Hulckesteijn. Om hier het zicht op de werkhaven en het Nijkerkernauw te behouden, wordt hier geen kade voorzien maar een steiger. De huidige weg 'Hulckesteijn' zal aan de openbaarheid worden onttrokken op het deel dat is gelegen op het recreatiepark.

Jaarrond, maar met name in het winterseizoen, worden er schepen gestald op de kade van de jachthaven. Deze schepen staan op bokken. Met name de grotere schepen belemmeren het zicht vanaf het recreatieterrein op de activiteiten van de jachthaven. Met de jachthaven is afgesproken dat grote schepen die het zicht vanaf Bad Hulckesteijn op de jachthaven erg zouden verhinderen zoveel mogelijk op de nieuwe schepenstalling worden gestald. Deze schepenstalling komt op het huidige terrein van Bad Hulckesteijn te liggen nabij de Zeeweg. Dat biedt de mogelijkheid om het kadedeel tussen het parkeerterrein van Brasserie De Vuurtoren en de werkhaven van RWS, als ook het deel van de nieuwe uitbreiding van jachthaven De Zuidwal (voor zover gelegen voor de kust van Bad Hulckesteijn), zoveel mogelijk vrij van te houden van stalling van grote zichtbelemmerende schepen. Het nieuwe terrein van de schepenstalling wordt omzoomd door een hekwerk dat landschappelijk wordt ingepast door begroeiing met liguster of laurier.

2.2.4 Aansluiting op de polder Arkemheen

De nieuwe (winter)stalling voor schepen is voorzien achter de bestaande houtwal die Bad Hulckesteijn visueel van de Zeedijk scheidt. Deze houtwal wordt waar nodig steviger ingeplant om zicht op objecten vanuit het open landschap verder te beperken. Ook wordt hoger opgaande beplanting dan de huidige houtwal geplaatst. Ook aan de parkzijde wordt rond de schepenstalling hogere beplanting geplaatst.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0010.jpg"

Figuur 2.8 Landschappelijke inpassing aan de zijde van de polder Arkemheen

2.2.5 Inpassing aan de noord- en westzijde

Aan de zijde van de Arkervaart ligt de nieuwe uitbreiding achter het bestaande landhoofd. Daar liggen reeds regelmatig schepen afgemeerd. De masten van de jachten zullen boven het landhoofd uit zichtbaar zijn, maar hier wordt aangesloten bij het reeds aanwezige nautische beeld van de jachthaven. Vanuit het westen sluiten de nieuwe ontwikkelingen naadloos aan bij het huidige beeld en verandert er niks.

Aan de noord(oost)zijde van het plangebied zullen de nieuwe aanlegplaatsen vanaf de overzijde van het Nijkerkernauw zichtbaar zijn. De nieuwe aanlegplaatsen worden door een damwand buiten invloed van het water van het Nijkerkernauw gehouden. Deze damwand zal aan de zijde van het Nijkerkernauw worden ingepast met een natuurvriendelijke oever (waarover een wandelpad zal lopen) die met riet zal worden ingeplant. Dit verzacht de meer verstedelijkte beleving van het plangebied die als gevolg van de ontwikkeling zal optreden. De waardevolle kenmerken van het nationaal landschap zelf worden niet aangetast.

 afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0011.jpg"

Figuur 2.9 Landschappelijke inpassing aan de noordzijde

2.2.6 Waterhuishouding

Er is voorzien in de uitbreiding van de jachthaven aan de noordzijde. Hiertoe zal de huidige landtong geherstructureerd dienen te worden. Deze verandering is vergunningplichtig op een aantal vlakken, maar inpasbaar bevonden door de bevoegde gezagen Rijkswaterstaat en Waterschap Vallei en Veluwe.

2.2.7 De bedrijfswoning

De Zuidwal heeft momenteel twee mensen in dienst. Dit zijn een havenmeester en een uitbater van de kantine in het verenigingsgebouw. Op dit moment wonen beiden in een woonboot die langs de Arkervaart is afgemeerd. Het bestemmingsplan maakt het mogelijk dat beide werknemers toekomstig een eigen woning krijgen. De bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 7 meter. De bedrijfswoning wordt geclusterd nabij de hoge gebouwen van Bad Hulckesteijn (op de kade nabij de Zeeweg) of nabij het verenigingsgebouw van jachthaven De Zuidwal. Dit zal in het bestemmingplan worden geregeld. De Zuidwal houdt rekening met de landschappelijke inpasbaarheid bij de kleurstelling van de bebouwing.

2.2.8 Starttoren/uitzichttoren

De starttoren wordt gebruikt voor zeilwedstrijden. Van daaruit wordt het startsein gegeven en wordt overzicht op de finish gehouden. De toren wordt zo ingericht dat deze ook dienst doet als vogeluitkijktoren. De toren zal landschappelijk goed worden ingepast. Het huidige lichtbaken blijft staan en zal niet in de toren worden opgenomen. De vogeluitkijktoren maakt deel uit van een semi-openbaar gebied op de kop van de haven dat als 'vogelboulevard' fungeert en dat vrij toegankelijk is vanaf de Zeeweg en vanaf Bad Hulckesteijn. Onder meer bebording bij de Zeeweg zal naar de vogelboulevard verwijzen. Ook zal worden bezien of het mogelijk is om nestgelegenheid voor vogels en/of vleermuizen in de toren op te nemen. De maximale bouwhoogte zal 12 meter bedragen. De Zuidwal houdt rekening met de landschappelijke inpasbaarheid bij de kleurstelling van de bebouwing.

2.2.9 Samenhang met andere projecten

Recreatiepark Bad Hulckesteijn

Recreatiepark Bad Hulckesteijn zal worden herontwikkeld en tevens worden uitgebreid, waarbij nieuwe recreatieobjecten worden gerealiseerd als ook een aantal groepsaccommodaties en bijbehorende voorzieningen zoals een (overdek) zwembad. Voor deze beoogde ruimtelijke ontwikkeling wordt een separaat bestemmingsplan opgesteld en een separate mer-beoordelingsprocedure doorlopen. In zowel de mer-beoordelingsprocedure voor uitbreiding van de jachthaven als die voor de herontwikkeling van Bad Hulckesteijn zullen de cumulatieve milieueffecten van beide ontwikkelingen worden beoordeeld voor de milieueffecten die elkaar in samenhang versterken. Deze zullen niet op alle vlakken optreden. Bij de volgende milieuthema's kunnen cumulatieve effecten optreden:

  • 1. verkeerseffecten en verkeersgerelateerde effecten (wegverkeerslawaai, luchtkwaliteit): zowel de jachthavenontwikkeling als de verblijfsrecreatieve ontwikkeling heeft gevolgen voor de verkeersbewegingen in en naar het gebied;
  • 2. landschap: gelet op de status als Nationaal Landschap wordt zekerheidshalve bepaald of sprake kan zijn van cumulatieve effecten;
  • 3. ecologie/Natura 2000; hoewel kan worden gesteld dat significante effecten van de projecten niet optreden, moet wel worden onderbouwd dat dergelijke significante effecten ook uitblijven in cumulatie met andere projecten;
  • 4. externe veiligheid: over de N301 vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Zekerheidshalve wordt beoordeeld of sprake kan zijn van samenhang in effecten;
  • 5. water, waar het de watergang betreft die de jachthaven van het verblijfsrecreatieterrein scheidt.

Hieraan is in deze mer-beoordeling aandacht besteed. Bij de overige milieuaspecten is in de beoordeling geen verdere aandacht besteed aan de beoogde herontwikkeling van Bad Hulckesteijn.

Werkterrein Rijkswaterstaat met natuurinspectieboot van de Omgevingsdienst

Ten noorden van de werkhaven ligt een werklocatie van Rijkswaterstaat, bestaande uit een schiereiland dat vanaf de zijde van de Berencamperweg bereikbaar is. Omdat dit terrein buiten gebruik is, wordt overleg gevoerd over de ingebruikname van deze landtong met Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf. Het werkeiland biedt ruimte voor uitbreiding van het recreatiepark Bad Hulckesteijn met ongeveer 42 recreatieve verblijfseenheden. Een indicatieve impressie van de inrichting van het werkeiland is hieronder opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0012.png"

Figuur 2.10 Indicatieve impressie inrichting werkeiland Rijkswaterstaat

De eventuele ontwikkeling hiervan loopt via een apart traject en maakt geen deel uit van deze ruimtelijke procedure. Bij het in beeld brengen van mogelijke milieueffecten in de verdere planvormingsfase wordt met mogelijke ontwikkeling van dit terrein echter wel rekening gehouden in verband met een mogelijk cumulatief effect.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de voor het plangebied relevante beleidskaders uiteengezet, voor zover deze betrekking hebben op, of van invloed zijn op de functie en de beoogde herstructurering (inclusief beperkte uitbreiding) van het recreatieterrein.

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte & Barro

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

3.2.2 Nationale belangen

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro omvat alle ruimtelijke Rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met het Barro maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij het besluit kunnen worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit.

In de SVIR en Barro zijn met betrekking tot het ruimtelijk beleid geen relevante passages opgenomen voor de ontwikkelingen in het projectgebied.

3.2.3 Actuele regionale behoefte (3.1.6 lid 2 Bro)

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen te worden aangetoond dat sprake is van een actuele regionale behoefte. Hierbij dienen de volgende vragen te worden beantwoord:

  • 1. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte;
  • 2. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel 1, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en;
  • 3. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel 2, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.

Alhoewel het de vraag is in hoeverre de herstructurering en uitbreiding van een bestaande jachthaven als nieuwe stedelijke ontwikkeling kan worden aangemerkt, wordt vanuit een zorgvuldige besluitvorming ervoor gekozen om de stappen uit artikel 3.1.6 lid 2 Bro te doorlopen.

Ad. 1 Actuele regionale behoefte

De uitbreiding van de jachthaven voorziet in een gedeeltelijke opvang van schepen op de wachtlijst van jachthaven De Zuidwal zelf. De wachtlijst omvat ongeveer 120 schepen, de uitbreiding voorziet in 99 extra ligplaatsen. De regionale wachtlijs is nog aanzienlijk groter. Hieruit kan dan ook worden opgemaakt dat er in de regio geen jachthavens zijn waar deze schepen terecht kunnen. Ook zijn er geen uitbreidingen van jachthavens bekend waarmee in deze behoefte kan worden voorzien. De uitbreiding van de Zuidwal is zodoende wenselijk en voorziet in een actuele regionale behoefte.

Ad 2. Binnen bestaand stedelijk gebied

De uitbreiding van de jachthaven vindt plaats in aansluiting op de bestaande jachthaven en leidt in enige mate tot de uitbreiding van stedelijk gebied. Een deel van de gronden waarop de herstructurering/uitbreiding ziet, kennen in het vigerende plan overigens al de bestemming 'watersportcentrum'. Planologisch gezien betreft de uitbreiding van stedelijk gebied daardoor enkel het deel waar de nieuwe ligplaatsen worden gerealiseerd. Gelet op het feit dat de uitbreiding zoveel mogelijk in aansluiting op de bestaande jachthaven plaatsvindt, alsmede aansluiting is gezocht bij de herstructurering/uitbreiding van het naastgelegen Bad Hulckesteijn, wordt het aanvaardbaar geacht dat enige uitbreiding plaatsvindt buiten bestaand stedelijk gebied. Hierbij is met name van belang dat de nu in gebruik zijnde gronden voor de jachthaven niet de ruimte bevat om in de uitbreidingsbehoefte te voorzien (geen mogelijkheden voor inbreiding).

Ad 3. Goed ontsloten alternatieve locaties

De ontsluiting van de jachthaven voor autoverkeer is uitstekend. De ontsluiting voor langzaam verkeer is vanwege de afstanden tot de omliggende kernen uiteraard minder goed, maar zeker niet slecht gezien de wijze waarop de jachthaven via fietsvoorzieningen en autoluwe wegen bereikbaar is. De ontsluiting per openbaar vervoer is vanwege de ligging in het buitengebied minder goed dan met een stedelijke ligging, maar evenmin slecht als gevolg van de bediening van een op 700 meter afstand gelegen bushalte die met een halfuursfrequentie verbinding geeft met Nijkerk, Zeewolde en Harderwijk.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

De ontwikkeling waarop dit plan ziet voldoet op zichzelf reeds aan de vereisten van duurzame stedelijke ontwikkeling, zodat het beleid niet tot een gewijzigde invulling van het bestemmingsplan hoeft te leiden.

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Algemeen

Het provinciale ruimtelijke beleid is vastgelegd in de provinciale structuurvisie Streekplan Gelderland 2005 (hierna: structuurvisie) en verschillende uitwerkingen en herzieningen daarvan. Voorts gelden er verschillende thematische structuurvisies.

Een gedeelte van het provinciale beleid is op grond van de Wro-agenda vastgelegd in de Ruimtelijke verordening Gelderland. Hierin staan de regels die de provincie Gelderland stelt aan de bestemmingsplannen van gemeenten. De meest actuele regeling van de Ruimtelijke Verordening is de geconsolideerde versie. Provinciale Staten stelden in december 2010 de RVG vast. Op 29 mei 2013 is een derde herziening van de ruimtelijke verordening vastgesteld. Deze en eerdere herzieningen zijn verwerkt in de geconsolideerde versie.

In een provinciale ruimtelijke verordening ex artikel 4.1 Wro worden regels gesteld ten aanzien van de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen. De Ruimtelijke Verordening Gelderland vormt een beleidsneutrale vertaling van het in het Streekplan Gelderland 2005 en de beleidsuitwerkingen daarvan verwoorde beleid. Hier is verder geen nieuw beleid aan toegevoegd.

3.3.2 Ruimtelijke verordening en Omgevingsvisie Gelderland

Ruimtelijke verordening

Ruimtelijke plannen en besluiten dienen te voldoen aan het bepaalde in de Ruimtelijke verordening Gelderland. Voor onderhavig plangebied zijn verschillende bepalingen relevant. Deze worden hieronder besproken.

  • Intrekgebied: op gronden aangewezen als intrekgebied mag een bestemmingsplan de winning van fossiele energie, zoals aardgas, aardolie, schaliegas en steenkoolgas, niet mogelijk maken. Het plan voorziet niet in deze activiteiten, zodat op dit punt aan de verordening wordt voldaan;
  • Nationaal landschap buiten de groene Ontwikkelzone (GO), Gelders NatuurNetwerk (GNN) en Noord Hollandse Waterlinie: wijzigingen van bestemmingen is alleen toegestaan indien deze wijzigingen de kernkwaliteiten van het gebied behouden of versterken. In de verordening is het begrip van nationaal landschap als volgt opgenomen: 'gebied met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten, en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten'. Voor het onderhavige plangebied geldt met name dat de recreatieve kwaliteit kwalificerend is om deze gronden als nationaal landschap aan te merken. De kenmerken van deze gronden sluiten aan bij de kenmerken die voor het Arkemheen gelden, waarvoor de volgende kernkwaliteiten zijn vastgelegd:
    • 1. extreme openheid: deze kwaliteit is niet van toepassing op onderhavig projectgebied. Het terrein is al lange tijd bebouwd en begroeid, zodat er praktisch geen sprake is van enige openheid.
    • 2. deels grillige, deels regelmatige verkaveling: alhoewel de huidige verkaveling in enige mate wordt aangepast, wijzigt deze niet wezenlijk van de reeds aanwezige verkaveling, zodat op dit punt de kernkwaliteit niet wordt aangetast;
    • 3. kronkelende sloten: in het projectgebied zijn geen sloten aanwezig;
    • 4. gebruik als grasland, hoog waterpeil: in de huidige situatie is geen sprake van grasland, ook in de toekomstige situatie is geen sprake van grasland. Dit aspect wordt niet aangetast.

Omgevingsvisie

De hoofddoelen vanuit de visie voor de provincie zijn als volgt:

  • een duurzame economische structuur, waarbij de provincie zich onder andere richt op een gezonde vrijetijdseconomie;
  • het borgen van de kwaliteit en veiligheid van onze leefomgeving, hetgeen onder andere . het volgende betekent: een gezonde vrijetijdseconomie en aandacht voor beleving, bereikbaarheid en toegankelijkheid van cultuur, natuur en landschap.

Het projectgebied ligt op de grens van de regio Noord-Veluwe en de regio Food-Valley. De speerpunten waarbinnen de ontwikkeling in dit bestemmingsplan kan worden geschaard zijn:

  • gastvrije regio (Noord-Veluwe);
  • bedrijven en bedrijvigheid (Food-Valley).

De provincie benoemt de recreatiesector als een belangrijk element in de regio, mede omdat het werkgelegenheid met zich brengt, maar ook omdat het bijdraagt aan de aantrekkingskracht van de regio voor zakelijke bezoeken. Om de recreatiesector in stand te houden zijn verschillende zaken van belang:

  • innovatie en modernisering;
  • een divers aanbod, het hele jaar door.

De provincie wil de regio als sterk merk neerzetten: de Waterrijke Veluwe. De uitbreiding van de jachthaven sluit uitstekend bij deze doelstellingen aan.

Conclusie toetsing provinciaal beleid

In dit geval is geen sprake van nieuwvestiging, maar van een beperkte uitbreiding. Het plan voldoet aan vorengenoemd beleid.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Het beleid heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

3.3.3 Ecologische hoofdstructuur

Het provinciaal beleid

In de Omgevingsvisie is de herijkte Ecologische Hoofdstructuur (EHS) opgedeeld in twee categorieën:

  • Gelders Natuurnetwerk (GNN);
  • Gelderse Groene Ontwikkelingszone (GO);

De naam EHS wordt losgelaten. Het plangebied ligt niet binnen de GNN of de GO.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Het beleid heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan, aangezien de ontwikkelingslocatie buiten beide netwerken ligt en het beleid geen externe werking kent.

3.3.4 Natura 2000

Het plangebied ligt in de nabijheid van de Natura 2000-gebieden Arkemheen en Veluwerandmeren. Op grond van artikel 19j van de Natuurbeschermingswet 1998 dient rekening te worden gehouden met de mogelijke gevolgen van het plan op de instandhoudingsdoelstelling van het gebied. Daarnaast dient, wanneer significante effecten niet kunnen worden uitgesloten, bij Gedeputeerde Staten op grond van artikel 19d van deze wet een vergunning te worden aangevraagd voor de activiteiten die het plan mogelijk maakt.

Het plan leidt niet tot negatieve effect op de instandhoudingsdoelstelling van beide gebieden. Een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet is derhalve niet aan de orde.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Het beleid heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Nijkerk / Hoevelaken 2030

De structuurvisie geeft richting aan de inrichting van de ruimte in Nijkerk de komende jaren, met de blik gericht op 2030. Het is een grove schets die in naarmate de tijd verstrekt verder wordt ingekleurd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0013.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0014.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0015.png"

Figuur 3.1 Uitsnede Kaart 06: Integrale toekomstvisiekaart

De herontwikkeling van Nieuw-Hulckesteijn, waarbij er upgrading van dagrecreatie, uitbreiding van de jachthaven en herontwikkeling van dagrecreatie moet plaatsvinden, wordt als één van de opgaven voor de structuurvisie benoemd. De uitbreiding van de jachthaven sluit zodoende aan op de beoogde doelstellingen.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Het beleid heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

3.4.2 Beleidsnotitie Recreatie en Toerisme gemeente Nijkerk (2012 +)

Het gemeentelijk beleid is erop gericht om door middel van het stimuleren van toerisme en recreatie een economische spin-off te genereren waarmee een aantrekkelijker woon- en verblijfsklimaat kan worden gecreëerd. Het doel ligt niet zozeer in de inzet van grootschalige nieuwe ontwikkelingen, maar het optimaliseren en verbinden van het bestaande aanbod en de bestaande plannen. De gemeente zoekt hierbij nadrukkelijk de samenwerking met de sector.

Nieuw-Hulckesteijn wordt meerdere malen in deze notitie benoemd als gebied dat zowel vanwege de jachthaven, als vanwege het recreatiepark aan de wieg staat van nieuwe ontwikkelingen. Geconcludeerd wordt dat de beleidsnotitie al voorsorteert op de uitbreidingsplannen van de jachthaven.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Het beleid heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

3.4.3 Nota handhavingsbeleid - Onrechtmatige bewoning Recreatieverblijven Nijkerk

Het is verboden om permanent in een recreatiewoning te wonen. De gemeente houdt hierop toezicht. Personen die toch wonen in een recreatiewoning, riskeren dwangsommen van maximaal € 25.000. Dit beleid is vastgelegd in de nota Onrechtmatige bewoning Recreatieverblijven Nijkerk (april 2004).

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Het plan kent een verbod op het permanent bewonen van schepen, met uitzondering van de woonboot van de havenmeester.

3.4.4 Nota Externe Veiligheid gemeente Nijkerk

De Nota Externe Veiligheid gemeente Nijkerk (november 2010) is gericht op het bieden van een veilige leefomgeving aan de Nijkerkers onder andere door in bestemmingsplannen een goede zonering aan te brengen tussen risicovolle activiteiten en kwetsbare functies. De planlocatie vormt geen knelpunt in het huidige veiligheidsbeleid. Hetzelfde geldt voor de gebruiksmogelijkheden waarin dit bestemmingsplan voorziet.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Het beleid heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

3.4.5 Welstandsnota

In Welstandsnota (1 januari 2014) is het welstandsbeleid vastgelegd. De nota hanteert als uitgangspunt dat welstandstoezicht alleen plaatsvindt op de plekken waar dat van belang is. Verder toets de commissie Ruimtelijke Kwaliteit de ingediende plannen integraal. De welstandskaart geeft een overzicht waar wél en waar géén welstandsbeleid van toepassing is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0097-0001_0016.png"

Uit de welstandskaart blijkt dat de jachthaven in het gebied valt met een regulier welstandsregime. Dat betekent dat bebouwing wordt beoordeeld in relatie tot haar omgeving, maar ook als zelfstandig object (de architectonische benadering), echter niet in detail.

Beleid voor de jachthaven

De kleinschaligheid van de bebouwing en de besloten ligging zijn belangrijke waarden. Voorts is de functie van de recreatieve bebouwing van meer belang dan de architectonische waarde. De gemeente vindt van belang het extensieve karakter van de bebouwing in het buitengebied in stand te houden. Op de jachthaven komt geen intensieve bebouwing. Er is slechts sprake van enige uitbreiding van bestaande bebouwing en een bedrijfswoning.

Objectcriteria

  • 1. Algemeen:
    • a. de bouwwerken passen in de omgevingskarakteristiek en de bestaande organisatie op het perceel en zijn gerelateerd aan de landschappelijke inrichting.
  • 2. Plaatsing:
    • a. de bebouwing mag geen afbreuk doen aan het landelijke karakter van de omgeving;
    • b. de bouwwerken hebben een gevarieerde plaatsing op de kavels.
  • 3. Detaillering, kleur- en materiaalgebruik:
    • a. gevels hebben een neutrale en horizontale geleding;
    • b. detailleringen worden terughoudend en sober uitgevoerd;
    • c. het materiaalgebruik bestaat in hoofdzaak uit natuurlijke materialen: (bak)steen, pleisterwerk, hout, dakpannen en riet;
    • d. het kleurgebruik is ingetogen, met de nadruk op aardkleuren en donkere tinten.

Beleidsregels welstandsvrij bouwen

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op de bebouwing bij de jachthaven.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Het beleid heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan.

3.4.6 Archeologiebeleid

In 2010 is door een deskundig bureau (RAAP) de voorkomende en te verwachten archeologische waarden in geheel Nijkerk gedetailleerd in kaart gebracht. Daarbij zijn de archeologische monumenten omschreven en aangeduid en is voor het hele grondgebied een categorisering gemaakt voor wat betreft de archeologische verwachtingswaarde.

Vertaling naar dit bestemmingsplan

Op basis van het beleid wordt een dubbelbestemming Archeologische waarden opgenomen.

3.4.7 Parkeerbeleid

In de Nota Parkeernormen Nijkerk 2014 (Mobycon 15 september 2014) is het gemeentelijk parkeerbeleid uitgewerkt. De gemeentelijke parkeernormen gaan daarbij uit van een volgend parkeerbeleid waarbij in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Daartoe wordt aangesloten bij het maximum van het landelijke parkeerkencijfer voor elke functie zoals deze zijn opgenomen in CROW-publicatie 317 (oktober 2012).

Vertaling naar dit bestemmingsplan

De ontwikkeling ligt in het gebied dat door de Nota Parkeernormen als Buitengebied wordt aangemerkt. In de Nota Parkeernomen is (aansluitend bij de kencijfers van het CROW) een parkeernorm per ligplaats opgenomen. Deze bedraagt 0,7 parkeerplaats per ligplaats.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

4.1 Inleiding

De wet en de jurisprudentie stellen eisen aan de inhoud van een bestemmingsplan. De uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan moet worden aangetoond en er moet sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening. Daarom is het noodzakelijk te onderzoeken welke effecten een bestemmingsplan heeft op de omgeving.

Ten behoeve van dit plan is het onderzoek opgenomen in het rapport mer-beoordeling Jachthaven De Zuidwal (zie bijlage 1 en 2). Uit de mer-beoordeling blijkt dat als gevolg van de beoogde ontwikkelingen in het plangebied er geen belangrijke negatieve milieugevolgen optreden. Dit betekent dat het doorlopen van een volledige projectmer-procedure niet noodzakelijk is.

In de volgende paragrafen is per omgevingsaspect de conclusie van het onderzoek uit de mer-beoordeling opgenomen. Daarbij is per aspect aangegeven in hoeverre het onderzoek tot bepaalde maatregelen in het plan heeft geleid. Voor een volledige inzage in de onderzoeken wordt verwezen naar de mer-beoordeling in bijlage 1 en 2.

4.2 Verkeer

  • De verkeersintensiteit neemt toe met 26 mvt/etmaal. De verkeersontsluiting wijzigt in de toekomstige situatie niet. De verkeersomvang neemt niet dusdanig toe dat dit leidt tot een verslechtering van de verkeersveiligheid.
  • De bereikbaarheid, verkeersveiligheid en verkeersafwikkeling blijven voldoende gewaarborgd. De uitbreiding van Jachthaven De Zuidwal leidt niet tot negatieve milieueffecten op het gebied van verkeer.

Waarborgen in het bestemmingsplan:

  • niet van toepassing.

4.3 Bedrijven en milieuzonering

  • Er zijn in de omgeving geen bedrijven aanwezig die de milieusituatie in het plangebied onaanvaardbaar beïnvloeden. De beoogde uitbreiding van de jachthaven met bijbehorende intensivering zorgt niet voor een relevant andere geluidsituatie in het gebied. Ter plaatse van aanwezige burgerwoningen in de omgeving is ook na de beoogde ontwikkeling nog steeds sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Er is dan ook geen sprake van belangrijke negatieve milieugevolgen die op zullen treden vanuit dit perspectief.
  • De beoogde herontwikkeling van het naastgelegen recreatiepark Bad Hulckesteijn en de ontwikkeling van de jachthaven staan elkaar niet in de weg. Het gaat in beide gevallen om reeds bestaande en naast elkaar gelegen activiteiten, zodat de onderlinge gevolgen (op gebied van onder andere geluid) reeds bekend zijn. In het verleden heeft dit niet tot problemen geleid en voor de toekomst worden ook geen problemen voorzien.
  • Ter plaatse van aanwezige burgerwoningen in de omgeving is ook na de beoogde ontwikkeling nog steeds sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
  • Er is dan ook geen sprake van belangrijke negatieve milieugevolgen die op zullen treden vanuit dit perspectief.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • niet van toepassing.

4.4 Geluidhinder

  • De bedrijfswoning zal buiten de contour van de voorkeursgrenswaarde worden gerealiseerd, 28 meter uit de as van de Zeedijk. Omdat buiten de 48 dB-contour wordt gebouwd, hoeft geen hogere grenswaardeprocedure te worden doorlopen.
  • Het aspect wegverkeerslawaai staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • In het bestemmingsplan wordt geregeld dat de bedrijfswoning op een grotere afstand dan 28 meter uit de as van de Zeedijk komt te staan.

4.5 Luchtkwaliteit

  • De ontwikkeling draagt niet in betekenende mate bij aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen.
  • Er wordt ruimschoots voldaan aan de luchtkwaliteitsnormen.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • niet van toepassing.

4.6 Externe veiligheid

  • De enige risicorelevante bron in het plangebied en de directe omgeving betreft de N301. De beoogde ontwikkelingen vinden buiten de PR 10-6 contour plaats en hebben geen gevolgen voor het plaatsgebonden risico (PR). Omdat er 99 extra ligplaatsen worden gerealiseerd, zal het groepsrisico in beperkte mate toenemen. Ook in de toekomstige situatie zal het groepsrisico laag blijven. In bijlage 3 van deze bestemmingsplantoelichting is een verantwoording van het groepsrisico opgenomen.
  • Binnen de inrichting is een propaantank ten behoeve van de gasvoorziening van de kantine aanwezig. De inhoud van de propaantank is echter dermate gering, dat deze valt onder het Activiteitenbesluit. Hierbij dient te worden voldaan aan de daarin opgenomen veiligheidsafstanden. De verblijfsrecreatie op het naastgelegen Bad Hulckesteijn zal eveneens op voldoende afstand van de propaantank worden gerealiseerd. Er kunnen dan ook geen belangrijke negatieve milieugevolgen optreden op dit aspect als gevolg van de beoogde ontwikkeling.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

In de planregels wordt voorgeschreven dat de onderlinge afstand tussen de bedrijfswoning en het woonschip en de vulopening van een (propaan)tank ten minste 20 m bedraagt.

4.7 Kabels en leidingen

  • Er zijn geen planologisch relevante leidingen aanwezig.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • niet van toepassing.

4.8 Bodem en grondwater

  • Het grondverzet dat plaatsvindt in het kader van de realisatie van de plannen betreft het ontgraven van 0,6 ha landbodem.
  • Demping en bodemafdichting zijn niet aan de orde in het kader van de ontwikkeling.
  • Ontgravingen vinden plaatsvinden tot een maximumdiepte van 2,5 m ten opzichte van het maaiveld. De vrijkomende grond zal worden afgezet naar een erkende afnemer. De kwaliteit van de grond zal daaraan voorafgaand op kwaliteit worden beoordeeld. Milieueffecten als gevolg van de ontgraving worden niet verwacht.
  • Uit het verkennend bodemonderzoek (augustus 2014) blijkt dat de vastgestelde milieuhygiënische bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de verlening van een omgevingsvergunning. De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding voor aanvullend of nader bodemonderzoek. P.m. bodemonderzoek.
  • Waterkwantiteit is gewaarborgd. Voor zover sprake is van een toename van verharding wordt dit gecompenseerd door de aanleg van de jachthavenuitbreiding.
  • De waterkwaliteit is niet in het geding, daar geen bodem- en waterverontreinigende activiteiten ter plaatse worden uitgevoerd.
  • Het plangebied ligt niet binnen of in de omgeving van een boringsvrije zone, waterwinningsgebied of een grondwaterbeschermingsgebied. De gemiddelde hoogste grondwaterstand ligt op minder dan 0,4 m beneden maaiveld.
  • Regenwater wordt afgekoppeld en infiltreert in de bodem of wordt afgevoerd naar de Arkervaart of de nieuwe watergang die de jachthaven scheidt van recreatiepark Bad Hulckesteijn. Een en ander verschilt niet van de huidige situatie.
  • Ten zuiden van het plangebied is de Zeedijk gelegen. Delen van het plangebied liggen dan ook binnen de beschermingszone van deze kering.

De beoogde ontwikkeling heeft geen negatieve milieugevolgen voor de aspecten bodem en water voor wat betreft bodemopbouw, bodemkwaliteit, veiligheid en waterkeringen, grondwater, waterkwaliteit en waterberging.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • Op de plankaart is een beschermingszone opgenomen voor de waterkerende werking van de Zeedijk.

4.9 Natura 2000

Op basis van de verslechteringstoets kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

  • Het verkeer van/naar de ontwikkeling komt niet langs/door stikstofgevoelige Natura 2000-gebied. Op het moment dat dit gebeurt, is het verkeer al opgenomen in de veel grotere reeds aanwezige verkeersstroom. Het verkeer langs het Natura 2000-gebied Arkemheen neemt wel toe. De toename van het verkeer is echter dusdanig beperkt, dat er nog meer dan voldoende onverstoord gebied beschikbaar blijft in Arkemheen.
  • Met betrekking tot recreatieve verstoring van rustende vogels op het water van de Veluwemeren en foeragerende/broedende vogels in de polder Arkemheen kan worden geconcludeerd dat de passerende (auto, fiets, voet) recreanten op de dijk een zeer voorspelbare, rustige, continue en ongevaarlijk gebleken verstoringsbron vormen waaraan de vogels reeds lang gewend zijn. Ook deze beperkte toename leidt niet tot een groter verstoord gebied. Een verstoring vanaf het water wordt niet aannemelijk geacht omdat de waterrecreatie buiten het winterseizoen plaatsvindt (dat maatgevend is in verband met overwinterende vogels) en schepen niet in de ondiepe delen komen waar de vogels met name rusten. Visuele verstoring is verder niet aan de orde, omdat er geen ingrijpende wijzigingen in de randen van het terrein plaatsvinden.
  • Verstoring door bouwen is relatief beperkt, omdat het om een korte periode buiten het broedseizoen gaat waarbij uitgekomen grond wordt afgevoerd.
  • Lichtverstoring zal niet toenemen, daar de jachthavenuitbreiding niet van verlichting zal worden voorzien, met uitzondering van enkele vleermuisvriendelijke oriëntatieverlichting.
  • Effect op het behalen van de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebieden als gevolg van deze ontwikkeling kunnen daarom worden uitgesloten. Genoemde effecten zijn verre van significant zodat een passende beoordeling niet vereist is.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • niet van toepassing.

4.10 Flora en fauna, GNN en weidevogelgebied

Flora en fauna, GNN en weidevogelgebied

  • Foerageergebied en de baltsplaatsen van vleermuizen worden niet aangetast door de herontwikkeling. De ransuil kan eveneens in het gebied blijven foerageren. De oevers zullen geschikt leefgebied blijven voor de rivierdonderpad, ook het leefgebied van de kleine modderkruiper wordt niet aangetast. Het voorkomen van de waterspitsmuis en rugstreeppad in en direct rond Bad Hulckesteijn is niet aangetoond en kan worden uitgesloten. Er zal rekening worden gehouden met het broedseizoen van vogels.
  • Het plangebied ligt buiten het Gelders Natuurnetwerk en de Groene Ontwikkelingszone. De ontwikkeling leidt dan ook niet tot aantasting van deze natuurgebieden. Het initiatief hoeft overigens niet te worden getoetst aan het beleid van het Gelders Natuurnetwerk en de Groene Ontwikkelingszone, daar het gebied hier buiten ligt en er geen externe werking geldt. De relevante tekstdelen zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van de mer-beoordelingsnotitie.
  • Polder Arkemheen is ook aangewezen als weidevogelgebied. Evenals bij het Natura 2000-gebied worden negatieve effecten door verstoring (recreatie, geluid, beweging) uitgesloten. Er blijft voldoende onverstoord gebied over.

Negatieve effecten op matig en zwaar beschermde soorten, het Gelders Natuurnetwerk (GNN), Groene ontwikkelingszone en weidevogelgebied worden uitgesloten. Er is geenszins sprake van belangrijke negatieve milieugevolgen die het doorlopen van een volledige projectmer-procedure noodzakelijk maken.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • niet van toepassing.

4.11 Landschap en cultuurhistorie

  • Het plangebied is reeds zichtbaar vanuit polder Arkemheen. Ten behoeve van de aanleg van de nieuwe aanlegplaatsen ter hoogte van de bestaande landtong op het terrein wordt aan de noordkant de huidige beplanting verwijderd. Aan de zuidzijde wordt de winterstalling voor schepen gerealiseerd, ingepast achter een houtwal die verstevigd wordt. Vanuit de polder Arkemheen gezien, verandert de aanleg van de nieuwe aanlegplaatsen niks aan het bestaande beeld. De wijziging door de winterstaling is door de landschappelijke inpassing eveneens marginaal.
  • Vanuit de oostzijde worden de nieuwe ontwikkelingen afgeschermd door Bad Hulckesteijn.
  • Vanuit het westen sluiten de nieuwe ontwikkelingen naadloos aan bij het huidige beeld en verandert er niks.
  • Aan de noord(oost)zijde van het plangebied zullen de nieuwe aanleg plaatsen vanaf de overzijde van het Nijkerkernauw zichtbaar zijn. Dit leidt tot een meer verstedelijkte beleving van het plangebied. De waardevolle kenmerken van het nationaal landschap zelf worden niet aangetast.
  • Ook de cultuurhistorisch waardevolle elementen die op enige afstand van het plangebied liggen, worden niet aangetast (fysiek/visueel) door de herinrichting van het terrein.
  • Het opstellen van een volwaardig MER heeft echter inhoudelijk geen toegevoegde waarde op dit vlak.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • niet van toepassing.

4.12 Archeologie

  • Volgens de gemeentelijke archeologische beleidskaart heeft het plangebied een hoge, lage (afgedekt) en lage archeologische verwachting.
  • Eventuele vondsten gedaan tijdens werkzaamheden vallen wel onder de meldingsplicht zoals vastgelegd in artikel 53 van de Monumentenwet 1988.

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

Volgens het gemeentelijke archeologiebeleid is bij:

  • De hoge verwachting archeologisch onderzoek noodzakelijk in plangebieden groter dan 250 m² bij bodemingrepen dieper dan 30 cm.
  • De lage (afgedekt) verwachting archeologisch onderzoek noodzakelijk in plangebieden groter dan 10.000 m² bij bodemingrepen dieper dan 40 cm.
  • De lage verwachting archeologisch onderzoek noodzakelijk in plangebieden groter dan 10.000 m² bij bodemingrepen dieper dan 30 cm.
  • Dit wordt in de regels opgenomen.

4.13 Niet gesprongen explosieven

  • Het gebied is in 1964 opgehoogd. Voor de schepenstalling geldt dat er niet dieper zal worden gegraven dan de huidige dikte van de ophooglaag van 1,2 meter (Zie paragraaf 3.3). Voor de aanleg van de ligplaatsen geldt het volgende. Het gebied is verdacht vanwege raketaanvallen op 14 maart 1945, door 4 geallieerde jachtbommenwerpers op schepen in de Sluiskom van de binnenhaven. Er werden treffers, rook en vlammen waargenomen door de piloten en drie van de vier schepen zonken. Er is dus redelijk nauwkeurig gebombardeerd. Tijdens het baggeren van de Arkervaart en de buitenhaven enkele jaren geleden zijn geen bijzondere objecten opgegraven. Gezien de grote afstand (>600 meter) van de bombardementen tot de uitbreiding van de jachthaven worden geen blindgangers in het werkgebied verwacht zodat een onderzoek niet noodzakelijk is. Er is dan ook geen sprake van belangrijke negatieve milieugevolgen die op kunnen treden als gevolg van de beoogde ontwikkeling

Vertaling naar dit bestemmingsplan:

  • Er geen reden is voor een eventueel onderzoek naar de aanwezigheid van conventionele explosieven. Het plangebied ligt dusdanig ver van de nauwkeurig uitgevoerde raketaanvallen dat het gebied niet meer verdacht is.

4.14 Eindconclusie

De herontwikkeling en uitbreiding van de jachthaven veroorzaakt geen negatieve milieueffecten op de omgeving. Een volwaardige projectmer-procedure is om die reden niet wenselijk of noodzakelijk.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Inleiding

Dit bestemmingsplan is zowel digitaal als analoog opgesteld en bestaat uit een toelichting, regels en een verbeelding. De regels en de verbeelding vormen de juridisch bindende onderdelen van het bestemmingsplan, waarbij de digitale versie leidend is. De toelichting licht toe hoe het plan tot stand is gekomen en welke afwegingen hieraan ten grondslag liggen (hoofdstuk 2 t/m 4).

In dit hoofdstuk wordt uitleg gegeven bij de regeling en de verbeelding. In algemene zin kan worden opgemerkt dat voor de planbegrenzing aansluiting is gezocht bij het aangrenzende bestemmingsplan voor het buitengebied, bij het in voorbereiding zijnde plan voor Bad Hulckesteijn en in hoofdzaak beperkt is tot de jachthaven zelf.

5.2 Inhoud regeling

Het bestemmingsplan is opgebouwd uit de volgende regels:

5.2.1 Hoofdstuk 1

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel zijn verschillende begrippen opgenomen. Hierdoor wordt voorkomen dat onduidelijkheid bestaat over de uitleg van deze begrippen. Zo is voor dit plan het begrip 'jachthaven' een belangrijk element. Dit komt verderop aan de orde. Voor begrippen die niet in dit artikel voorkomen, wordt aangesloten bij het normale taalgebruik.

Artikel 2 Wijze van meten

In dit artikel wordt bepaald op welke wijze onder meer de hoogte van bouwwerken wordt gemeten, maar ook de oppervlakte van bouwwerken en dergelijke.

5.2.2 Hoofdstuk 2

Artikel 3 Recreatie - Dagrecreatie

Dit plan ziet expliciet op de huidige en beoogde toekomstige gebruiks- en bouwmogelijkheden van Jachthaven de Zuidwal. De uitbreiding van het aantal ligplaatsen wordt mogelijk gemaakt door aan de noordzijde van de huidige jachthaven een gebied aan te wijzen waar nieuwe ligplaatsen kunnen worden aangelegd. Alle gronden (niet alleen Recreatie-Dagrecreatie, maar ook de gronden met de bestemming Water) die ten behoeve van de jachthaven in gebruik kunnen worden genomen, hebben op de verbeelding de aanduiding 'jachthaven' gekregen. Het verharde deel heeft de bestemming Recreatie-Dagrecreatie en het 'natte' deel heeft de bestemming Water.

Via het begrip jachthaven wordt vervolgens duidelijk wat de gemeente hieronder verstaat:

haven met daarbij behorende grond waar overwegend de gelegenheid wordt gegeven voor het aanleggen, afmeren of afgemeerd houden van recreatie- of pleziervaartuigen en alle daarbij behorende voorzieningen, alsmede hieraan ondergeschikte nautische gerelateerde dienstverlening, detailhandel en educatie.

Onder 'daarbij behorende voorzieningen' wordt onder andere verstaan sanitaire voorzieningen, een brandstofpunt (lpg is expliciet niet toegestaan), milieustraat, botenlift, mastenkraan, kantine et cetera. In ondergeschikte mate is nautische dienstverlening/verkoop/educatie toegestaan. Hierbij kan worden gedacht aan een jachtservice, een watersportwinkel, bootverhuur en een zeilschool. Verder geldt dat op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid moet worden voorzien.

Aan de noordzijde van het terrein – op de locatie waar de kantine zich bevindt – is een bouwvlak op de verbeelding opgenomen. Gebouwen dienen op deze locatie te worden gebouwd. Het plan staat 500 m² aan gebouwen toe. Hiermee biedt dit plan enige uitbreidingsruimte, zodat o.a. de uitbreiding van de mastenloods kan worden gerealiseerd.

Er zijn twee uitzonderingen op de regel dat gebouwen uitsluitend in het bouwvlak zijn toegestaan. De eerste betreft de bedrijfswoning. Het is namelijk overal op het terrein toegestaan om een bedrijfswoning (maximaal één) te bouwen. De enige voorwaarde die geldt, is dat de woning op 28 m uit de as van de Zeedijk moet worden gebouwd vanwege wettelijke bepalingen omtrent geluidhinder.

De tweede uitzondering betreft de starttoren. Vanwege wedstrijden op het Nijkerkernauw is de jachthaven van plan een starttoren op de kop van de 'pier' te bouwen. Deze starttoren kan tot een hoogte van 7 m worden opgericht.

Voor het overige zijn andere voorzieningen ten behoeve van de jachthaven toegestaan, zoals een botenhelling, hekwerken, overkappingen et cetera.

Artikel 4 Verkeer

De Zeedijk valt binnen het plangebied van dit bestemmingsplan. Deze weg is aan te merken als lokale stroomweg. Voorts valt de naastgelegen berm en fietsstrook binnen deze bestemming. Deze functies - inclusief daarbij passende bouwwerken - zijn als zodanig in dit plan bestemd.

Artikel 5 Water

De jachthaven is gelegen op de overgang tussen de Arkervaart en de Nijkerkernauw. De uitbreiding van de jachthaven ligt aan de zijde van de Nijkerkernauw. Logischerwijs zijn deze delen van het plangebied bestemd voor water. Daar waar de jachthaven is gelegen, dan wel is beoogd, is de aanduiding 'jachthaven' opgenomen. Welke voorzieningen hier zijn toegestaan, is beschreven onder 'artikel 3 Recreatie-Dagrecreatie'. In aanvulling op hetgeen reeds besproken, geldt dat binnen de bestemming Water ook het bestaande woonschip van de havenmeester is gelegen en als zodanig ook in dit plan wordt toegestaan.

Artikel 6 Waarde - Waterstaat

Een deel van het recreatieterrein valt binnen de waterkering van de Zeedijk. Vanuit de bescherming van deze waterkering geldt voor het bebouwen van deze gronden dat dit pas is toegestaan indien deze bouwwerken geen onevenredige schade kunnen toebrengen aan de waterkering. Dit betekent dat bouwen pas is toegestaan nadat hiervoor een omgevingsvergunning voor afwijken van het plan (binnenplanse afwijking) is verleend.

5.2.3 Hoofdstuk 3

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Deze regel zorgt ervoor dat bij het bepalen van het toegestane maximum oppervlak bebouwing, het opsplitsen van percelen er niet zonder meer toe kan leiden dat dit maximum oppervlak kan worden uitgebreid.

Artikel 8 Algemene bouwregels

Nadere eisen

Het plan kent een nadere eisenregeling conform de gemeentelijke standaard.

Ondergeschikte bouwdelen

Dit plan staat verder - in aanvulling op de bestemmingsregeling - ondergeschikte bouwdelen toe. Hierbij kan worden gedacht aan entreeportalen, erkers, balkons, uitbouwen, luifels et cetera. Ondergeschikte bouwdelen mogen maximaal 3 m vanuit de gevel van het betreffende gebouw reiken.

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

Conform de gemeentelijke standaard is een aantal zaken expliciet uitgesloten, waaronder bepaalde vormen van opslag en het drijven van seksinrichtingen.

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

Via een binnenplanse afwijking kan een aantal zaken worden toegestaan - in aanvulling op hetgeen reeds rechtstreeks is toegestaan - :

  • afwijken van maten tot 10%;
  • het plaatsen van antennemasten tot 20 m hoogte.

Artikel 11 Overige regels

Werking wettelijke regeling

In dit artikel is een regeling opgenomen waarmee wordt vastgelegd dat daar waar het plan verwijst naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, de betreffende verwijzing betrekking heeft op het bedoelde document zoals dat van kracht is op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

(Bouw)werkzaamheden beneden maaiveld

Het uitvoeren van bodemwerkzaamheden dieper dan 1,2 m beneden maaiveld is niet toegestaan vanwege mogelijke aanwezigheid van explosieven in de ondergrond. Via een omgevingsvergunning voor afwijken van het plan kan – nadat hiertoe onderzoek is uitgevoerd – tot grotere diepte worden gegaan.

5.2.4 Hoofdstuk 4

In hoofdstuk 4 zijn de overgangsregels opgenomen en de citeertitel.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Inleiding

De uitvoerbaarheid van een plan bestaat uit de volgende elementen:

  • de maatschappelijke uitvoerbaarheid: is voldoende rekening gehouden met de bij het plan betrokken belangen;
  • de financiële uitvoerbaarheid: te onderscheiden in:
    • 1. voldoende financiële middelen van de private partij om het plan te realiseren;
    • 2. borging van kostenverhaal;
    • 3. afdekking van planschade.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Overlegpartners

In het kader van het overleg als bedoeld ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zal het concept-ontwerpbestemmingsplan 'Jachthaven de Zuidwal' worden voorgelegd aan de wettelijke overlegpartners. De resultaten uit dit vooroverleg zullen worden verwerkt in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan.

Recreatieterrein Bad Hulckesteijn

Naast de jachthaven is het recreatieterrein Bad Hulckesteijn gelegen dat momenteel een ware metamorfose ondergaat. De (beoogde) ontwikkelingen op zowel Bad Hulckesteijn als bij de jachthaven vinden in nauw overleg plaats tussen de watersportvereniging de Zuidwal, Bad Hulckesteijn en de gemeente. Dit heeft er onder meer toe geleid dat op het grondgebied van het recreatieterrein gronden beschikbaar worden gesteld voor het opslaan van schepen van de vereniging. De ontwikkelingen die binnen voorliggend bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt zijn overigens niet afhankelijk van realisatie van de schepenstalling, zodat opname van de schepenstalling in het plan voor Bad Hulckesteijn geen bedreiging voor de uitvoerbaarheid van dit plan vormt.

Ook is in samenspraak besloten om een watergang tussen het recreatiepark en de gronden van de vereniging aan te leggen, waarbij een brug en/of dam met duiker beide gebieden met elkaar verbindt. Op die manier kunnen de recreanten op het park tevens gebruik maken van de horeca faciliteiten van de vereniging. Daarnaast zorgt de watergang ervoor dat de gronden van de vereniging voldoende zijn afgeschermd om diefstal op het terrein te voorkomen.

Bewoners, werkterrein Rijkswaterstaat en sluisgebouw ten noorden van het plangebied

Vervangende ontsluiting

Ten behoeve van de bereikbaarheid van de woningen, het werkterrein van Rijkswaterstaat, de natuurinspectieboot van de Omgevingsdienst en het sluisbouw die ten noorden van het plangebied liggen en nu via de Hulckesteijn worden ontsloten, zal een nieuwe ontsluitingsroute worden aangelegd. Dit alles geschiedt in het kader van de bestemming voor Bad Hulckesteijn. Het plan voor de jachthaven staat niet aan de gemaakte afspraken in de weg.

Hinder van de jachthaven voor omliggende woningen

Als gevolg van nieuwe aanlegplaatsen op de 'havenkop' komt de jachthaven circa 100 m dichterbij de burgerwoningen langs de Berencamperweg komen te liggen. Hiermee resteert overigens nog steeds een afstand van circa 280 m. Gelet op deze afstand wordt geen onoverkomelijke overlast verwacht voor de bewoners van deze woningen.

Voor de woningen langs de Zeedijk worden geen veranderingen verwacht, anders dan een beperkt verhoogd aantal verkeersafwikkelingen vanwege de toename van het aantal ligplaatsen. Deze verhoging is niet van dien aard dat dit tot onevenredige overlast zal leiden.

Terinzagelegging

Het ontwerpbestemmingsplan zal gedurende 6 weken worden gelegd. Een ieder kan gedurende die periode zijn zienswijze aan de gemeente kenbaar maken. Aan de hand van de verschillende zienswijzen zal de gemeenteraad beoordelen of de zienswijzen tot een wijziging van het ontwerpplan dienen te leiden.

6.3 Financiële uitvoerbaarheid

Voldoende financiële middelen

De uitbreiding en alle werkzaamheden die daarmee verband houden, komen voor rekening van de watersportvereniging. De vereniging beschikt over voldoende financiële middelen om dit project tot uitvoering te brengen.

Kostenverhaal, nader eisen, fasering

Dit plan voorziet in nieuwe bouwplannen zoals bedoeld in artikel 6.12 Wro. Dit betekent dat de gemeente verplicht is om eventuele kosten die zij ten behoeve van de ontwikkeling zal maken, verhaalt bij de ontwikkelaar. Tussen de gemeente en de vereniging is een anterieure overeenkomst gesloten, waardoor kostenverhaal is verzekerd.

Omdat er geen redenen aanwezig zijn om nadere eisen te stellen, dan wel een fasering aan te brengen, wordt het niet noodzakelijk geacht een exploitatieplan vast te stellen.

Planschade

Eventuele planschade als gevolg van deze ontwikkeling wordt niet, dan wel niet van dien aard ingeschat, dat dit in de weg zou moeten staan aan de uitbreiding van de jachthaven. Overigens is een planschadeovereenkomst tussen de gemeente en de vereniging gesloten voor eventuele aanspraken op planschade, mochten deze zich voordoen.

Hoofdstuk 7 Procedure

In het kader van het overleg als bedoeld ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zal het concept-ontwerpbestemmingsplan 'Bad Hulckesteijn' worden voorgelegd aan de wettelijke overlegpartners. De resultaten uit dit vooroverleg zullen worden verwerkt in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan.