Struikfoods 2012

4.2 Water

4.2.1 Rijksbeleid

Het streven naar een veilig, gezond en duurzaam waterbeheer staat landelijk in de belangstelling. Thema's zoals 'water in de stad' en 'water als ordenend principe' zijn als speerpunten aangegeven in het vigerende beleid zoals vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (ministerie van V&W), de Nota Ruimte (ministerie van VROM), de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw (WB21), de Handreiking Watertoets (VROM) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).

4.2.2 Provinciaal beleid

Waterplan Gelderland 2010-2015

Het Waterplan bevat het waterbeleid van de provincie en is de opvolger van het derde Waterhuishoudingsplan (WHP3). Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet. Het Waterplan is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Het Waterplan Gelderland 2010-2015 is op 1 januari 2010 in werking getreden.

In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals stedelijk gebied, landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd.

De belangrijkste doelstellingen voor de periode tot 2015 luiden als volgt:

• voor de 35 gebieden van de TOP-lijst is de GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regiem) bestuurlijk vastgesteld en zijn de maatregelen voor herstel uitgevoerd;
• de maatregelen voor herstel van de HEN-wateren zijn uitgevoerd;de natte ecologische verbindingszones zijn gerealiseerd, tenzij onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn;
• wateroverlast vanuit het regionale watersysteem wordt voorkomen door inrichting van waterbergingsgebieden en verruiming van watergangen;
• in het stedelijk gebied is urgente wateroverlast opgelost;
• de zwemwateren voldoen als minimum aan de categorie aanvaardbaar;
• toekomstvast hoogwaterbeleid.

4.2.3 Beleid Waterschap Vallei en Eem

Waterbeheersplan 2010-2015

Het Waterbeheersplan 2010 - 2015 is op 17 september 2009 door het Algemeen Bestuur vastgesteld en op 17 december 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Gelderland en Utrecht het Waterbeheersplan 2010 - 2015 goedgekeurd. Overigens is het Waterschap inmiddels gefuseerd met het Waterschap Veluwe. Het Waterbeheersplan 2010-2015 Vallei en Eem is echter nog steeds van toepassing.

Dit plan behandelt de taken van het Waterschap op het gebied van de zorg voor voldoende en schoon water en de zuivering van afvalwater. In de komende periode wordt voortgebouwd op de in de vorige planperiode behaalde resultaten en ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. In het waterbeheersplan staat wat het Waterschap doet om te zorgen voor veilige dijken, optimale waterpeilen en schoon water in sloten, beken, kanalen en plassen. Centraal staan de waterschapstaken: waterbeheer, waterkering en waterketen.

4.2.4 Watertoets

Onderhavig plan is een beheergericht bestemmingsplan dat is gericht op het beheer van de bestaande situatie. Er zijn daarom geen gevolgen voor de waterhuishoudkundige situatie bij onderhavig bestemmingsplan.

Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Struikfoods 2001 is door de partijen overeengekomen dat het bedrijf Struikfoods zou zorgen voor een waterbergende voorziening in de vorm van een ondergrondse buffer om het afstromende hemelwater van het bedrijventerrein op te vangen. Deze voorziening is vooralsnog niet gerealiseerd.

Het bedrijf Struikfoods heeft besloten in de plaats van een ondergrondse buffer binnen het bedrijfsperceel een bovengrondse retentievoorziening buiten het bedrijfsperceel aan te leggen. Het gaat om de aangrenzende percelen direct aan de oostzijde van het bedrijventerrein, behorende bij het agrarische bedrijf aan de Voorthuizerweg 7. Er wordt gedacht aan een tweetal poelen c.q. vijvers. De vijvers zijn niet alleen bedoeld voor waterretentie maar ook voor natuurontwikkeling, hetgeen wenselijk is aangezien de gronden grenzen aan de EHS.

De gemeente Nijkerk heeft aangegeven met deze plannen te kunnen instemmen. De realisatie van de bovengrondse retentievoorziening zal worden mogelijk gemaakt middels een separate omgevingsvergunning in het kader van de strijdigheid van het gebruik met het vigerende bestemmingsplan.

Door het plangebied loopt een A-watergang. Deze wordt ter plaatse van de bedrijfsbebouwing deels overkluisd. Deze situatie wordt bestendigd. In het bestemmingsplan wordt de watergang vastgelegd en beschermd middels een tweetal dubbelbestemmingen.

In het kader van onderhavig bestemmingsplan is, gezien het beheersgerichte karakter van het bestemmingsplan, geen separaat overleg met het Waterschap gevoerd.