4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor '
Wonen
' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
wonen in woonhuizen, al dan niet in combinatie met niet-woonactiviteiten aan huis, met dien verstande dat:
- de niet-woonactiviteit een activiteit betreft welke valt onder categorie 1 van
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
dan wel een naar de aard en invloed op de omgeving met deze categorie gelijk te stellen activiteit;
- ten minste 60% van de gebruiksoppervlakte van de gebouwen en de bijbehorende erven dient te worden aangewend voor de woonfunctie;
- de gezamenlijke gebruiksoppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken welke wordt gebruikt voor de niet-woonactiviteit niet meer dan 60 m2 mag bedragen;
- de niet-woonactiviteit dient te worden uitgeoefend door de bewoner van de bijbehorende woning;
- detailhandel aan huis niet is toegestaan;
- een sexinrichting niet is toegestaan;
- ten behoeve van de niet-woonactiviteit niet meer dan 4 klanten tegelijk aanwezig mogen zijn;
- het gebruik van de niet-woonactiviteit niet mag leiden tot afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende grond en/of bebouwing;
- het gebruik voor de niet-woonactiviteit geen belemmering mag opleveren voor de doorstroming van het verkeer op de openbare weg;
- het parkeren ten behoeve van de niet-woonactiviteit op eigen erf moet zijn geregeld en dient te voldoen aan het gemeentelijk parkeerbeleid zoals weergegeven in
Bijlage 3 Parkeernormen
, tenzij uit een gemeentelijke parkeerdrukmeting blijkt dat parkeren buiten het eigen terein in een door de gemeente aan te geven mate ook acceptabel is;
- de niet-woonactiviteit niet vergunningplichtig dan wel meldingplichtig mag zijn ingevolge de Drank- en Horecawet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en/of een daarop gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur;
- buitenopslag en niet-woonactiviteiten in de openbare ruimte niet zijn toegestaan, met uitzondering van in- en uitladen;
- qua eventuele reclame-uitingen moet worden voldaan aan het gemeentelijk Reclamebeleid; met daarbij behorende:
- gebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
- tuinen;
- erven; met dien verstande dat:
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten- geluidgevoelige ruimten' geen geluidgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 lid 28 zijn toegestaan.
Op de voor '
Wonen
' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de
bestemming worden gebouwd.
Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:
- een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding “vrijstaand” mogen hoofdgebouwen vrijstaand worden gebouwd;
- de afstand van een vrijstaand hoofdgebouw en van de vrijstaande zijde van een aaneengebouwd hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
- ter plaatse van de aanduiding '
maximale goothoogte (m)
' geldt dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
- ter plaatse van de aanduiding '
maximale bouwhoogte (m)
' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte.
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
- de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 3 m bedragen;
- de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
- de gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak mag per hoofdgebouw 70 m2 bedragen dan wel niet meer dan 50% van het achtererfgebied;
- de goothoogte van een niet vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot niet meer dan 0,30 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
- de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3 m bedragen;
- de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op een afstand van minder dan 2 m van de zijdelingse perceelgrens mag niet meer dan 3 m bedragen;
- de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk op een afstand van meer dan 2 m van de zijdelingse perceelgrens mag niet meer dan 5 m bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
- indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
- in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen.
4.3.1 Nadere eis
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de
bebouwing ten behoeve van:
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- een goede woonsituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- de sociale veiligheid;
- de externe veiligheid.
Voor het stellen van een nadere eis geldt de in
10.1
vermelde voorbereidingsprocedure.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Omgevingsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
-
4.2.2 onder a
en toestaan dat bijbehorend bouwwerk tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt gebouwd;
onder g en toestaan dat geluidgevoelige ruimten zijn toegestaan, mits:
- de bedrijfsactiviteiten van het aannemersbedrijf aan de Kantemarsweg 1 zijn beëindigd;
- uit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting op de gevel voldoet aan de voorkeursgrenswaarde dan wel uit onderzoekt blijkt dat met het treffen van maatregelen wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde (binnenniveau) conform het gemeentelijk beleid.
Een in
4.4.1
onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen
onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- een goede woonsituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- de sociale veiligheid;
- de externe veiligheid.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
- de bewoning van bijgebouwen;
- het gebruik van gronden en opstallen voor een bedrijf.
Overtreding van het bepaalde in
4.5.1
is een strafbaar feit.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Omgevingsvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
4.1
ten behoeve van het gebruik voor aan huis verbonden bedrijven en/of voor beroeps- of bedrijfsmatige
activiteiten aan huis als genoemd in
Bijlage 2 Lijst beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis
met dien verstande dat:
- ten minste 60% van de gebruiksoppervlakte van de gebouwen en de bijbehorende erven dient te worden aangewend voor de woonfunctie;
- de gezamenlijke gebruiksoppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken welke wordt gebruikt voor bedrijf en/of de beroeps-of bedrijfsmatige bedrijsactiviteit niet meer dan 60 m2 mag bedragen;
- het bedrijf en/of de beroeps-of bedrijfsmatige bedrijsactiviteit dient te worden uitgeoefend door de bewoner van de bijbehorende woning;
- detailhandel aan huis niet is toegestaan;
- een sexinrichting niet is toegestaan;
- ten behoeve van het bedrijf en/of de beroeps-of bedrijfsmatige bedrijsactiviteit niet meer dan 4 klanten tegelijk aanwezig mogen zijn;
- het gebruik van het bedrijf en/of de beroeps-of bedrijfsmatige bedrijsactiviteit niet mag leiden tot afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende grond en/of bebouwing;
- het gebruik voor het bedrijf en/of de beroeps-of bedrijfsmatige bedrijsactiviteit geen belemmering mag opleveren voor de doorstroming van het verkeer op de openbare weg;
- het parkeren ten behoeve van het bedrijf en/of de beroeps-of bedrijfsmatige bedrijsactiviteit op eigen erf moet zijn geregeld en dient te voldoen aan het gemeentelijk parkeerbeleid zoals weergegeven in
Bijlage 3 Parkeernormen
, tenzij uit een gemeentelijke parkeerdrukmeting blijkt dat parkeren buiten het eigen terein in een door de gemeente aan te geven mate ook acceptabel is;
- het bedrijf en/of de beroeps-of bedrijfsmatige bedrijsactiviteit niet vergunningplichtig dan wel meldingplichtig mag zijn ingevolge de Drank- en Horecawet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en/of een daarop gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur;
- buitenopslag en bedrijven en/of beroeps-of bedrijfsmatige bedrijsactiviteiten in de openbare ruimte niet zijn toegestaan, met uitzondering van in- en uitladen;
- qua eventuele reclame-uitingen moet worden voldaan aan het gemeentelijk Reclamebeleid.
Een in
4.6.1
genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige
aantasting plaatsvindt van:
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- de sociale veiligheid;
- de externe veiligheid.