Plan: | Uitbreiding bedrijventerrein Horstbeek, Hoevelaken |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0045-0002 |
Sinds 14 februari 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren, wat als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook het bestemmingsplan - een zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen. De waterparagraaf omvat het advies van de waterbeheerder en een gemotiveerd besluit ten aanzien van de wateraspecten. Eventuele afwijkingen van het advies van de waterbeheerder worden gemotiveerd. Daarbij moet door de initiatiefnemer worden aangegeven hoe met die afwijking wordt omgegaan. In de laatste instantie kan worden teruggegrepen op het nemen van verzachtende maatregelen of compensatie inclusief afspraken over financiering en uitvoering.
In de waterparagraaf staat beschreven hoe bij het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en hoe hier bij de uitvoering invulling aan wordt gegeven.
Huidige situatie plangebied
De bodem in het plangebied bestaat uit zandgronden. De grondwatertrap ter plaatse is VI. De volgende grondwaterstanden zijn in het plangebied aanwezig
Er is geen sprake van (grond)wateroverlast in het plangebied. Het bedrijventerrein ten westen van het plangebied kent een gescheiden rioolsysteem waarop kan worden aangesloten. Door het bestaande bedrijventerrein Horstbeek loopt de Hoevelakensebeek. Deze beek heeft een belangrijke afwaterende functie voor de omgeving. Aan de noordgrens van het plangebied ligt een watergang.
Toekomstige situatie plangebied
Door de uitbreiding van het bedrijventerrein Horstbeek zal de verharding in het plangebied toenemen. In dit kader is met het Waterschap Vallei en Veluwe afgestemd dat er voldoende waterberging gecompenseerd moet worden. Op dit moment is nog niet bekend in welke mate dit zal gebeuren. Dit is afhankelijk van de uiteindelijke inrichting van het plangebied. Het bestemmingsplan zal moeten voorzien in het realiseren van voldoende ruimte voor waterberging.
Hemelwaterberging en -afvoer
Voor de berging en afvoer van hemelwater van daken en straten is het gewenst om deze afvoer waar mogelijk af te koppelen en te infiltreren in de bodem. In andere gevallen dient het regenwater via een regenwaterriool afgevoerd te worden naar een bergingsvijver of ander oppervlaktewater. Voor het plangebied zijn deze opties bekeken, resulterend in de volgende constateringen:
Met bovenstaande rekening houdend wordt door waterschap en gemeente aanbevolen om aan te sluiten bij de afkoppelplannen van de gemeente, door infiltratievoorzieningen aan te leggen en/of tijdens de bouw alvast een gescheiden rioolstelsel aan te leggen.
Gelet op een toename van het verhard oppervlak wordt er van uitgegaan dat er voldoende infiltratiemogelijkheden worden gecreëerd. Zo wordt er zo min mogelijk druk gelegd op het bestaande oppervlaktewaterstelsel. Voor het vertragen van de afvoer en het creëren van aanvullende berging kan worden gedacht aan vegetatiedaken. Door de aanleg van halfverharding kan er voor worden gezorgd dat de infiltratiecapaciteit in het gebied beter wordt benut.
Bij het nader uitwerken van het plangebied in relatie tot waterbergende voorzieningen zullen de beleidsuitgangspunten van het waterschap (Normering en uitgangspunten voor het stedelijk gebied) worden gehanteerd.
Waterkwaliteit
Het gebruik van uitlogende materialen beïnvloedt de kwaliteit van regen- en oppervlaktewater negatief. Daarom wordt zowel tijdens de bouw- en gebruiksfase alsmede de inrichting van de openbare ruimte het gebruik van deze materialen zo veel mogelijk beperkt.
Conclusie en vervolgstappen
Gezien de kenmerken van het plangebied is het mogelijk om water in het plangebied vast te houden of te bergen/infiltreren. Door de mogelijkheden te benutten om in de toekomst aan te sluiten op een gescheiden rioleringsstelsel wordt de belasting van het bestaande oppervlaktewatersysteem in pieksituaties, zowel kwantitatief als kwalitatief, verbeterd. De beleidsuitgangspunten van het waterschap worden gehanteerd bij de uitwerking van het watervraagstuk in het plangebied.
Omdat nu nog niet bekend is in welke mate het gebied verhard gaat worden zal bij de verdere uitwerking en uitvoering van het plan in overleg tussen gemeente en waterschap worden afgesproken welke maatregelen nodig zijn om aan de ontwateringsnormen te voldoen. Daarnaast kan worden overwogen om gebruik te maken van vegetatiedaken of andere maatregelen om extra water vast te houden. De gemeente heeft overleg gevoerd en voert in het kader van de uitwerking van het bestemmingsplan overleg met het Waterschap Veluwe om de aanpak van de wateropgave in het plangebied af te stemmen. Van belang is dat in dit bestemmingsplan de ruimte wordt geboden om binnen de verschillende bestemmingen waterhuishoudkundige voorzieningen te treffen. In onderhavig bestemmingsplan wordt in alle bestemmingen (Bedrijventerrein, Groen en Verkeer) de mogelijkheid geboden waterhuishoudkundige voorzieningen te treffen.