direct naar inhoud van 5.2 Specifieke verklaring van dit bestemmingsplan
Plan: De Flier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0042-0003

5.2 Specifieke verklaring van dit bestemmingsplan

5.2.1 Bedrijventerrein

In de bestemming "Bedrijventerrein" zijn bedrijven toegestaan die zijn vermeld in bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten, die deel uitmaakt van de regels. Verder zijn binnen deze bestemming diverse vormen van openbaar gebied toegestaan, zoals wegen en groenvoorzieningen.

Door middel van aanduidingen op de verbeelding is bepaald welke categorie bedrijven waar is toegestaan (maximaal categorie 4.2). In de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn bij de diverse bedrijven voor de diverse milieufactoren, zoals geur, stof en geluid, afstandsmaten aangegeven. Het gaat daarbij om afstanden van bedrijven tot woonbebouwing die is gelegen in een "rustige woonwijk" (of uiterlijk op de rand daarvan). De bij een bepaald bedrijf aangegeven grootste afstand is bepalend voor de categorie indeling:

grootste afstand   categorie  
10 m   1  
30 m   2  
50 m   3.1  
100 m   3.2  
200 m   4.1  
300 m   4.2  

Zo zijn binnen een bestemmingsvlak in de directe nabijheid van woonbebouwing bedrijven toegestaan die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in categorie 2 vallen. Op een afstand van 50 m tot 100 m zijn bedrijven in de categorieën 3.1 of 3.2 toegestaan en op nog grotere afstand bedrijven uit categorie 4.

"Mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen" Wet geluidhinder en bevi's
De vestiging van "mogelijk zwaar geluidhinderlijke inrichtingen", in de zin van de Wet geluidhinder is in het plangebied niet toegestaan. Dergelijke bedrijven zouden een te groot beslag leggen op de milieuruimte in het gebied en daarmee op de vestigingsmogelijkheden van andere bedrijven.

Bedrijven vallende onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn in principe toegestaan, mits na een onderzoek (qra) door de aanvrager wordt aangetoond dat het plaatsgebonden risico (Pr 10-6 contour) van dit Bevi-bedrijf binnen de grenzen van hun eigen bedrijfskavel blijft. Ook moet het groepsrisico hierbij verantwoord worden.

Wegen en andere bijbehorende voorzieningen
Op de gronden binnen deze bestemming zijn naast bedrijfsvestigingen ook wegen met bijbehorende voorzieningen toegestaan, ter ontsluiting van de betreffende bedrijven. Tevens zijn fiets en voetpaden, water, groen, parkeervoorzieningen, nutsgebouwtjes e.d. toegestaan.

Bouwregels
Aan het bouwen van gebouwen op het bedrijventerrein zijn alleen die eisen betreffende situering, oppervlakte en andere maatvoeringen gesteld, die nodig zijn om een ruimtelijk en planologisch verantwoorde invulling van het gebied te verkrijgen. In dat kader dienen gebouwen binnen bouwvlakken te worden gebouwd, op een bepaalde afstand tot wegen en tot een van de zijdelingse perceelsgrenzen. Daarnaast zijn maximum bebouwingspercentages gegeven.

De hoogtematen van de gebouwen is zoveel mogelijk gelijkgesteld en op de verbeelding weergegeven. Daar waar afwijkingen zijn, is dit ook op de verbeelding weergegeven.

Afwijken van de bouwregels
Als zich een bedrijf voor vestiging aandient dat in de Staat van Bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie valt dan ter plaatse is toegestaan, bijvoorbeeld in categorie 4.1, waar categorie 3.2 is toegestaan, dan kan dat bedrijf mogelijk toch worden ingepast. Via een afwijkingsbevoegdheid kan dat bedrijf worden toegestaan, mits het, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de betreffende plaats als recht, in dit geval dus 3.2, zijn toegestaan. In de daartoe opgenomen afwijkingsprocedure kan worden bezien of eventuele maatregelen mogelijk en toereikend zijn. Deze procedure zal in de praktijk gelijk oplopen met de toetsingsprocedure van de beoogde bedrijfsactiviteiten in het kader van de Wet milieubeheer.

Verder kan afgeweken worden van bijvoorbeeld de maximale bouwhoogte van gebouwen of het voorgeschreven bebouwingspercentage.

Afwijken van de gebruiksregels
Via een afwijkingsbevoegdheid is het mogelijk om de gronden met de bedrijventerreinbestemming te gebruiken voor verscheidene vormen van detailhandel. Om gebruik te maken van deze afwijkingsbevoegdheid moet wel voldaan worden aan enkele ruimtelijke relevante voorwaarden die gebaseerd zijn op de uitgangspunten van de beleidsregels "detailhandel op bedrijventerreinen".
Eén van de voorwaarden bij het afwijken van het toegestane gebruik heeft betrekking op het realiseren van voldoende parkeergelegenheid. Om inzichtelijk te maken hoeveel parkeervoorzieningen aangelegd moeten worden is de nota met parkeernormen van de gemeente Nijkerk als bijlage aan de planregels toegevoegd.

5.2.2 Groen

De structurerende groengebieden in het plangebied, met name langs de randen van het bedrijventerrein zijn bestemd als "Groen".

5.2.3 Verkeer

De belangrijkste wegen voor de ontsluiting van het bedrijventerrein zijn als "Verkeer" bestemd. Het betreft hier ondermeer de aansluiting met de Verbindingsweg en Arkemheenweg. Daarnaast zijn ook de belangrijkste structuurbepalende wegen op het bedrijventerrein als "Verkeer" bestemd.

5.2.4 Water

De belangrijke watergangen aan de randen van het het bedrijventerrein zijn voorzien van de bestemming "Water". Daarnaast heeft de kenmerkende waterpartij in het 'hart' van het bedrijventerrein ook de waterbestemming gekregen. Binnen de bestemming "Water" zijn natuurvriendelijke oevers toegestaan. Deze oevers kenmerken zich door het geleidelijk doorlopen van de berm in het water.

5.2.5 Leiding - Gas

De hogedruk gasleidingen met de daarbij behorende bebouwingsvrije/risico-zone hebben een specifieke dubbelbestemming "Leiding - Gas" gekregen. Aan weerszijden van de leiding ligt een bebouwingsvrije strook (veiligheidsstrook tevens zakelijk rechtstrook) van 5 meter waarbinnen in het geheel niet mag worden gebouwd.

Voor de andere bestemmingen van deze gronden gelden bijzondere bepalingen met het oog op de bescherming van en de veiligheidssituatie rond deze leiding. Voor het uitvoeren van bepaalde (grond)werkzaamheden moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden, hiermee kan controle worden uitgeoefend op met name grondroeringen (bijv. graafactiviteiten in het kader van bouw en andere activiteiten).

5.2.6 Waarde - Archeologie 11

In het plangebied zijn resten van het oude Rijnkanaal aanwezig waarvoor de archeologische verwachtingswaarde 'hoog' geldt. Deze resten zijn beschermd door het geven van de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 11"

Binnen deze dubbelbestemming is een omgevingsvergunning voor bepaalde werken en werkzaamheden verplicht, voor zover deze bodemingrepen dieper dan 40 cm en over een oppervlakte groter dan 100 m² plaatsvinden. Tevens geldt een rapportageplicht en een verplichting tot het treffen van technische maatregelen.

Binnen de dubbelbestemming is tot slot ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarmee de betreffende dubbelbestemming bij het verkrijgen van nadere informatie geheel of gedeeltelijk kan worden verwijderd.