Plan: | Laakzone |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.BP0028-0003 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Laakzone met identificatienummer NL.IMRO.0267.BP0028-0003 van de gemeente Nijkerk;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;
de oppervlakte die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat althans rechtens mag bestaan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
vormen van dagrecreatief medegebruik van het agrarisch of natuurgebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het bedrijfsmatig telen, kweken en verzorgen van wormen en vissen, en van bomen, heesters, struiken, planten en bloemen of tuinbouwzaden al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met, als ondergeschikte nevenactiviteit, de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten, en detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van op het betreffende bedrijf voortgebrachte producten;
zich onder de grond bevindende;
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar-, vlieg-, of voertuig, ark of caravan, voorzover dat of die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
Voor de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten en berekend:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
De voor “Agrarisch met waarden - Landschapswaarden” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding: | waarden: |
'specifieke vorm van agrarisch met waarden - karakteristieke verkaveling' | karakteristieke verkaveling |
'specifieke vorm van agrarische met waarden - openheid van het landschap' | openheid van het landschap |
'specifieke vorm van agrarisch met waarden - weidevogelgebied' | weidevogelgebied |
Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1, mogen uitsluitend worden gebouwd, andere bouwwerken, zoals hekken en veeroosters.
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in de lid 3.2.1 gelden de volgende bepalingen:
bouwwerken | max. bouwhoogte | |
erf- of perceelafscheidingen | 1 m | |
overige andere bouwwerken | 2 m |
Voor een Omgevingsvergunning voor uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is artikel 14 van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
De voor 'Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
aanduiding: | waarden: |
'specifieke vorm van agrarisch met waarden - vogelbeschermingsgebied' | behoud van de omvang en de kwaliteit van het leefgebied: 1. voor de kleine zwaan, en 2. voor de smient |
'specifieke vorm van agrarisch met waarden - weidevogelgebied' | weidevogelgebied |
Voor een Omgevingsvergunning voor uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is artikel 14 van toepassing op het uitvoeren van de in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.
De voor “Water” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van behoudenswaardige archeologische waarden.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 6.2.1, met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels en de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de in lid 6.1 bedoelde gronden is het verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod in sublid 6.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek en/of naar het oordeel van een archeologisch deskundige namens de gemeente is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
Het in sublid 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening dit plan te wijzigen door:
De voor "Waterstaat - Waterkering" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, uitsluitend toegestaan andere bouwwerken, zoals keermuren, verkeerstekens, bakens en lichten, tot een hoogte van 10 m, ten dienste van en behorende bij de in dat lid bedoelde doeleinden.
In afwijking van het overigens in deze regels bepaalde ten aanzien van het gebruik krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, zijn op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1, uitsluitend toegestaan voorzieningen, geen bouwwerk zijnde, en gebruiksvormen ten dienste van en behorende bij de in dat lid, bedoelde doeleinden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2, ten behoeve van het bouwen en gebruiken overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag of mogen op en in gronden die grenzen aan de gronden als bedoeld in artikel 5 (Water), niet worden gebouwd binnen een afstand van 5 m, loodrecht gemeten op de bestemmingsgrens van die gronden;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na schriftelijk advies te hebben ingewonnen van de beheerder van de betreffende watergang omtrent de waterstaatkundige aanvaardbaarheid daarvan, een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 9.1, ten behoeve van het bouwen tot aan de bestemmingsgrens van die gronden.
Een gebruik in strijd met het bestemmingsplan is in ieder geval:
Onverminderd hetgeen in deze regels is bepaald ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken binnen de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-straalpad', mag op de gronden binnen dat straalverbindingstraject in ieder geval niet hoger worden gebouwd dan 35 m boven NAP.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van deze regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, de bestemming van gronden als bedoeld in de artikel:
3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden wijzigen in de bestemming Water, met dien verstande dat het wijzigen uitsluitend mag geschieden ten aanzien van gronden waarvan vaststaat dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd binnen de volgende grenzen het plan te wijzigen, voorzover daaraan behoefte blijkt te bestaan: het wijzigen van grenzen van bestemmingsvlakken op de verbeelding zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
Bij het wijzigen mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de belangen en waarden van de betrokken en aangrenzende bestemmingen.
Behoudens het bepaalde in lid 14.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren:
gronden | werkzaamheden *) | |||||||||
met de aanduiding | a | b | c | d | e | f | g | h | i | j |
'specifieke vorm van agrarisch met waarden - openheid van het landschap' | + | |||||||||
'specifieke vorm van agrarisch met waarden - karakteristieke verkaveling' | + | + | + | + | ||||||
'specifieke vorm van agrarisch met waarden - vogelbeschermingsgebied' | + | + | + | + | + | + | + | + | + | + |
'specifieke vorm van agrarisch met waarden - weidevogelgebied' | + | + | + | + | + | + | + | + | ||
*) de onderstaande letters worden hierna verklaard; in de tabel is: + = omgevingsvergunning vereist |
||||||||||
a scheuren grasland, inclusief graslandverbetering b aanleggen en verharden van wegen en parkeerterreinen (> 60 m2) c egaliseren, ophogen, afgraven van gronden d dempen van sloten, drainage, graven en reconstructie van watergangen e aanleg ondergrondse leidingen f vellen een rooien van houtopstanden, uitgezonderd fruitbomen g diepploegen, dieper dan 30 cm onder het maaiveld h bebossen en beplanten met houtopstanden / aanleg boomkwekerijen en sierteelt i verbouwen van maïs j aanleg van lichtmasten |
Het in lid 14.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 14.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,
Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 14.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid 15.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid 15.1.1 met maximaal 10%.
Sublid 15.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd zijn met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid 15.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in sublid 15.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Sublid 15.2.1, is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Laakzone.