direct naar inhoud van 5.3 Archeologie
Plan: Binnenstad, Singel 24
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0023-0005

5.3 Archeologie

Door Econsultancy is een archeologisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 5 bij deze toelichting). Het is niet te bepalen wat de (exacte) landschappelijke ligging is van het plangebied vanwege de ligging binnen de bebouwde kom. Wel is bekend dat Nijkerk binnen een gebied ligt waar vlakten van verspoelde dekzanden afgewisseld met dekzandruggen voorkomen. Op basis van het AHN lijkt het plangebied in de overgangszone te liggen naar waarschijnlijk een vlakte van verspoelde dekzanden. De kans op het voorkomen van archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum t/m het Midden-Mesolithicum (periode Jagers-Verzamelaars) wordt hoog geacht en van resten uit het Laat-Neolithicum t/m de Vroege-Middeleeuwen middelhoog geacht. Het plangebied behoort tevens tot de historische kern van Nijkerk, die vanaf de 13de eeuw is ontstaan (mogelijk al vanaf de 2de helft van de Late-Middeleeuwen bewoond). De kans op archeologische resten vanaf het einde van de Vroege-Middeleeuwen is daarmee zeer groot. Het beschikbare historische kaartmateriaal geeft aan dat in ieder geval de zuidwestelijke helft van het plangebied in het begin van de 19de eeuw al bebouwd was, maar het is zeer goed mogelijk dat er oudere bewoning van het plangebied heeft plaatsgevonden. Het plangebied behoort tot een AMK-terrein van archeologische waarde, de historische kern van Nijkerk. In de omgeving van de onderzoekslocatie zijn meerdere waarnemingen bekend uit de periode Late Middeleeuwen–Nieuwe Tijd.

5.3.1 Karterend inventariserend booronderzoek

Het karterend inventariserend booronderzoek heeft aangetoond dat binnen het zuidwestelijke en centrale deel een tot 90 cm dik ophogingspakket voorkomt, dat waarschijnlijk al voor het begin van de 19de eeuw is opgebracht. Hieronder bevindt zich een begraven eerddek.

Op de locatie is sprake van een begraven hoge enkeerdgrond. op het noordoostelijke deel van het plangebied bevindt het eerddek zich direct onder het cunetzand. Het onder het eerddek aanwezige oorspronkelijke moerdermateriaal betreft eolisch afgezet dekzand van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden. Alleen in het uiterst noordoostelijk deel ligt hiertussen een laag beekafzettingen van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Singraven.

In het inventariserend veldonderzoek is een groot aantal archeologische vondsten aangetroffen, waarvan de gedetermineerde resten allen daterend uit de Nieuwe Tijd. Van enkele fragmenten aardewerk en een fragment van een pijpenkopje (pijpaarde) is duidelijk dat deze dateren uit de 17de en 18de eeuw. Op basis van de aangetroffen archeologische indicatoren en resten bestaat er een reële kans dat er sprake is van restanten van bewoning daterend vanaf de 17de eeuw. Door het aanwezige intacte eerddek onder het ophogingspakket blijft hiernaast ook de hoge trefkans op intacte archeologische sporen en/of resten bestaan.

5.3.2 Conclusie

Op basis van het karterend onderzoek mag worden geconcludeerd dat er binnen het plangebied restanten van bewoning daterend vanaf de 17de eeuw aanwezig zijn. Hiernaast kunnen onder het aanwezige begraven eerddek ook sporen uit eerdere perioden bewaard zijn gebleven. Geadviseerd wordt dan ook om een vervolgonderzoek uit te voeren. Standaard dient dit vervolgonderzoek te worden uitgevoerd in de vorm van een proefsleuvenonderzoek (IVO-P).

Vanwege de op de onderzoekslocatie aanwezige bebouwing met verschillende panden, is gekozen voor een archeologische begeleiding van de sloop van de ondergrondse delen van de huidige bebouwing. De archeologische begeleiding dient onder het protocol opgraven te worden uitgevoerd, zoals vermeld in de KNA. Na de archeologische begeleiding wordt in samenspraak met de gemeente Nijkerk bepaald of nog verder archeologisch onder nodig is.

Voor de archeologische begeleiding is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk, dat voor aanvang van de werkzaamheden moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag, de gemeente Nijkerk. Deze voorwaarden zullen in de omgevingsvergunning worden vastgelegd.