2e herziening buitengebied, Bunschoterweg 35 en 35a

5.8 Luchtkwaliteit

In het kader van de voorgenomen ontwikkeling op het perceel is een vergunningaanvraag in het kader van de Wet milieubeheer (Wm) in voorbereiding. Voor alle toekomstige activiteiten op het perceel, inclusief de uitbreiding die is voorzien in onderhavig bestemmingsplan, is gekeken naar de eventuele effecten op de luchtkwaliteit. Dit is noodzakelijk omdat de voorgenomen activiteit niet is opgenomen in de Regeling niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen).

Door de volgende activiteiten vinden emissies naar de lucht plaats, die relevant zijn bij de toetsing aan de grenswaarden als genoemd in de Wm:

• het houden van vee (PM10);
• transportbewegingen (PM10 en NO2);
• vullen van silo's (PM10).

De concentratie van zwaveldioxide, stikstofoxide, koolstofmonoxide, benzeen en lood in de buitenlucht is van nature zo laag dat voor deze stoffen geen overschrijding van de grenswaarde wordt verwacht. Voor deze stoffen kan worden voldaan aan de grenswaarden van de Wm. Voor PM10 hebben wij een berekening gemaakt van de bijdrage van de gevraagde activiteiten aan de luchtkwaliteit. Deze berekening is gemaakt met ISL 3a (2009; versie 1). Daarbij is uitgegaan van de volgende omstandigheden. Het terrein aan de noord- en oostzijde van de inrichting betreft weiland en akkerland dat is omgeven door sloten. Op deze locaties hebben leden van het publiek geen toegang.

Omdat in de omgeving van de inrichting geen relevante bronnen van PM10 zijn gelegen, kunnen de gekozen rekenpunten ten noordoosten en ten noordwesten van de inrichting worden beschouwd als punten die representatief zijn voor de luchtkwaliteit in het betreffende gebied. Het verkeer binnen de inrichting en het verkeer van en naar de inrichting is niet meegenomen in de berekening, omdat de bijdrage van deze activiteiten aan de luchtkwaliteit in de omgeving van de inrichting verwaarloosbaar is.

Hierom is ook geen berekening gemaakt voor de bijdrage van NO2 aan de luchtkwaliteit in de omgeving. Concentraties die zich van nature in de lucht bevinden en die niet schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens mogen bij het beoordelen van de luchtkwaliteit voor zwevende deeltjes (PM10) buiten beschouwing worden gelaten. Dit wordt echter wel meegenomen in de achtergrondconcentratie die het genoemde rekenprogramma hanteert. In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is aangegeven hoe groot de correcties zijn die gemaakt mogen worden. Voor de jaargemiddelde concentratie van PM10 is dat 4 µg/m3. Voor de 24-uurgemiddelde concentratie van PM10 geldt een correctie van 6 dagen.

Uit de berekening blijkt dat de gecorrigeerde immissie van PM10 in 2010 maximaal 22,9 µg/m3 bedraagt. De achtergrondwaarde bedraagt 20,9 µg/m3. Het gecorrigeerde aantal dagen dat de 24-uurgemiddelde concentratie van 50 µg/m3 wordt overschreden, bedraagt 17. Hiermee voldoet de immissie van PM10 aan de grenswaarden van de Wm. Ter plaatse van de inrichting wordt voldaan aan de luchtkwaliteitseisen die in de Wm zijn opgenomen.

Aanvullend is gekeken naar het aspect stof op grond van de Nederlandse Emissie Richtlijn Lucht (NeR) in verband met de opslag van bulkvoer in silo's op het terrein (de uitbreiding die is voorzien in onderhavig bestemmingsplan voorziet niet in het oprichten van silo's). Tijdens het vullen en (zo nodig) het legen van de silo moeten stofemissies worden voorkomen. De NeR kent een emissie-eis voor stof van 5 mg/m3.

Aan deze emissie-eis kan bij het vullen van een silo met bulkvoer met toepassing van een stofzak
worden voldaan. Voor wat betreft deze activiteiten het vullen en legen van de voersilo's zijn voorschriften opgenomen.