1ste herziening bestemmingsplan Buitengebied 't Woud 6b en Schoenlapperweg 15a

Artikel 3 Agrarisch met waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch met waarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. agrarische bedrijvigheid, en
• b. instandhouding van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden, zoals geomorfologische, bodemkundige, landschapsvisuele, en ecologische waarden, waaronder hier in ieder geval zijn begrepen:
  • 1. de landschaps- en natuurwaarden ter plaatse van de aanduiding "houtwallenlandschap"; en
  • 2. de landschaps- en natuurwaarden ter plaatse van de aanduiding "reliëf van de bodem en aardkundige waarden";
• c. voorzieningen ten behoeve van extensieve openluchtrecreatie, zoals fiets- en voetpaden, ruiterpaden en picknickplaatsen,
• d. in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 3.1 mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd.

3.2.2 Bouwen

De bouwhoogte van andere bouwwerken als bedoeld in lid 3.2.1 mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:

bouwwerken	max. bouwhoogte
erf- of perceelafscheidingen	1 m
overige andere bouwwerken	2 m

waarbij rekening gehouden dient te worden met het bepaalde in hoofdstuk 3 (Algemene regels).

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

• a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
• b. een goede woonsituatie;
• c. de verkeersveiligheid;
• d. de sociale veiligheid;
• e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
• f. het behoud van de cultuurhistorische waarden;
• g. het doorgang bieden aan dieren die hun leefomgeving in het betrokken gebied hebben of daar migreren.

3.4 Specifieke gebruiksregel

Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 6 (Algemene gebruiksregels), is in ieder geval ook:

• a. het gebruik van gronden voor:
  • 1. boogkassen en
  • 2. de opslag van hooirollen;
• b. het gebruik van gronden voor een paardenbak; en
• c. het gebruik van gronden voor een teeltondersteunende voorzieningen.

3.5 Aanlegvergunning

Artikel 8 (Aanlegvergunning) is van toepassing op het uitvoeren van in dat artikel aangegeven werken en werkzaamheden, op en in de daarbij aangegeven gronden, met de daarbij aangegeven voorwaarden en uitzonderingen.