Plan: | 5e Herziening buitengebied, Olevoortseweg 41 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0267.0031-0005 |
Het bestemmingsplan maakt de realisatie van een (nieuw) geluidgevoelig object mogelijk in de vorm van een extra woning. In verband met het bepaalde in de Wet geluidhinder kan worden geconcludeerd dat het plangebied niet ligt in onderzoekszones als gevolg van railverkeer, industrie of luchtvaart. Afgezien is van nader onderzoek naar deze aspecten.
Het plangebied ligt echter op korte afstand van de rijksweg A28 en is gelegen in het onderzoeksgebied van deze weg. In dat kader is door Kupers & Niggebrugge onderzoek verricht d.d. 14 september 2010, met erratum d.d 12 januari 2012. Het onderzoek is als Bijlage 6 toegevoegd aan deze plantoelichting.
Het Gelders Genootschap heeft een erfadvies uitgebracht voor de landschappelijk en stedenbouwkundig optimale situering van de woningen (zie Bijlage 1). Deze ligging is als uitgangspunt genomen bij het akoestisch onderzoek. Uit het onderzoek volgt dat voor zowel de bestaande als de nieuw te realiseren woning de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op een of meerdere gevels wordt overschreden. De Wet geluidhinder (Wgh) biedt echter ruimte voor het vaststellen van hogere waarden.
Bij het vaststellen van hogere waarden dan de voorkeursgrenswaarde is het volgende van belang. Op 1 januari 2007 is de Wet geluidhinder gewijzigd. De bevoegdheden tot het vaststellen van hogere grenswaarden zijn nu gedecentraliseerd naar de gemeenten. Burgemeester en wethouders nemen het hogere waarde besluit, in afstemming met de Ruimtelijke Ordening procedure. Daarnaast houdt deze wetswijziging ook in, dat gemeenten beleidsvrijheid hebben gekregen bij het verlenen van een hogere waarde. De gemeente Nijkerk heeft op 23-08-2011 de “Beleidsregel Hogere waarden Nijkerk” vastgesteld. In dit beleid is opgenomen dat het afwegen van de mogelijk te treffen maatregelen een belangrijk onderdeel van de motivering vormt. Bij de keuze van de maatregelen dient consciëntieus te worden uitgegaan van de maatregelvolgorde Bron – Overdracht – Ontvanger.
Voor onderhavig project betekent dit het volgende. Maatregelen zijn onderzocht die kunnen bijdragen aan een vermindering van de geluidbelasting op de gevel(s). Van de onderzochte mogelijkheden blijken aanpassingen aan de bron (Rijksweg A28) niet doelmatig, mede gelet op de kosten van een dergelijke maatregel in relatie tot de omvang van het plan. Het plaatsen van een geluidswal nabij de nieuwe woning is in het gebied vanwege het open karakter van het polderlandschap stedenbouwkundig en landschappelijk niet gewenst. Een andere optie die onderzocht is, is de plaatsing van een schermgevel in de te realiseren nieuwe woning. Met een bouwkundige maatregel van 5 meter hoog en 3,5 meter lengte in het verlengde van de noordkant van de oostgevel ontstaat een oplossing die zowel ruimtelijk als geluidstechnisch aanvaardbaar is. Voor deze optie is dan ook gekozen.
De geluidsbelastingen uitgaande van realisatie van een schermgevel zijn bepaald. Voor de bestaande woning wordt de voorkeurswaarde met maximaal 8 dB overschreden op de oost-, noord- en zuidgevel. Deze geluidsbelasting is lager dan de maximaal toegestane hogere waarde van 58 dB. Voor de nieuwe woning, uitgaande van de te plaatsen schermgevel, wordt de voorkeursgrenswaarde met maximaal 5 dB overschreden op de noord- en zuidgevel. Ook deze waarden liggen binnen de maximaal te verlenen hogere grenswaarde van 53 dB. De oostgevel van de nieuwe woning wordt uitgevoerd als dove gevel. Deze maatregelen zijn passend binnen de Wet geluidhinder en de gemeentelijke beleidsregel. Voor de overschrijdingen van de voorkeursgrenswaarden wordt een hogere waarde - procedure gevoerd.