direct naar inhoud van 5.6 Flora, fauna en gebiedsbescherming
Plan: 5e Herziening buitengebied, Olevoortseweg 41
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.0031-0005

5.6 Flora, fauna en gebiedsbescherming

In het kader van de Flora- en faunawet dient te worden nagegaan of vaste rust- en verblijfplaatsen door de voorgenomen ontwikkeling worden aangetast of dieren opzettelijk worden verontrust. In het kader van de natuurbeschermingswet (NB-wet) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) dient getoetst te worden of de beoogde ontwikkeling in een bestemmingsplan een negatieve invloed heeft op beschermde gebieden.

Gegeven de feitelijke situatie, voorgenomen ingrepen en ligging is door bureau Els & Linde BV een ecologisch onderzoek verricht, getiteld 'Afdoend onderzoek Olevoortseweg te Nijkerk' d.d. oktober 2011. Het rapport behoort als Bijlage 5 bij dit bestemmingsplan. De belangrijkste conclusies worden hierna weergegeven.

Het plangebied ligt niet in een Natura 2000 gebied (aangewezen gebieden in het kader van de NB-wet) of in de EHS. Het Natura 2000 gebied Arkemheen (Vogelrichtlijngebied) ligt op ruim 1.000 meter afstand. Het plangebied ligt buiten, maar grenst aan de EHS – Verweven. Gezien de aard en omvang van de onderhavige ontwikkeling, is er geen aanleiding te veronderstellen dat er een effect is op de beschermde natuurgebieden.

Op het onderzochte terrein is geen goed ontwikkelde vegetatie aanwezig en zijn geen beschermde planten aangetroffen of te verwachten. Er zijn geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig binnen het plangebied. Wel jagen er dwergvleermuizen op de voormalige boomkwekerij; het jachtgebied wordt echter niet als essentieel voor de bescherming van vleermuizen beschouwd. De bouwplannen hebben geen effect op vleermuizen.

Onder de kap van het woonhuis is een populatie van de huismus aangetroffen. In de schuur is een vaste verblijfplaats van de kerkuil geconstateerd. Waarnemingen van overige vogels behoeven geen specifieke aandacht. Een effect van de beoogde werkzaamheden op de huismus en de kerkuil is zeer waarschijnlijk. Daarom zijn mitigerende maatregelen nodig en is compensatie verplicht.

Mitigatie vindt plaats door buiten de broedtijden te starten met de werkzaamheden. De broedtijd van de huismus valt in mei en juni; de broedtijd van de kerkuil van half maart tot en met eind augustus. Compensatie vindt plaats door de werkzaamheden in een bepaalde volgorde en op een bepaalde wijze uit te voeren. De beschermde soorten zijn in het westelijk deel van het terrein waargenomen. Daarom dienen de gebouwen van het oostelijke deel als eerste te worden gesloopt en dient de nieuwbouw daar als eerste plaats te vinden. Deze nieuwbouw bevat een nestgelegenheid voor de huismus. Ook wordt er een nestkast voor de kerkuil gebouwd. Vervolgens wordt aan de westzijde de kap van de te slopen bebouwing verwijderd en worden nestplekken ontoegankelijk gemaakt. Daarna kan worden gesloopt en nieuw gebouwd. Voor meer informatie wordt verwezen naar bijgaand rapport.