direct naar inhoud van 5.2 Archeologie
Plan: Herontwikkeling Schoollocatie Chopinstraat 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0265.Schoollocatie-VSG1

5.2 Archeologie

Door de gemeente Millingen aan de Rijn is een archeologische advieskaart opgesteld. De archeologische advieskaart en het bijbehorend rapport is een inventarisatie-instrument. Het helpt om beleid te kunnen ontwikkelen, met als doel om het behoud en het beheer van archeologisch erfgoed in de grond (in situ) goed te regelen.

Het archeologiebeleid van het rijk en van de provincie Gelderland betekent voor de gemeente Millingen aan de Rijn dat voor het gehele grondgebied archeologie moet worden meegenomen in ruimtelijke besluitvormingsprocessen. Alleen gebieden waarvoor uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat er geen archeologische waarden voorkomen, worden hiervan vrijgesteld. In geval van ruimtelijke ontwikkelingen is in principe archeologisch (voor)onderzoek in een vroeg stadium van planvorming verplicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0265.Schoollocatie-VSG1_0005.jpg"

Uit de archeologische advieskaart van de gemeente Millingen aan de Rijn blijkt dat het gebied in een zone ligt waar bij planvorming en voorafgaand aan vergunningverlening vroegtijdig archeologisch onderzoek gedaan moet worden en gestreefd moet worden naar inpassing van terreinen met archeologische waarden.

Door Synthegra is in november 2008 een Programma van Eisen (PvE) ten behoeve van een archeologisch inventariserend veldonderzoek opgesteld. Nadat deze is goedgekeurd door het bevoegd gezag kan worden gestart met een proefsleuvenonderzoek.

Nadat het bevoegd gezag het Programma van Eisen heeft goedgekeurd is in maart 2009 door BAAC een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd.

Het terrein is onderzocht door middel van vijf proefsleuven. Hierin werden enkele resten aangetroffen stammend uit de Tweede Wereldoorlog. Tevens is in de uiterste noordoost-hoek van het terrein een zone vastgesteld waarin zich vondstmateriaal daterend tussen het eind van de negende en het begin van de dertiende eeuw na Chr. bevond. Mogelijk betreft het off-site resten van activiteiten die zich verder noordoostwaarts hebben afgespeeld. Grondsporen die aan het vondstmateriaal zijn te koppelen, werden niet aangetroffen. Een groot deel van de bodemopbouw binnen het plangebied is verstoord door de bouw en sloop van een klooster, een meisjesschool, een meisjespensionaat, een rectorshuis en een boerderij. Hier werden derhalve geen archeologische resten waargenomen. Waar de bodem nog onverstoord was, werden echter eveneens geen grondsporen of vondsten aangetroffen. Het onderzochte deel van het plangebied is derhalve zeer arm aan archeologie.

Het uitgevoerde onderzoek, verwerkt in een rapportage is voorgelegd aan het bevoegd gezag.

Het bevoegd gezag heeft het volgende aanbevolen:

Bij de ontgraving van de bouwput (fase 2) moet archeologisch begeleiding aanwezig zijn, onder protocol proefsleuven. Daarbij hebben de archeologen het primaat, dit wilzeggen, zij bepalen het tempo. Hierbij wordt een optie in het PvE opengehouden voor een directe doorstart naar een opgraving als er iets van belang gevonden wordt. Dit besluit wordt genomen na overleg tussen gemeente, initiatiefnemer en de betrokken archeologen.

Waardwonen stemt in met archeologische begeleiding tijdens de graafwerkzaamheden.