Herontwikkeling Schoollocatie Chopinstraat 3

3.1 Historische kenschets

De nederzetting van Millingen ontstond langs een as die gevormd wordt door het tracé van de Romeinse Heerbaan van Keulen naar Leiden. Deze loopt op een stelsel van aaneengesloten oeverwallen parallel aan de Rijn. In het vroegste stadium van ontwikkeling van de nederzetting liggen Rijndijk en Waalbandijk buiten de bewoningsconcentraties. Dijkdoorbraken hebben vanaf de 12de eeuw diverse overloopgeulen gevormd. Deze zijn nu nog steeds in het stratenpatroon van de kern herkenbaar (Rivierstraat, Van Lyndenstraat, Burgemeester Eijckelhofstraat). De Crumpsestraat, Zeelandsestraat en Vossengraaf zijn oude doorgetrokken veedriften ter ontginning van de broeklanden. De verschillende routes staan min of meer haaks op de Heerbaan.

Door bevolkingstoename in de tweede helft van de negentiende eeuw als gevolg van een aantal economische impulsen, vindt verdichting van de nederzetting plaats. Deze verdichting wordt gekarakteriseerd door lineaire concentraties langs de Heerbaan en de Rijndijk. In vroegere ontginningsfasen waren aan weerszijden van de Heerbaan kavels met randbebouwing ontstaan in ovaalvormige blokken. De groei van de bevolking wordt opgevangen door de randen van deze kavels te verdichten (St. Willibrordstraat, Pastoor van Eyckstraat, Van Lyndenstraat et cetera). Aan de grens met Duitsland vindt aan de Heerbaan en rond de Mesdagstraat en Palsstraat ook enige verdichting plaats.

In de eerste helft van de vorige eeuw werd de structuur van het dorp verder verdicht. De grootste verdichting vond plaats parallel aan de oude nederzettingsas: Prins Bernhardstraat – Heerbaan - Pastoor Graatweg. Verder werd er gebouwd tussen die as en de Rijndijk. De structuur van het stratenpatroon wordt hier bepaald door de oude overloopgeulen. In de oude blokvormige structuur van de nederzetting is hierdoor een fijnmazige wegenstructuur en strokenverkaveling ontstaan. De naoorlogse uitbreidingen vinden plaats ten zuiden van de oude nederzetting, waarbij mede door de planmatige opzet van deze homogene woongebieden onderliggende landschappelijke patronen worden ontkend.