direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluherziening parkeren 2022
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BV0003-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 verordening

De beheersverordening Parapluherziening parkeren 2022 met identificatienummer NL.IMRO.0263.BV0003-VG01 van de gemeente Maasdriel.

1.2 beheersverordening

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Overige regels

3.1 Van toepassing verklaren

De regels in deze verordening zijn van toepassing op de hieronder opgenomen ruimtelijke plannen:

Plan   Identificatienummer   Vaststelling  
Paraplubestemmingsplan Parkeren 2018    NL.IMRO.0263.BP1153-VG01   06/06/2018  
Beheersverordening Velddriel    NL.IMRO.0263.BV0001-VG01   14/03/2017  

Voor het overige blijven de regels van de bovengenoemde ruimtelijke plannen onverminderd van kracht.

3.2 Regels met betrekking tot betrokken ruimtelijke plannen

Aan de regels van de in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plannen worden aan het hoofdstuk 'Algemene regels', dan wel 'Algemene bepalingen', regels toegevoegd ten aanzien van parkeren. Voor zover de in artikel 3.1 genoemde ruimtelijke plannen een regeling bevat ten aanzien van parkeren dan wordt deze regeling herzien door middel van deze verordening:

3.2.1 Parkeren
  • a. Bij:
    1.   het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarbij sprake is van een toename in de parkeerbehoefte; en/of  
    2.   het verlenen van een omgevingsvergunning voor het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken, uitsluitend voor wat betreft de toename in de parkeerbehoefte,  
    staat vast dat voldoende parkeergelegenheid, overeenkomstig de beleidsregels en bijlagen van de 'Nota Parkeernormen 2020 gemeente Maasdriel, vastgesteld d.d. 10 december 2020' wordt gerealiseerd.  
  • b. De afmetingen van parkeerplaatsen moeten zijn afgestemd op gangbare personenauto's en bedragen ten minste de afmetingen zoals genoemd in de Nota Parkeernormen 2020 gemeente Maasdriel.
  • c. Indien gedurende de planperiode de beleidsregels parkeren en/of bijlagen zoals benoemd in dit artikel wijzigen, gelden de gewijzigde regels/bijlagen.
  • d. Een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het wijzigen van het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij een behoefte bestaat voor ruimte voor het laden of lossen van goederen wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat op het betreffende bouwperceel in voldoende mate ruimte voor het laden of lossen van goederen is of zal worden aangebracht.
3.2.2 Binnenplanse afwijking parkeren

Burgemeester en wethouders, of haar rechtsopvolger, kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 indien:

  • a. De nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien op een andere wijze; en/of
  • b. Het ruimtelijk gezien niet wenselijk is de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte op eigen terrein te voorzien; en/of
  • c. Er voldoende openbare parkeerplaatsen binnen een acceptabele afstand aanwezig zijn; en/of
  • d. Er een parkeertelling aanwezig is die aantoont dat er voldoende parkeerplaatsen in de openbare ruimte aanwezig zijn die benut kunnen worden; en/of
  • e. Aangetoond kan worden dat voldaan kan worden aan een lagere parkeernorm.
3.2.3 Voorwaarden voor omgevingsvergunningverlening

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.2.2 wordt uitsluitend verleend indien:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. de ontwikkeling ruimtelijk en milieukundig gezien inpasbaar is.
3.2.4 Voorwaarden aan omgevingsvergunningverlening

Aan omgevingsvergunningen als bedoeld in 3.2.1 en 3.2.2 kunnen voorwaarden worden verbonden, zoals een instandhoudingsplicht van voldoende parkeergelegenheid.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 4 Overgangsrecht

4.1 Overgangsrecht bouwwerken
4.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de verordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
4.1.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 4.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 4.1.1 met maximaal 10%.

4.1.3 Uitzondering

Artikel 4.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

4.2 Overgangsrecht gebruik
4.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

4.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in artikel 4.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

4.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in artikel 4.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

4.2.4 Uitzondering

Artikel 4.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van de beheersverordening 'Parapluherziening parkeren 2022'.