direct naar inhoud van Regels
Plan: Buitengebied wijziging 2023, Sint Odradastraat 49
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1255-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het wijzigingsplan Buitengebied wijziging 2023, Sint Odradastraat 49 met identificatienummer NL.IMRO.0263.BP1255-VG01 van de gemeente Maasdriel.

1.2 wijzigingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

In de regels deel uitmakende van het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2022, reparatieplan" wordt het volgende begrip gewijzigd:

  • 1.71 peil:
    • a. in geaccidenteerd terrein (in de nabijheid van dijken): ten hoogste 15 cm boven het gemiddelde oorspronkelijke omliggende terrein, met dien verstande dat voor het onbebouwde bouwperceel de grond mag worden opgehoogd tot de minimum vereiste hoogte voor het bouwen van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken buiten het profiel van de vrije ruimte;
    • b. in vlak terrein, voor zover dat oorspronkelijk hoger ligt dan de kruin van de weg: ten hoogste 15 cm boven het oorspronkelijke terrein;
    • c. in vlak terrein, voor zover dat oorspronkelijk lager ligt dan de kruin van de weg: ten hoogste 15 cm boven de kruin van de weg.

Hoofdstuk 2 Regels

Artikel 2 Van toepassing verklaring

De regels deel uitmakende van:

  • a. het bestemmingsplan "Buitengebied herziening 2022, Reparatieplan" (NL.IMRO.0263.BP1257-VG01), vastgesteld op 13 oktober 2022;
  • b. het bestemmingsplan ''Parapluherziening parkeren 2022'' (NL.IMRO.0263.BP1217-VG01), vastgesteld op 11 mei 2023;

zijn mede van toepassing op dit plan en dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.

Als aanvulling op dit plan worden de volgende tekstdelen toegevoegd aan de bestemming 'Wonen' in artikel 18:

  • 18.4.6 Voorwaardelijke verplichting Sint Odradastraat 49 te Alem
  • a. De gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - gevoelige objecten uitgesloten' mogen overeenkomstig de aanduiding, binnen 2 jaar na vaststelling van het wijzigingsplan, niet langer in gebruik zijn als gevoelige functie/object;
  • b. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen, overeenkomstig bijlage 1 van de regels, kan niet eerder worden verleend nadat de bestaande bedrijfswoning, inclusief voormalige bedrijfgebouwen (zie bijlage 1 van de regels), is gesloopt.

Als aanvulling op dit plan worden de volgende tekstdelen toegevoegd aan de 'Algemene gebruiksregels' in artikel 39:

  • Artikel 39.4 Voorwaardelijke verplichting bodemsanering

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken voor wonen indien de bodemsanering, zoals vermeldt in bijlage 4 van de toelichting, niet is gesaneerd.

  • Artikel 39.5 Voorwaardelijke verplichting landschappelijke inpassing

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken voor wonen indien het goedgekeurde landschappelijke inpassingsplan, zoals vermeldt in bijlage 2 van de toelichting, niet wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

  • Artikel 39.6 Voorwaardelijke verplichting natuurwaarden

De gronden binnen het plangebied zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de, bescherming, instandhouding, versterking en/of ontwikkeling van ter plaatse eventueel voorkomende ecologische waarden en/of Flora en fauna.

Onder strijdig gebruik wordt verstaan het uitvoeren van werk en/of werkzaamheden en/of het bouwen van een bouwwerken binnen het plangebied. Het strijdig gebruik wordt pas opgeheven:

  • a. Indien uit ecologisch onderzoek is gebleken dat er geen onevenredige aantasting of verstoring van ecologische waarden en/of Flora en fauna ontstaat of kan ontstaan, of;
  • b. indien uit aanvullend onderzoek naar voren komt dat aanvullende maatregelen dienen te worden getroffen of dat een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna activiteit benodigd is moeten deze maatregelen zijn getroffen dan wel moeten deze omgevingsvergunning verleend zijn voordat de omgevingsvergunning voor het bouwen of slopen kan worden verleend.

  • Artikel 39.7 Waarborging voldoende waterberging

Ten behoeve van het voorzien in voldoende waterberging gelden de volgende regels:

  • a. Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt slechts verleend nadat afdoende is verzekerd dat wordt voorzien in voldoende waterberging;
  • b. Het gebruiken en het (doen) laten gebruiken van de gronden waarop de onder a. bedoelde omgevingsvergunning betrekking heeft, is slechts toegestaan wanneer voldoende waterberging in stand wordt gehouden;
  • c. Onder voldoende waterberging als genoemd onder a. en b. wordt verstaan dat wordt voldaan aan het hemelwaterbeleid genoemd in het vigerende WRP. Het vigerende WRP is in te zien via de volgende webpagina: https://www.maasdriel.nl/bestuur-en-organisatie/bekendmakingen-regelgeving-en-beleid/regelgeving-en-bekendmakingen

Als aanvulling op dit plan worden de volgende tekstdelen vervangen en als volgt gewijzigd:

  • Artikel 36.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het artikel 36.4 wordt gewijzigd in artikel 36.4, lid a. Hierna wordt een lid b. toegevoegd;
  • b. Voor de gebouwen, en bouwwerken geen gebouw zijnde, bedoeld onder 36.4, lid a, dient rekening gehouden te worden met het PVVR, zoals weergegeven in bijlage 1 behorende bij de regels van dit wijzigingsplan. Het PVVR is daarbij een driedimensionale ruimte waarbinnen holle ruimtes (zoals kruipruimten of ringbalken) niet zijn toegestaan.

  • Artikel 40.10 vrijwaringszone - dijk 1
  • a. Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering;
  • b. Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' mag niet worden gebouwd;
  • c. Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' gelden ook de regels van Waterschap Rivierenland, als beheerder van de waterkering, waaronder regels met betrekking tot de PVVR.
  • d. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid 40.10 onder b, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
    • 2. het belang van de waterkering wordt niet onevenredig geschaad en vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.

  • Artikel 40.11 vrijwaringszone - dijk 2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2' zijn de gronden naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, aangeduid als buitenbeschermingszone van de primaire waterkering.

Als aanvulling op dit plan worden de volgende tekstdelen toegevoegd aan de 'Algemene aanduidingsregels' in artikel 40:

  • Artikel 40.14 Milieuzone - gevoelige objecten uitgesloten

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – gevoelige objecten uitgesloten' zijn gevoelige objecten uitgesloten.

Hoofdstuk 3 Slotregel

Artikel 3 Overgangsrecht

3.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

3.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
'Regels van het wijzigingsplan Buitengebied wijziging 2023, Sint Odradastraat 49'.